strijd over terminologie en stoelen voor journalisten
NOS Nieuws•
In de James S. Brady Press Briefing Room van het Witte Huis heeft het Amerikaanse persbureau Associated Press (AP) een ereplekje. Pal vooraan, recht tegenover het katheder van de presidentieel woordvoerder. Traditioneel opent de correspondent van dat persbureau de vragenronde.
Maar de relatie met het Witte Huis is flink bekoeld: omdat AP in de berichtgeving niet Trumps term Gulf of America wil gebruiken voor de Golf van Mexico, zijn AP-verslaggevers niet meer welkom in de directe nabijheid van de president, zoals in de Oval Office en aan boord van Air Force One. Via de rechter hoopt het persbureau alsnog toegang af te dwingen.
Het hoeft nauwelijks te verbazen dat de president – die kritische pers afdoet als “fake news” en zelfs “de vijand van het volk” noemde – in zijn tweede termijn opnieuw de confrontatie opzoekt. Toch zegt het veel dat zijn veranderde mediabeleid al binnen een maand tot een rechtszaak leidt.
Golf van ?
Op zijn eerste dag als president kondigde Trump aan dat Gulf of Mexico voortaan naar Amerika genoemd diende te worden. Bedrijven als Apple en Google gingen om, maar AP weigerde. Het persbureau redeneert dat het als internationaal bedrijf namen moet gebruiken die wereldwijd meteen duidelijk zijn.
Bovendien heeft Trump niet de macht de naam eigenhandig aan te passen: het water grenst immers ook aan Mexico. Daarom blijft het medium de oude naam gebruiken, met de toevoeging dat Trump het anders noemt. Trump neemt daar geen genoegen mee. “AP moet weer bijdehand doen”, verzuchtte hij. De president noemde het gerenommeerde bureau meteen een “derderangs bedoening” waar “radicaal-linkse idioten” werken.
AP zal bij de rechter bepleiten dat het Witte Huis de vrijheid van meningsuiting schendt door journalisten te straffen om welke taal ze gebruiken. Het persbureau wordt gesteund door zo’n veertig andere nieuwsorganisaties, waaronder media die Trump welgezind zijn, zoals Fox News en Newsmax. Samen ondertekenden ze een protestbrief. “We zijn allemaal de dupe als een van ons ongrondwettelijk wordt benadeeld.”
“Newsmax vindt dat AP als private organisatie de taal gebruikt die het wil”, legt de rechtse zender uit in een toelichting. “We zijn bang dat er in de toekomst een president komt die het niet aanstaat wat Newsmax schrijft en ons dan verbant.”
Het Witte Huis erkent dat de namenstrijd deels een schaduwgevecht is: het echte doelwit is de veel gebruikte schrijfwijzer van het persbureau, het AP Stylebook. “Dit gaat niet alleen om de Gulf of America“, zegt vicechef-staf Taylor Budowich tegen nieuwssite Axios. “Dit gaat erom hoe AP taal tot een wapen maakt om een partijdig wereldbeeld op te dringen.”
Naast de geografische aanduidingen geeft AP in zijn schrijfwijzer namelijk handreikingen over hoe er over nieuwsonderwerpen kan worden geschreven: onderwerpen waarover de regering-Trump vaak ander taalgebruik bezigt. “Sommige van hun termen zijn belachelijk”, oordeelde Trump eerder deze maand.
Zo kiest AP ervoor om niet te spreken van ‘illegale immigrant’ omdat het persbureau alleen een handeling onwettig wil verklaren, niet personen. Ook raadt AP af te spreken van geslachtverandering: genderbevestigende operatie heeft de voorkeur. Termen als ‘beide seksen’ moeten ook worden vermeden, om non-binaire en intersekse personen niet uit te sluiten. Trump eist daarentegen juist dat de overheid slechts twee geslachten erkent.
AP ontkent dat het hier gaat om vooringenomen taal. De top van de organisatie benadrukt dat AP-verslaggeving wereldwijd door duizenden media wordt overgenomen. “Dat zou niet gebeuren als AP niet feitelijk en onpartijdig was.”
Vijftigste plekje
Wat de rechter binnenkort ook mag oordelen in de zaak, Trumps vechtlustige houding heeft hem al eerder overwinningen opgeleverd in conflicten met de media. Nog voor zijn inauguratie schikte zender ABC overhaast over ongelukkige kwalificaties van presentator George Stephanopoulos.
De AP-zaak onderstreept de wispelturige band tussen Trump en de pers. Tegelijk besteedde hij in zijn eerste maand aanzienlijk meer tijd aan het beantwoorden van vragen van journalisten dan zijn voorganger Biden. Die werd met name tegen het einde van zijn presidentschap bekritiseerd om zijn beperkte toegankelijkheid voor journalisten.
Een andere tactiek waar Trump nu voor kiest, is de persruimte van het Witte Huis toegankelijk te maken voor meer welgezinde media. Bij haar eerste optreden kondigde zijn nieuwe perschef Leavitt aan dat er in de krappe persruimte een stoeltje bij komt voor ‘nieuwe media’. “Miljoenen Amerikanen, vooral jongeren, hebben traditionele tv-zenders en kranten verruild voor podcasts, blogs, sociale media en andere onafhankelijke bronnen”, redeneerde ze.
Tot opluchting van de gevestigde media hoeft vooralsnog niemand van hen een van de 49 gekoesterde plekjes in de ruimte op te geven. Om ‘nieuwe media’ toe te laten, wordt de zitplaats van een Witte Huis-medewerker opgeofferd. Op de oproep om in te tekenen op het roulerende plaatsje kwamen in een dag tijd ruim 7400 aanvragen.
De eerste dag had Leavitt alvast het radicaal-rechtse nieuwsmedium Breitbart uitgenodigd een vraag te stellen. Het leverde een weinig kritische uitwisseling op: was Trump van plan, in tegenstelling tot de vorige regering, zo daadkrachtig te blijven? “Absoluut.”