Meta heeft een boete van € 798 miljoen opgelegd vanwege ‘oneerlijke’ Facebook Marketplace
Meta heeft een boete van € 798 miljoen gekregen wegens het overtreden van de mededingingswet door Facebook Marketplace in zijn sociale netwerk te integreren.
De Europese Commissie zei dat dit betekende dat alternatieve advertentiediensten te maken kregen met “oneerlijke handelsvoorwaarden”, waardoor het voor hen moeilijker werd om te concurreren.
Naast de boete heeft zij Meta gelast deze voorwaarden niet langer aan andere diensten op te leggen.
Meta zei dat het de bevindingen van de Commissie verwierp en in beroep zou gaan.
EU-antitrusthoofd Margrethe Vestager zei dat Facebook andere aanbieders van online advertenties heeft belemmerd.
“Het deed dit om zijn eigen dienst Facebook Marketplace ten goede te komen, waardoor het voordelen kreeg die andere aanbieders van online advertenties niet konden evenaren”, voegde ze eraan toe.
Ze zei dat Meta “dit gedrag moet stoppen”, waarbij de EU het bedrijf vraagt om “af te zien van herhaling” van de inbreuk.
Meta zei dat de Commissie “geen bewijs” had geleverd van schade aan concurrenten of consumenten.
“Dit besluit negeert de marktrealiteit en zal alleen dienen om gevestigde marktplaatsen tegen concurrentie te beschermen.”
De uitspraak is het resultaat van een onderzoek dat de Commissie in 2021 opende, nadat Meta’s rivalen klaagden dat Facebook Marketplace haar een oneerlijk voordeel gaf.
Meta heeft niet eerder een boete van de EU gekregen wegens concurrentieregels, hoewel het in 2017 wel 110 miljoen euro moest betalen omdat het bij de aankoop van WhatsApp niet de juiste informatie had doorgegeven.
De Ierse commissaris voor gegevensbescherming heeft Meta eerder ook een boete van ruim € 1 miljard opgelegd wegens het verkeerd omgaan met de gegevens van mensen bij de overdracht ervan tussen Europa en de Verenigde Staten.
En het moest in 2021 ook een relatief kleine £50 miljoen betalen, toen de Britse Competition and Markets Authority (CMA) het beschuldigde van het opzettelijk overtreden van de regels bij zijn poging om GIF-maker Giphy over te nemen – en uiteindelijk eiste dat het bedrijf volledig zou worden verkocht.
Het besluit komt omdat toezichthouders een steviger standpunt innemen tegenover grote technologiebedrijven over de hele wereld, waarbij de Amerikaanse regering een opsplitsing van Google overweegt.