Bij Le Guess Who? een historicus brengt het publiek in extase
Hoe vaak zal een historicus het publiek hebben laten juichen, fluiten en schreeuwen om meer? Hoe vaak heeft een academicus een volle concertzaal urenlang laten dansen, springen, huilen en nog eens dansen? De Brits-Egyptische Hannah Elsisi (Cambridge, New York University) kreeg zaterdag vrije tijd in Utrecht haar grote project Chromesthesia lanceren. Het was de Le Guess Who? festival. op zijn best.
Terwijl er zoveel andere keuzes te maken waren in het enorme festivalaanbod, konden veel bezoekers zich nauwelijks losmaken van de grote zaal van TivoliVredenburg. Het project trapt zaterdag om zes uur af met de afro-futuristische band Sonic Interventions uit Berlijn, waarbij muzikanten en dansers laveren tussen hiphop, trance, jazz en Afrikaanse tradities, om te eindigen in extatisch applaus. Naadloos neemt de Egyptische DJ 3Phaz het over met de Saoedische zangeres Msylma. Pre-islamitische zang met clubklanken. Er volgen nog twaalf uur waarin Elsisi haar publiek laat dansen door duizend jaar muziek en migratie uit Afrika.
In haar wetenschappelijk onderzoek naar de Afro-diaspora en in de visualisaties in de zaal gebruikt Elsisi de mangrove als metafoor. Geen wonder dat haar project met talloze gastmuzikanten zo goed past bij Le Guess Who? (LGW?), toch wel het mangrovebos van internationale muziekfestivals. Net zoals mangroven onmisbare kraamkamers zijn voor de biodiversiteit en slechts 0,3 procent van de mondiale landmassa beslaan, geldt dat ook voor het LGW-programma? alles wat muzikaal kronkelt en stroomt in zoet en zout water, onder zeeniveau of net erboven. De roots reiken vanuit TivoliVredenburg vier dagen lang over de stad, met ruim tweehonderd namen verspreid over 23 locaties.
Obscuur
Ook dit jaar leek het notoir ondoorgrondelijke programma duisterder dan de vorige editie. Iedereen die meer dan tien acts kent, werkt waarschijnlijk in de muziekindustrie of is een dwangmatige avonturier, wat inderdaad geldt voor een groot deel van het internationale publiek. Maar hoe navigeert de gewone sterveling door dit landschap zonder headliners of zelfs maar enige herkenning? De oplossing: ga graag mee met de programmeurs, die op hun beurt vaak het roer overdragen aan curatoren.
Vrijdag leidt het tij bijvoorbeeld naar restaurant/poppodium Le:en waar een vrouw haar gezicht in de beker van haar saxofoon begraaft. Kirsty Tickle van het Australische duo Party Dozen roept in koperblazers teksten over donkere trash en metal. Naast de drummer laat ze haar sax gieren als een overstuurde gitaar: één hand op de kleppen, één hand in de lucht. Dan roept Tickle dat ze daarna niet veel tijd meer heeft om platen te verkopen; ze wil zelf het festival bezoeken. Misschien zullen muzikanten LGW vinden? nog leuker dan het publiek.
Of je strandt op een eiland in de Pieterskerk met de 83-jarige Tucker Zimmerman, een vergeten folkzanger die een halve eeuw geleden het veelgeprezen album ‘Ten Songs’ maakte en in de vergetelheid raakte. Nu is hij terug via een samenwerking met indieband Big Thief (niet aanwezig) en vult de kerk met een verhaal over Lorelei en een Chinees liedje dat niet Chinees klinkt, maar als bluegrass.
‘s Nachts stroomt er een warme zeestroom richting de Kabul à GoGo club, waar een andere curator, het Zuid-Londense collectief Touching Bass, een uur lang hulde brengt aan de Brits-Caribische geluidssystemen. Terwijl vanuit kraampjes soulfood wordt geserveerd, laten dub-dj’s Aba Shanti-I en King Jammy het gebouw bijna instorten onder de bas van een indrukwekkende muur van versterkers.
Muzikale vader
Soms groeit er een hoge boom op de mangrovewortels. De Pakistaanse zanger Arooj Aftab al onder de indruk van LGW? drie jaar geleden. Later keerde ze terug naar festivals als Down the Rabbit Hole, North Sea Jazz en Lowlands. Dit jaar is ze curator in Utrecht en kan ze haar eigen roots laten zien: onder meer een film over haar muzikale vader. Iedereen die zaterdag uit de grote zaal weet te ontsnappen, kan Aftabs protégé Sheherazaad zien. Ook deze Amerikaanse zangeres maakt gebruik van haar Indiase roots en fladdert theatraal langs de oude coupletten met absolute stembeheersing.
Na dans en breakdance te hebben verplaatst naar betoverende Noord-Afrikaanse zar-tradities, geeft Elsisi in de grote zaal de beurt aan multi-instrumentalist Jowee Omicil. Tussen zijn spirituele jazzgrooves door vertelt hij over de legendarische Haïtiaanse slavenrevolutie. Het werkt beter dan de ietwat academische teksten die Elsisi projecteert. Geschiedenislezingen volgen later, eerst zal de Venezolaanse DJ Babatr de zaal laten ontploffen met raptorhouse uit Caracas. De Zuid-Afrikaanse zangeres en actrice Sho Madjozi blinkt uit met springerige beats die alleen zij en de twee dansers kunnen bijhouden.
Deze kronkelende mangroven van Elsisi lijken betrouwbaarder dan de vaste grond van het andere programma. De zaterdagavond in TivoliVredenbrug eindigt ogenschijnlijk logisch met een voorbeeld van de Afrikaanse migratie die na al die eeuwen het poplandschap domineert, met neo-soulzangeres Yaya Bey. Maar de Amerikaanse rijzende ster mist het punt. Ze gaat langzamer lopen, praat geagiteerd met haar rug naar het publiek, ogenschijnlijk onder invloed en totaal niet betrokken bij het ambitieuze project. Wat een contrast met de tientallen andere muzikanten van over de hele wereld die samen met de festivalorganisatie lange, vermoeiende reizen maakten om hen het land binnen te krijgen.
Het festival gewijd een uitzonderlijke uitspraak tegen het bureaucratische verzet om niet-westerse muzikanten hier te laten spelen: ‘inclusiviteit (…) is een illusie zolang Nederland de deur niet opendoet’. Maar tegen alle verwachtingen in gaat Elsisi’s mangrovereis verder in de Kabul á GoGo club, waar mensen tot in de ochtend dansen op afro-tech, amapiano, kuduro en reggaeton, op muziekgeschiedenis.