Nederland

Hoe pijnlijk is het als je niets voelt? Eline Arbo bewerkte ‘Giovanni’s Room’ van James Baldwin

‘Ik ben een man! Ik ben een man! Ik ben een man!” Kippenvel staat op je armen bij de aan waanzin grenzende wanhoop waarmee acteur Eelco Smits vier loze woorden naar zijn tegenstander roept – en opnieuw, en opnieuw. Het is alsof het personage hoopt dat, door het vaak genoeg te herhalen, de zin misschien wel iets gaat betekenen.

Smits speelt David, de verteller in de roman van James Baldwin Giovanni’s kamer uit 1956, nu bij ITA opgevoerd door Eline Arbo, zeer trouw aan die roman. Het openingsbeeld in het boek en de voorstelling zijn identiek: David staat voor een raam, maar hij kan niet naar buiten kijken omdat het daarvoor te donker is. Hij ziet alleen zichzelf weerspiegeld in het glas.

In Giovanni’s kamer Baldwin onderzocht het gevoel van leegte, het onvermogen om te voelen, waar hij veel mensen, vooral blanke mensen, mee zag worstelen. Omdat emoties niet selectief verdoofd kunnen worden, moeten ook mensen die hun diepste angsten niet onder ogen durven te zien het stellen zonder gevoelens van hartstocht, levenslust en liefde, was zijn uitgangspunt.

De kwelling die dit veroorzaakt, dat totale gebrek aan gevoel en de potentieel levensbedreigende gevolgen ervan – dat is een van de hoofdthema’s van Giovanni’s kamer.

Even terug naar David. Mompelend, tegen niemand in het bijzonder, begint hij te vertellen wat hij de afgelopen maanden heeft meegemaakt. Terwijl zijn vriendin Hella door Spanje reisde om na te denken over zijn huwelijksaanzoek, viel hij zelf onverwacht halsoverkop voor een Italiaanse barman in Parijs. Wederzijds. Hij vindt zijn homoseksualiteit of biseksualiteit moeilijk te tolereren. Het grootste deel van het verhaal beschrijft hoe David, die vastzit tussen zijn obsessie met Giovanni (zo heet de barman) en zijn eigen geïnternaliseerde homofobie, Giovanni’s gehuurde kamer probeert te verlaten, waar hij vrijwel onmiddellijk zijn intrek nam.

Als we David ontmoeten, voor dat spiegelraam, is het hem gelukt. Giovanni staat op het punt ter dood te worden gebracht wegens moord, indirect via David, want als hij wat minder bezorgd was geweest over zichzelf en wat meer over Giovanni, had hij dit kunnen voorkomen.

Wat Baldwin hiermee ook laat zien, is dat het – ook – een voorrecht is om je te wentelen in je onvermogen om iets te voelen. Giovanni, die uit een lagere sociale klasse komt en niet zoals David een vader heeft bij wie hij voor wat extra geld terecht kan, kan zich een dergelijke onthechting helemaal niet permitteren. Hij heeft het simpelweg te druk met zichzelf in leven houden.

Acteurs Eelco Smits in Jesse Mensah.

Foto van Fabian Calis

Verbinden

Hoe dan ook, dit gaat over een personage dat er niet in slaagt aansluiting te vinden bij zijn eigen gevoelens, laat staan ​​die van anderen. Dat maakt Giovanni’s kamer niet per se een erg theatraal verhaal. Het is zichtbaar hard werken voor Eelco Smits, die door een gebrek aan verbinding met zijn tegenstanders vrijwel elke impuls uit zichzelf moet halen. Met wonderbaarlijke overgave vecht de acteur zich een weg over de vrijwel lege speelvloer (scenografie Roel Van Berckelaer), begeleid door fantastisch gecomponeerde (compositie Thijs van Vuure) en zeer mooi uitgevoerd en gezongen elektronische muziek door de spelers zelf.

Het is ontroerend, de manier waarop Smits een lichaam wordt in die koude, masturberende spiegelzaal. Dat perst zichzelf in ongemakkelijke houdingen en blijft zich uit- en uitkleden en zich uitkleden. We horen het personage praten over een groezelige kamer, over muren en ondoorzichtige ramen, over vuil en viezigheid, maar wat we zien is: ruimte. Eén grote, open ruimte, waarin dat lichaam zich bevindt. Deze man kan beide kanten op. Niets houdt hem tegen. De muren en het vuil zitten in zijn hoofd.

De vastberadenheid waarmee David zichzelf probeert te laten voelen wordt versterkt door Arbo met vrij zwaar theatraal artillerie: podiumrook, synthesizers, regenmachines, een stroboscoop. Het geeft de voorstelling dynamiek, maar voelt op een bepaalde manier ook machteloos. Alsof de emotionele vlakheid van het personage voor de makers zo ondraaglijk werd dat ze dat met theatrale bombast wilden compenseren.

Met wonderbaarlijke overgave vecht de acteur zich een weg over de vrijwel lege toneelvloer

Intimiteit

Arbo lijkt ook in Giovanni’s optreden te zijn gezwicht voor de mensheid. In het boek blijft Giovanni een luchtspiegeling. We zien hem door de ogen van David: hij is mooi, hij is mysterieus… dat is het dan ook. Als Giovanni tegen het einde van de roman voor het eerst iets vertelt over zijn eigen geschiedenis, is dat voor David eerder weerzinwekkend dan dat het de intimiteit tussen hen vergroot.

Acteur Jesse Mensah vervult Giovanni met een welwillende persoonlijkheid. Hij geeft Giovanni de keuzevrijheid die Baldwin hem bewust onthoudt. Mensah’s Giovanni sprankelt, hij heeft humor, hij is nuchter en geestig en openhartig. In tegenstelling tot David is hij volledig afgestemd op zijn lichaam en zijn seksualiteit. Het is een opluchting. Giovanni is in deze interpretatie de echte, ronde man. Het is dankzij zijn aanwezigheid dat deze voorstelling naast kilheid en doodsheid ook levensvreugde uitstraalt.

Als David in zijn verhaal arriveert op het moment dat Giovanni over het hakblok van de guillotine wordt gekanteld, kantelt in deze enscenering ook het raam waarvoor David staat. Even vangen we er een glimp van onszelf in op. Zo duwt Arbo Baldwins ideeën zachtjes richting de kijker. Hoe comfortabel voelen we ons met onze eigen spiegelbeeld? Hoe paniekerig, want wat zou zich daar aan ons kunnen openbaren?




Related Articles

Back to top button