Het Amsterdams Andalusisch Orkest zoekt naar schoonheid om te delen
Portretten van voetbalhelden uit Amsterdam West – gemaakt door fotograaf Pim Ras – zijn afgedrukt op de grote ramen van MAQAM, de thuisbasis van het Amsterdams Andalusisch Orkest. Het wilskrachtige profiel van Winston Bogarde en de dromerige blik van Samya Hassani, die pas op zestienjarige leeftijd het straatvoetbal verruilde voor een club, zie je naast Nigel de Jong met een bal balancerend op zijn voorhoofd.
“We wilden er niet alleen een clubhuis van maken voor ons orkest,”
zegt Mohamed Aadroun, dertien jaar geleden artistiek leider en medeoprichter van het Amsterdams Andalusisch Orkest. “We hebben deze plek uitgegroeid tot een cultureel centrum waar iedereen welkom is. Fotomuseum FOAM helpt ons met tentoonstellingen als deze over voetballers, die visuele verhalen vertellen over dit deel van de stad.”
Ook is er in het gebouw ruimte voor workshops, woordkunsten, huiswerkbegeleiding en repetities. “Alles is met elkaar verweven. Mensen ontdekken kunst die vaak ontbreekt in hun dagelijkse leven, zonder dat wij het opleggen.”
Kees de jongen
De roman staat in een kleine boekenkast achter Aadroun Kees de jongen van Theo Thijssen naast de poëzie van de middeleeuwse Perzische mysticus Roemi. “Ik las Kees de jongen toen ik veertien was”, zegt Aadroun. “Dit verhaal van een gewone, arme jongen uit de Jordaan had overeenkomsten met mijn eigen leven.”
Net als Kees de jongen Volgens hem gaat het Amsterdams Andalusisch Orkest over een verleden dat kan inspireren.
Muziek uit de Zuid-Spaanse regio Andalusië ontstond uit een smeltkroes van Arabische, Afrikaanse, Perzische en Europese invloeden. Christenen, moslims en joden konden zich erin herkennen. Grote geesten zochten naar nieuwe ideeën. Als afstammelingen van de Andalusiërs voelen wij ons als orkest verbonden met hun open blik, met hun verlangen om zich te verenigen.”
Voor ons belichamen Amsterdam en Andalusië de ontvankelijkheid voor het nieuwe. Die houding is ook de onze
Om dezelfde reden heeft het orkest het woord Amsterdams in zijn naam opgenomen. Want nadat de Moren en Joden door de Romeinse inquisitie van het Iberisch schiereiland waren verdreven, ontstond er een vluchtelingenstroom waarvan Nederland de artistieke en intellectuele vruchten kon plukken.
Aadroun wijst naar een foto aan de muur waarop de orkestmuzikanten in Noord-Afrikaanse kleding zijn afgebeeld onder het zelfportret van Frans Hals, de schilder van typisch Nederlandse taferelen. “Voor ons belichamen Amsterdam en Andalusië de ontvankelijkheid voor het nieuwe. Die houding is ook de onze.”
Het Amsterdams Andalusisch Orkest begon dertien jaar geleden op het amateurpodium van de Engelenbak. Aadroun: “Het was een tijd van polarisatie die wij – de jonge generatie – niet begrepen. Daarom zijn we op zoek gegaan naar schoonheid, naar een kracht die we met iedereen konden delen.”
Zuiverheid
Deze schoonheid deelt het Amsterdams Andalusisch Orkest met het tweejaarlijkse UD Festival, een eerbetoon aan het tokkelinstrument dat wordt beschouwd als de voorloper van de luit en de gitaar. Het festival, dat op 25 oktober van start gaat, omvat concerten in Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Den Bosch, een masterclass en een concours. Eén van de blikvangers is dit keer Nizar Rohana, een in Nederland woonachtige Palestijnse oud-speler en componist. Zijn werk combineert invloeden uit het Midden-Oosten met jazz en de klassieke Europese traditie.
Rohana is ook bij het gesprek aanwezig en hij haalt de eerste exemplaren van zijn nieuwe album uit zijn tas Safaeen woord dat staat voor zuiverheid – van helder water tot pure intenties in menselijke relaties. “Met mijn muziek wil ik een herinnering oproepen aan dagen waarop het leven vredig was tijdens deze barre periode.”
Titels als ‘Prelude’ en ‘Song Without Words’ onthullen klassieke inspiratiebronnen. “Mijn docent aan het conservatorium leerde het vak van de Franse componist Olivier Messiaen. Klassieke meesters kunnen ons veel vertellen over de aard en logica van een muzikaal verhaal. Ik verdiep me in de vormen die zij hebben bedacht.”
Dwarsverbindingen zijn de belangrijkste bestaansreden van het UD Festival, aldus Aadroun. “Onder de titel Noorwat licht betekent, combineren we UD-spelers met muzikanten uit jazz, pop en klassiek. We willen de reikwijdte van het instrument uitbreiden om te voorkomen dat de oudh een soort heilig en exotisch ding wordt dat alleen maar een verlangen naar het verleden symboliseert.”
Deze basishouding maakt het Dutch UD Festival voor Rohana het belangrijkste ter wereld. “Innovatie is essentieel. Ik heb gespeeld van Marokko tot Turkije. Daar dienen festivals vaak een soort nationaal belang. Muzikanten zijn een soort nationale ambassadeur. Het resultaat is dat de muziek traditioneel is. Hier is de sfeer anders: de identiteit van de muzikant doet ertoe, en de vraag hoe we de oud een plek kunnen geven in onze hedendaagse samenleving en cultuur.”
Lees ook
Moppen vertellen in snel Arabisch
Aadroun: “De UD blijft vaak gevangen tussen museummuren. Maar het kan ook anders. In de jaren vijftig gaf de Iraakse muzikant Munir Bashir de oud de status van solo-instrument. Inspiratie vond hij in popmuziek uit Latijns-Amerika en de Verenigde Staten. Plotseling kreeg de universiteit de kans om universeler te worden. Het zou zonde zijn als deze ontwikkeling zich niet doorzet.”
Rohana: “Het is moeilijk om muzikant te zijn in de Arabische wereld. Daarom willen veel jongeren naar het Westen. Uitvoerders van traditionele muziek kunnen goed rondkomen, maar er zijn nauwelijks podia voor UD-spelers die zelf willen schrijven. Daarom moeten wij hierheen komen.”