Chopin-wals na 200 jaar opgegraven
Een onbekende wals van Chopin, bijna 200 jaar geleden geschreven, is ontdekt in de kluis van de Morgan Library and Museum in New York.
De partituur, op een kaart met de handgeschreven naam van Frederic Chopin, werd in het voorjaar door een curator gevonden, zo meldde de New York Times zondag.
“Ik dacht: ‘Wat is hier aan de hand? Wat zou dit kunnen zijn?’ Ik herkende de muziek niet’, zei curator Robinson McClellan tegen de krant.
Hij was er aanvankelijk niet zeker van dat het stuk daadwerkelijk van Chopin was nadat hij de partituur had gefotografeerd en thuis op een toetsenbord had gespeeld.
Hij overlegde met een academicus van de Universiteit van Pennsylvania die een expert is op het gebied van Chopin, voordat de Morgan na het testen van de inkt en het papier tot de conclusie kwam dat de vondst echt was.
Het handschrift bleek ook overeen te komen met dat van Chopin, inclusief de reproductie van een gestileerd bassleutelsymbool en het krabbelen dat kenmerkend is voor de componist.
“We hebben volledig vertrouwen in onze conclusie”, zei McClellan.
Het museum denkt dat de muziek dateert uit de periode tussen 1830 en 1835, toen Chopin begin twintig was.
Het deuntje heeft een grimmige opening en werd door pianist Lang Lang omschreven als ‘dramatische duisternis die in iets positiefs verandert’.
Chopin, die voornamelijk pianosolo’s schreef, stierf in 1849 op 39-jarige leeftijd in Frankrijk.