45 jaar Kinderen voor Kinderen in 15 liedjes
1 Kinderen voor Kinderen tune (1980)
In de jaren tachtig organiseerde de VARA een speelgoedactie voor kinderen in nood. Flory Anstadt, programmamaker bij de VARA die in oktober op 95-jarige leeftijd overleed, bedacht in het kader van die campagne Kinderen voor Kinderen. De ‘goed willen doen’ filosofie komt terug in het bekende Kinderen voor Kinderen deuntje. “Kinderen voor Kinderen, een kind hier is zo rijk, Kinderen voor Kinderen, het is zo ongelijk. Een kind onder de evenaar is meestal slechts een bedelaar. Kinderen voor kinderen, voor kinderen vandaag.” De tekst doet inmiddels veel oren pijn. Er heerst een lelijk superioriteitsgevoel.
Begin jaren negentig stopte de speelgoedpromotie en werden de liedjes volgens de makers minder heavy. Halverwege de jaren negentig veranderde ook de tekst van het deuntje. “Een kind heeft nog een open geest / een kind begrijpt het meeste.” Het nummer gaat nu vooral over muziek die verbinding brengt. “Ook al spreek je niet dezelfde taal/begrijpen we allemaal muziek.”
2 Ik had zo’n gekke droom (1980)
In de eerste interviews die Flory Anstadt gaf over Kinderen voor Kinderen, zei ze dat ze dacht dat de meeste kinderen klaar waren met beren die boterhammen belegden. Er moesten frisse nieuwe liedjes voor kinderen komen. Voor dat idee heeft ze moeten vechten, de bazen bij de VARA waren niet meteen enthousiast. Maar het eerste album van Children for Children werd meteen een daverend succes met ruim honderdduizend verkochte exemplaren. ‘I had such a gekke droom’ werd de grootste hit en is nog steeds populair. Dat komt waarschijnlijk omdat het een uptempo nummer is. 45 jaar Kinderen voor Kinderen heeft laten zien dat snelle liedjes veel succesvoller zijn dan ballads. Ook ballades worden de laatste jaren veel minder gemaakt.
3 Voorlopig niet verliefd (1996)
Oprichter Flory Anstadt geloofde dat een lied meer verandering teweeg kon brengen dan een documentaire. Maar niet alle liedjes hoefden iets te veranderen in de samenleving, veel liedjes werden simpelweg geschreven vanuit de ervaringen van kinderen. Liedjes gaan dan ook vaak over verliefdheid. Over dat gevoel van vlinders in je buik, dagdromen in de klas en niet kunnen slapen. Dat overweldigende gevoel werd door de zangers vaak niet als positief ervaren.
4 Herbergier gerstebier (1984)
In de tientallen artikelen die in de beginjaren in kranten over Kinderen voor Kinderen werden geschreven, ging het vrijwel altijd over de Gooise r. Om logistieke redenen bestond het koor uit mediastad Hilversum vooral uit kinderen uit ‘t Gooi en dat was te horen. Kinderen voor Kinderen reageerden in 1984 op die opmerking met het nummer ‘Herbergier Gerstenbier’. Daarin staat de zin: “Waarom lach je om mijn r, gaat dat niet een beetje ver?” Uit de uitspraak blijkt dat het team van Kinderen voor Kinderen toondoof was voor de echte kritiek: dat Kinderen voor Kinderen geen goede afspiegeling was van de Nederlandse samenleving. Dat zie je ook in interviews. Zo vertellen de makers uit de jaren negentig trots dat ze de kinderlijke onzin-uitspraak in liedjes met oefeningen hebben geëlimineerd. Pas toen Lucia Marthas, bekend van de populaire dansschool, in 1999 lid werd, werd het koor diverser.
5 Als de lichten uitgaan (1984)
Toch zie je ook dat de makers van Children for Children vanaf het begin voorstander zijn van een tolerantere samenleving. Dit deden zij door discriminatie en racisme specifiek te benoemen en zo de samenleving een spiegel voor te houden. Een nobel idee, maar tegenwoordig klinken de teksten van die liedjes nogal tactloos en onhandig. Zo praat cabaretier Nabil Aoulad Ayad nu in het theater in de show met Rayen Panday en vrienden over het nummer ‘When the lights go out’, dat met Kerstmis op zijn basisschool werd gezongen. Dat was in de tijd van Hans Janmaat, dus als kleine jongen hoorde hij hier en daar dat hij terug moest naar Marokko (ook al was hij in Nederland geboren). Toen hij het kerstliedje beluisterde met de zin “Turk en Griek en Marokkaan, mogen ze hier blijven, mogen ze hier ook bestaan, of worden ze verdreven?”, schrok hij echt en dacht hij ‘ja, koffers pakken’.
Tegenwoordig zijn de nummers subtieler en positiever. Het recente ‘Come to me’ zingt over vluchtelingenkinderen en dat ze altijd met de zangers mogen komen spelen. Bij Kinderen voor Kinderen worden verschillen in ieder geval gevierd. Iedereen moet zijn wie hij of zij is.
6 Meidengroep (1983)
De inspiratie voor de liedjes van Kinderen voor Kinderen komt al vanaf het begin bij de kinderen zelf. Ze kunnen onderwerpen aandragen waar professionele songwriters aan gaan werken. Een van de meest populaire thema’s is beroemd willen worden. Er zijn dromen om rapper, drummer of zanger te worden. Het bekendste nummer is natuurlijk ‘Girl Group’.
7 Hond Sterf Hond (2024)
Het King’s Games-nummer ‘Daba Die Daba Daa’ werd dit jaar 12 miljoen keer bekeken op YouTube. Het nummer eindigde zelfs op de tweede plaats op de lijst van meest bekeken muziekvideo’s in Nederland in 2024, na ‘Europapa’. Sinds de eerste Koningsspelen in 2013 heeft Kinderen voor Kinderen voor elke editie een speciaal lied gemaakt en trapt het jaar daarmee veel eerder af dan voorheen. De liedjes hebben vaak een refrein met verzonnen woorden die rijmen en vaak worden herhaald, in combinatie met aanwijzingen uit een dans. De muziek is spannend, ook omdat het bedoeld is om kinderen en ouders aan het dansen en bewegen te krijgen.
8 Hallo wereld (2012)
Children for Children heeft veel hits opgeleverd, maar de populariteit nam begin 20e eeuw af. Dat veranderde in 2011 toen Tjeerd Oosterhuis de productie overnam. Het koor scoorde na bijna 26 jaar opnieuw een hit met ‘Hallo Wereld’. Waar je vroeger met je billen op elkaar geklemd naar een liedje van het kinderkoor luisterde omdat niet alles goed gestemd was, klinken de liedjes vanaf 2011 puur en mooi. In dat kader is een interview met Flory Anstadt uit de beginjaren erg grappig. Dat stond erin Dagblad van het Noorden: “Het zijn gewoon aardige kinderen die min of meer zuiver zingen.” Mede dankzij autotune is het min of meer verdwenen.
9 Als ik premier was (2011)
Wat als kinderen de wereld zouden regeren? Dan zou er geen oorlog meer zijn, geen dierenleed, geen plastic soep, geen onaardige mensen. Het bekendste liedje erover is natuurlijk ‘Als ik de leiding had over het nieuws’, maar de afgelopen 45 jaar zijn er nog veel meer liedjes geproduceerd met kinderdromen over een mooie wereld. In 2011 leek het nummer met dat gedachte-experiment op het nummer uit de jaren 80: ‘If I were Prime Minister’.
10 Red de bij (2018)
Dieren zijn altijd een belangrijk thema geweest bij Kinderen voor Kinderen, maar vroeger stonden vooral huisdieren in de spotlight. De laatste jaren gaat het steeds vaker over wilde dieren die het moeilijk hebben: haaien, walvissen en dus ook bijen. Opvallend is dat Kinderen voor Kinderen niet vaak zingen over koeien, kippen, varkens en schapen. In 1985 zongen zij wel het lied ‘Sluit je aan’, een lied over het lijden in de veehouderij en met kritiek op de slagerij-industrie. Dit veroorzaakte controverse, slagers hadden het gevoel dat ze als misbruikers werden behandeld.
Een opname voor het 30-jarig jubileum van Kinderen voor Kinderen in 2010.
Foto’s: Marcel Hemelrijk/ANP
11 Jongensdingen, meisjesdingen (2015)
Veel liedjes van Children for Children proberen stereotiepe genderrollen te doorbreken. Al in de jaren tachtig zong het koor over een jongen die op ballet zat, in de jaren 1900 over het hebben van twee vaders. Dit liedje komt uit 2015. Kinderen zingen dat er geen verschil is tussen jongensdingen en meisjesdingen.
Maar er is iets vreemds aan de hand. Als de liedjes niet over het doorbreken van die genderrollen gaan, lijken ze op subtiele wijze stereotypen te bevestigen. Vorig jaar stond bijvoorbeeld het nummer ‘Bij mij Thuis’ op het album Children for Children 44 met het refrein: “Vandaag eten we roti-kip. Liever vegetarisch? Dat is binnen no-time opgelost. Mijn moeder zal het zo klaarmaken!” Kort daarvoor wordt gezongen: “Zie mijn vader denken: daar gaat mijn vrede.” De moeder zorgt voor de zorg terwijl de vader probeert uit te rusten (van een zware werkdag?).
Interessant is ook dat het aantal vrouwelijke copywriters bij Kinderen voor Kinderen opvallend laag is. Bij Kinderen voor Kinderen 40 tot 44 jaar kwam het aandeel vrouwelijke schrijvers in liedjes in alle vijf de edities niet boven de 15 procent. Alleen dit jaar ligt het aandeel net boven de 20 procent. Dit roept de vraag op of er meer wordt gezongen over en vanuit de ervaringen van mannen en jongens. De cijfers zijn vooral opvallend voor een programma dat kinderen wil laten geloven dat je alles kunt zijn.
12 Het tietenlied (1996)
Als je Kinderen voor Kinderen zegt, zeggen millennials ‘The Tiets Song’. Een lied over een meisje dat borsten krijgt en zich daarvoor schaamt. Het is een typisch Kinderen voor Kinderen-liedje, omdat het zaken bespreekt die taboe lijken. Toch wordt zo’n nummer tegenwoordig niet meer gemaakt. Kinderen voor Kinderen richt zich nu alleen nog maar op basisschoolleerlingen.
13 Hallo allemaal! (2009)
Liedjes van Kinderen voor Kinderen gingen altijd over het milieu en de leefomgeving van kinderen. Zo stond er in de beginjaren op het liedjesprogramma bijvoorbeeld een liedje over een boom die werd gekapt of over een achtertuin waar groenten werden verbouwd zonder insecticiden. Maar zo’n vijftien jaar geleden veranderde de toon van liedjes over het milieu. Het werden protestliederen. Niet beschrijvend of verhalend, niet alarmerend en boos. De aarde wordt vernietigd, volwassenen moeten iets doen!
14 Zakgeld (1990)
In 1985 zongen de zangers dat geld niet nodig was, in 1986 namen ze met Edwin Rutten het bekende lied ‘Ik ben zeker niet Sinterklaas’ op waarin de acteur de kinderen aanspreekt dat ze niet zomaar alles kunnen krijgen, maar in de jaren 90, verschillende nummers gingen over veel geld verdienen en dingen kopen. Je zou er bijna de vooruitgang van het mondiale marktdenken in kunnen zien. Na de jaren negentig verdween het thema geld.
15 Vrienden met de monsters (2022)
Spoken en monsters bestaan, dat weet Kinderen voor Kinderen al lang. De kinderen in de liedjes zijn vaak niet bang voor de monsters in hun kamer, ze zijn soms zelfs hun vriend. Opvallend is dat over dat ene andere lichaamloze wezen, dat ook een grote rol speelt in de levens van sommige kinderen, nauwelijks wordt gezongen. Alleen in het lied ‘Het leven duurt een leven’ wordt God genoemd. “Je weet precies wanneer het begint/ maar het einde is niet bekend/ Dat weet alleen de dirigent.”