Bouw twee nieuwe kerncentrales loopt vertraging op
De bouw van twee toekomstige kerncentrales loopt een vertraging op van nog onbekende duur. Dit komt doordat het ministerie van Klimaat en Groene Groei meer mogelijke locaties voor de kerncentrales moet onderzoeken dan eerder gedacht. Dat bevestigt het ministerie aan NRC.
Voor de twee nieuwe kerncentrales, die bedoeld zijn als stabiele, CO2-vrije energiebron naast zon- en windenergie, had het vorige kabinet het Zeeuwse Borssele aangewezen als voorkeurslocatie. Drie internationale bouwbedrijven hebben al onderzocht of ze de centrales in Borssele kunnen realiseren. De resultaten worden momenteel door een onafhankelijk bureau gecontroleerd. Het alternatief, de Maasvlakte, is overigens formeel nog wel in beeld.
De afgelopen maanden zijn uit andere onderzoeken en inspraakrondes drie extra locaties naar voren gekomen die het kabinet eveneens nader moet onderzoeken. Het gaat om Terneuzen, de Tweede Maasvlakte en de Groningse Eemshaven.
Die nadere onderzoeken kosten tijd. Het moment waarop het kabinet een locatie had willen kiezen – het tweede kwartaal van komend jaar – is zodoende „niet meer haalbaar”, zegt een woordvoerder van minister Sophie Hermans (VVD). Hij „durft niet te zeggen” of het besluit nog wel in 2025 valt. Pas nadat het locatiebesluit is genomen, kan het ministerie verder, bijvoorbeeld met de aanbestedingsprocedure.
Juridische uitweg
Het kabinet probeert voor de Eemshaven onder de verplichting tot nader onderzoek uit te komen. Dit omdat de provincie en de gemeente Het Hogeland, waar de Eemshaven onder valt, fel tegen zijn. Zij willen geen nieuwe maatschappelijke onrust na de jarenlange aardbevingsschade die is ontstaan door de gaswinning.
In principe moeten bij wet alle redelijke alternatieven serieus worden onderzocht, omdat een uiteindelijk locatiebesluit anders juridisch geen stand houdt. Voor Terneuzen en de Tweede Maasvlakte zal sowieso nader onderzoek moeten worden gedaan.
De uitkomst van de ‘haalbaarheidsstudies’ die de drie bouwers in Borssele hebben gedaan, wordt naar verwachting begin komend jaar bekendgemaakt, samen met een verkenning onder marktpartijen als energiebedrijven, banken en pensioenfondsen naar hun bereidheid om te investeren in de centrales. Als de bouwers ook haalbaarheidsstudies naar andere locaties moeten gaan doen, denkt het kabinet dat een „groot deel” van het werk dupliceerbaar is uit de Borsselse studies.
Het ministerie heeft wel al bekendgemaakt dat Borssele „ruimtelijke uitdagingen” kent. De gemeente heeft als voorwaarde gesteld dat de twee nieuwe centrales, die naast de bestaande kerncentrale uit 1973 moeten komen te staan, niet buiten het haventerrein Sloegebied mogen vallen. Het ministerie heeft hier nog niet inhoudelijk op gereageerd.
Het is de bedoeling dat de twee nieuwe centrales elk een vermogen krijgen van maximaal 1.600 megawatt, ruim drie keer zoveel als de bestaande centrale in Borssele. Naast deze twee centrales wil het kabinet later nog twee grote centrales bouwen. De vijf kerncentrales moeten een constante energiebron vormen, vooral omdat zon- en windenergie niet altijd beschikbaar zullen zijn.
Daarnaast onderzoekt het kabinet de mogelijkheden van kleine kerncentrales, zogeheten small modular reactors, die bijvoorbeeld in de energiebehoefte van een specifiek industriegebied kunnen voorzien.
Lees ook
‘Onderzoek Rijk naar langer openhouden kerncentrale Borssele schiet op cruciale punten tekort’