Andreas Burnier is een schrijver die je steeds opnieuw moet ontdekken
‘Ik heb nooit een intensieve erotische band met mannen gevoeld, maar wat voor jong meisje doet dat? Ik voelde wel bepaalde verwarringen, verrukkingen en een ingetogen durf jegens coole meiden of sensuele vrouwen, maar wie niet?” zegt Simone, de hoofdpersoon van Een tevreden glimlachde roman uit 1965 van Andreas Burnier. Het zijn twee karakteristieke zinnen van Burnier, geestig en met een zalig gebrek aan respect voor gangbare meningen.
Burnier is een schrijfster die sinds haar dood in 2002 zo nu en dan herontdekt wordt, omdat haar schrijven zo spannend en origineel is. Haar stijl is springerig en wisselt soepel van gedaante, van bondig naar associatief, filosofisch of dromerig. Zodra je iets van haar leest, wil je haar eindeloos citeren.
Bovenal zijn de tegenstrijdige gedachten en handelingen van haar personages opvallend. In Een tevreden glimlach is dat de open zoektocht naar de liefde voor vrouwen en de viering van lesbische seks: dat was in de jaren zestig voor het eerst in Nederlandse romans. Haar biograaf, Elisabeth Lockhorn, noemt het ‘een provocerend boek’.
Ook regisseur Koen Verheijden (1994) viel voor haar werk toen hij op zoek ging naar onbekend queer werk, nadat Toneelschuur Producties hem de kans gaf een voorstelling te maken. Dat werd Jongens uurdie donderdag 21 november in première gaat, met elk vier actrices die Simone spelen, waaronder Hanna van Vliet (bekend van haar hoofdrol in de tv-serie ANNE+).
Verheijden: “Ik vond Burnier meteen superinteressant. Ze was in haar tijd een queer-icoon, maar ze is grotendeels vergeten door onze generatie. Het is geweldig om haar weer een podium te kunnen geven, zodat een jong publiek haar kan leren kennen.” Van Vliet: “Het is ook bijzonder om dit type vrouw met deze verlangens te spelen. Theaterrepertoire is vaak heteronormatief, maar deze voorstelling bevat een aantal intieme scènes tussen vrouwen. Dat zie je niet vaak op het podium.”
Wat Verheijden ook aansprak, was dat Burnier (geb. 1931) bijvoorbeeld in Het jongensuur (haar tweede roman, uit 1969) schrijft over de vele plekken waar ze tijdens de Tweede Wereldoorlog moest onderduiken. “Haar oorlogsgeschiedenis is belangrijk in haar schrijven, en dat is, net als queerness, een thema in mijn werk. Dat wil ik combineren in de voorstelling.”
Hanna van Vliet kende Burnier ook niet: “Ik ben dus heel dankbaar dat ik haar heb leren kennen. Mijn moeder was feministe en las alle standaardwerken, maar Burnier niet. Burnier was bij die generatie uit de gratie geraakt, deels vanwege haar verzet tegen de legalisering van euthanasie en abortus. Ik vind haar bijzonder, een complexe persoonlijkheid. Haar joodse familie draagt een enorm trauma met zich mee en dit komt in verschillende vormen terug in haar werk. En ze wilde graag een van de jongens zijn, omdat jongens alle leuke dingen mochten doen. Die behoefte herken ik nu nog steeds.”
Zeeman
Baanbrekend was dat Burnier in haar eerste twee romans niet alleen schreef over een personage dat bij de jongens wilde horen, maar ook verklaarde dat ze in het verkeerde lichaam was geboren. “Ik weet als het ware vanaf mijn geboorte dat ik een man ben in een vrouwenlichaam”, zegt Simone, de hoofdpersoon van Een tevreden glimlach. En binnen Het jongensuur de hoofdpersoon – ook weer Simone genoemd en in dit boek geen twintiger maar een kind – zegt dat ze ‘s avonds in bed ‘oefeningen’ doet. “Het was een reeks magische formules en voorstellingen die me moesten helpen om in de nabije toekomst de ontbrekende geslachtsorganen kwijt te raken en mijn borsten terug te brengen naar hun natuurlijke platte staat.”
Een snelle metamorfose was noodzakelijk, meent Simone. Anders zou haar lichaam voor altijd geruïneerd zijn en was het vernederend om als jongen als meisje behandeld te worden. Bovendien wil ze zeeman of piloot worden, beroepen waar vrouwen uitgesloten zijn, en ten vierde merkt ze dat ‘naarmate je ouder werd, het hatelijke verschil in vrijheid tussen jongens en meisjes groter werd’.
Simone van schetst alle verschillen in mogelijkheden Een tevreden glimlach in een sarcastische opmerking, die ze spottend eindigt met de woorden: ‘Bli, blah, beloeba’. Simone noemt zichzelf een ‘genderbarrièrebreker’, maar het uiteindelijke doel van ‘een man worden’ is eigenlijk ‘opstijgen naar hogere stadia van bewustzijn’. Voor Simone is man worden in wezen een ‘metafysische onderneming’, concludeerde Joke Kool-Smit in een recensie.
Misogyn
Dat ze een man wil zijn, wordt in zijn theaterbewerking vermeld, maar hij wil haar niet als transpersoon portretteren, zegt Verheijden. “Ik zie vooral dat ze gelijk wil zijn aan de man. Burnier zei dat het leven als jonge vrouw verschrikkelijk is omdat je niet serieus wordt genomen. Zeker niet in haar tijd, de jaren vijftig, al zijn we nog steeds niet waar we moeten zijn. Nadat ze dertig was geworden, omarmde ze het vrouw-zijn. Dat vind ik er leuk aan. Je leven is in beweging en daarmee ook je zelfbeeld en je identiteit.”
Van Vliet: “Als ik haar werk lees of interviews met haar geef, is Burnier behoorlijk vrouwonvriendelijk, alsof ze de vrouwenhaat van de samenleving heeft geïnternaliseerd. Dan denkt ze ook dat vrouwen hormonaal en emotioneel zijn. Ze streeft naar een mannelijk ideaalbeeld. Als jonge feministe geloof ik het liefst in de kracht van vrouwen. En die zachtheid is bijvoorbeeld ook een kracht. Daarom vind ik het triest om te lezen dat ze vrouwen minacht, of de vrouw in zichzelf.”
Het is kritiek die vaak gehoord wordt. Hoewel velen volhouden dat Burnier een feministisch icoon is, was haar levenspad bezaaid met teleurgestelde feministen. Na publicatie van de lesbische schelmenroman De huilende libertijn (1970), bijvoorbeeld, schreef een criticus dat ze ‘in strijd was met haar evoluerende leeftijdsgenoten’, ‘hooghartig’ en ‘vervreemd’. Burnier schreef zelf dat haar romans ‘geen propaganda waren voor enige vorm van sociaal feminisme’ en ‘er ook niet door geïnspireerd waren’. “In mijn visie op literatuur is het produceren van literatuur ten dienste van de sociaal-politieke overtuiging dom (omdat politiek ineffectief), vervelend (omdat literair bijna altijd onleesbaar is) en slecht (misbruik van een talent waar het niet thuishoort).”
Cowboy
Verheijden kiest ervoor om het avontuur van Simone in zijn voorstelling te benadrukken. “Tijdens de repetities noem ik haar vaak een cowboy of piraat.” Actrice Kirsten Mulder is het piratentype. “Ze heeft die hoekige en dominante kwaliteit in haar spel.” Terwijl Anne-Chris Schulting de cowboy is. “Met de vrijgevochten, de elegante.” Van Vliet: “Ze is niet makkelijk te vangen. In Een tevreden glimlach ze zegt dat ze vrouwen wil verkrachten. Soms betwijfel ik of ze dat een beetje meent.”
Simone zegt dit in een passage waarin ze zich probeert voor te doen als man in een café. Als het spannend wordt, denkt ze: ‘Als dit zou werken, zou ik verder kunnen, een nieuw leven kunnen beginnen, drinken, vechten, de liefde bedrijven, naar zee gaan, in de haven werken, ‘s nachts ronddwalen in de haven, paardrijden en rijden, grof vloeken, verbroederen met mannen, vrouwen verkrachten, een geweldige dokter worden [….] om het hele verdomde leven als een sappige perzik langs de kin te laten druipen, merde, in ieder geval allesbehalve braaf en braaf en intellectueel te zijn uit angst voor het leven. De zin illustreert hoe gemakkelijk men het oneens kan zijn over de bedoelingen van Burnier. Want interpreteer je ‘vrouwen verkrachten’ als een serieuze wens, als een groteske overdrijving, of als een slimme steek in de giftige kant van de mannencultuur?
lippenstift
Uiteindelijk trouwt Simone met een man uit het boek en in de voorstelling – net zoals Burnier enkele jaren getrouwd was. Op een gegeven moment voelt ze zich, na allerlei tragische ontwikkelingen, eenzaam in Amsterdam. Verheijden: “Op dat nulpunt ontmoet ze een uitgever die haar te hulp schiet. Bijna als een soort engel.”
Het huwelijk maakt deel uit van haar voortdurende zoektocht naar wie ze is. Verheijden: “In de voorstelling komt Simone als studente in Amsterdam. Daar komt ze in aanraking met de liefde van vrouwen, met gevoelens die ze niet kan uiten en waarin ze zichzelf verliest. In die zin is het er één volwassen wordenprestatie.” Van Vliet vult aan: “Met compassie voor ons allemaal. We zijn allemaal zoekende. Rond je twintigste heb je eigenlijk geen idee wie je bent. Dat herken ik. In het tweede jaar op de toneelschool zagen alle meisjes er opeens hetzelfde uit. We voelden ons individuen, maar op foto’s zie ik nu dat we precies op elkaar lijken, allemaal met lippenstift en hoge hakken.”
Het gaat om die verwarring Jongens uur ook, zegt ze. “Je doet er alles aan om jezelf te vinden. Je gaat schrijven, acteren of naar Thailand gaan. Tenslotte zegt Simone: ‘Wie de ziel wil binnengaan, moet door de leegte gaan. Vanwege de angst, vanwege het niets, om daar te zijn I gevonden worden.’ Je moet de leegte durven voelen. Dat is goed gezegd. Het is een proces dat misschien nooit helemaal af is.”
Verheijden: “Ik herken de queer zoektocht van Simone heel erg. Ik denk niet dat het verschilt van de zoektocht van een nieuwe generatie. Dat betekent dat Burnier nog steeds actueel en relevant is.”