Dt moet je weten over het opsporen van baarmoederhalskanker
Veel vrouwen tussen de 30 en 34 jaar stellen hun deelname aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker uit. Maar drie op de tien vrouwen komen binnen twaalf weken na de uitnodiging in actie. Zorgelijk, vinden Bevolkingsonderzoek Nederland, het RIVM en KWF Kankerbestrijding.
Vandaag is de aftrap van de landelijke campagne ‘Doe het vandaag!’.
Meer dan helft laat uitnodiging liggen
De campagne moet vrouwen aanmoedigen meteen in actie te komen. Zo is er een checklist waarop bijvoorbeeld staat wat te doen als de uitnodiging is kwijtgeraakt, wat je kunt doen als je nog twijfelt, als je zwanger bent en hoelang de uitnodiging geldig is.
Het percentage vrouwen in die leeftijdsgroep dat meedoet aan het onderzoek naar baarmoederhalskanker is wél gestegen: van 41 procent in 2022 naar 48 procent in 2023. Dat is positief, vinden de organisaties. Toch is het zorgwekkend dat meer dan de helft de uitnodiging nog even laat liggen.
„De redenen hiervoor zijn heel divers: vrouwen raken hun uitnodiging kwijt, weten niet of de uitnodiging nog geldig is, vergeten het, twijfelen nog of stellen uit vanwege zwangerschap”, zeggen de organisaties.
Waarom is dit zo zorgwekkend?
Jaarlijks krijgen in Nederland ongeveer negenhonderd vrouwen baarmoederhalskanker en overlijden er tweehonderd mensen. De kans op baarmoederhalskanker is het hoogst bij vrouwen tussen de 30 en 45 jaar. Via het bevolkingsonderzoek is de ziekte vroegtijdig op te sporen, of is die zelfs te voorkomen.
Bij meer dan 27.000 mensen is in 2023 kanker of een voorstadium ervan gevonden dankzij hun deelname aan een van de bevolkingsonderzoeken naar darmkanker, baarmoederhalskanker en borstkanker.
Sinds de invoering van bevolkingsonderzoeken is een daling in de sterfgevallen aan de ziekten te zien. Bij bij baarmoederhalskanker daalde dit met 32 procent (vergeleken met 1995).
Hoe werkt het opsporen van baarmoederhalskanker?
Een uitstrijkje maken duurt ongeveer 10 minuten. Het is belangrijk dat je je lichaam ontspant, want dan kan het uitstrijkje zo goed mogelijk gemaakt worden. Dit doet een arts met behulp van een eendenbek. Vervolgens wordt er een borsteltje naar binnengebracht en rondgedraaid en wordt er slijm uit de baarmoedermond gehaald.
In het slijm zitten cellen die worden weggenomen om te testen. Het maken van een uitstrijkje doet geen pijn, maar is ook niet bepaald prettig. Bij de meeste vrouwen is de uitslag goed en worden er geen afwijkingen gevonden: dan heb je PAP1. Hieronder vind je wat de verschillende PAP-stadia betekenen en welke actie er wordt ondernomen.
- PAP1: Dit is het normale celbeeld. Er worden geen afwijkingen gezien.
- PAP2: Een paar cellen zien er anders uit dan normaal. Je wordt teruggeroepen om na een halfjaar een nieuw uitstrijkje te maken.
- PAP3A: Er is een kleine celafwijking te zien. Je wordt doorgestuurd naar de gynaecoloog voor nader onderzoek.
- PAP3B: De cellen zijn iets meer afwijkend dan PAP3A. Je wordt doorgestuurd naar de gynaecoloog en misschien is er een behandeling nodig.
- PAP4: De cellen zijn nog meer afwijkend. Grote kans op behandeling.
- PAP5: Sterk afwijkende cellen, dit kan baarmoederhalskanker betekenen, maar dat hoeft niet. Er is een operatie en verdere behandeling nodig.
Heb je een PAP2 of hoger? Dan word je gemonitord om te kijken hoe het virus zich ontwikkelt. Bij PAP3 of hoger, bekijkt de gynaecoloog met een soort microscoop de baarmoederhals verder. Afhankelijk van de afwijking wordt er een geschikte behandeling gekozen.
Zo is het mogelijk dat de gynaecoloog een laagje van de baarmoedermond verwijdert. Nadat de afwijkende cellen in dat laagje zijn weggehaald, ontwikkelen er nieuwe en gezonde cellen op die plek. Bij de meeste vrouwen wordt het uitstrijkje na een behandeling weer normaal en worden er geen afwijkingen meer gevonden.
Politie voorspelt ‘potentiële criminelen’ met algoritme: ‘Verstrekkende consequenties voor jongeren’