Zesentwintig vormen van liefde – NRC
Ontwerper Sanny Winters (1975) is streng voor zichzelf als het om letters gaat. Ze heeft een ‘liefdesalfabet’ gemaakt, waarin ze uit de vorm van elke letter een woord representeert, waardoor een scène ontstaat die iets met liefde te maken heeft. Een letter, zelfs als onderdeel van een sieralfabet, moet leesbaar zijn.
In eerste instantie, zegt Winters, moet je een letter zien en herkennen als een letter. En dan, terwijl het oog blijft hangen, openbaart het beeld zich. De letter F beeldt bijvoorbeeld een zachte omhelzing van de eerste liefde af (eerste liefde). Twee contrasterende figuren grijpen in elkaar in de O van ‘tegenstellingen‘. Twee figuren vliegen naar elkaar toe in de H van ‘geil‘.
Grenzen
Ook Winters is streng in haar kleurgebruik, of ze maakt duidelijke afspraken met zichzelf. Ze begint in zwart-wit en maakt vervolgens de vorm, want de letters moeten ook zonder kleur werken, hun verhaal onthullen. En dan kiest ze de kleuren. Niet te veel. In het geval van haar ‘liefdesalfabet’: rood, zwart en wit. De beperkingen die zij zichzelf oplegt in haar ontwerp maken het voor haar interessant, zegt ze. Ze doet het vaker, de letter als basis voor een beeld. Bijvoorbeeld in haar publicatie België Xtra Bold (2014), een culturele schets van België en de Belgen in typografische beelden.
Ze heeft favoriete letters in het alfabet. De A spreekt altijd tot de verbeelding, zegt ze, en de symmetrie van de S vindt ze mooi. Misschien maakt ze wel een boek van de letters.
Het is volgens Winters heel belangrijk om in deze tijd, waarin alles negatief is en veel onenigheid bestaat, opnieuw te praten over wat ons eigenlijk verenigt. Liefde, dat is. Want uiteindelijk, als alles wegvalt, blijft dat over, zegt ze. En dat is overal hetzelfde. Dat is de reden, zegt Winters, voor dit alfabet.