Indonesië toont teruggegeven artefacten waar het al tientallen jaren naar op zoek was uit Nederland
Eeuwenoude stenen Boeddhabeelden en kostbare sieraden die door de Nederlandse regering naar de voormalige kolonie zijn gerepatrieerd, worden tentoongesteld in het Indonesische Nationale Museum en bieden een kijkje in het rijke erfgoed van het land dat de regering met moeite had terug te vinden.
De collectie maakt deel uit van meer dan 800 artefacten die zijn teruggegeven in het kader van een repatriëringsovereenkomst die in 2022 tussen Indonesië en Nederland werd ondertekend, zegt Gunawan, hoofd cultureel erfgoed van het museum. Het gaat niet alleen om voorwerpen die tijdens conflicten zijn geplunderd, maar ook door wetenschappers en missionarissen in beslag zijn genomen of door huurlingen zijn gesmokkeld tijdens de vier eeuwen van koloniale overheersing, zo meldde The Associated Press.
“Ik was zo verbaasd dat we al deze artefacten hebben”, zegt Shaloom Azura, een bezoeker van het museum in Jakarta. Ze hoopte dat ook andere historische voorwerpen gerepatrieerd kunnen worden, ‘zodat we niet alleen naar Nederland hoeven om ons eigen culturele erfgoed te bekijken.’
De overeenkomst om cultuurgoederen terug te geven werd geïnspireerd door het nieuwe tijdperk van mondiale restitutie- en repatriëringsinspanningen.
In 2021 zei Frankrijk dat het beelden, koninklijke tronen en heilige altaren teruggaf uit het West-Afrikaanse land Benin. België heeft een tand met gouden kap teruggegeven die toebehoorde aan de gedode Congolese onafhankelijkheidsheld Patrice Lumumba.
Cambodja verwelkomde in 2023 de terugkeer van onschatbare gestolen artefacten die in beslag waren genomen tijdens perioden van oorlog en instabiliteit. Veel van de tot nu toe geretourneerde artikelen zijn afkomstig uit de Verenigde Staten. En de Berlijnse museumautoriteit zei dat het honderden menselijke schedels uit de voormalige Duitse kolonie Oost-Afrika zou teruggeven.
De Nederlandse regering kondigde in hetzelfde jaar de teruggave aan van de Indonesische schatten en geroofde kunstvoorwerpen uit Sri Lanka.
Slechts een paar voorwerpen kwamen terug voordat er een deal werd gesloten. De repatriëring “komt niet uit de lucht vallen”, maar volgde een langdurig proces, zei I Gusti Agung Wesaka Puja, voormalig Indonesisch ambassadeur in Nederland en tevens hoofd van het regeringsteam dat belast was met het bergen van de voorwerpen.
Hij zei dat de onderhandelingen met de Nederlandse regering al gaande zijn sinds de onafhankelijkheid van Indonesië in augustus 1945, maar pas in juli 2022 heeft Indonesië formeel verzocht om de teruggave van zijn cultuurgoederen met een lijst van specifieke voorwerpen.
“Deze repatriëring is belangrijk voor ons om de geschiedenis te reconstrueren die verloren kan gaan, verduisterd of gemanipuleerd kan worden”, zei Puja. “En we kunnen de leemte opvullen van het historische vacuüm dat tot nu toe heeft bestaan.”
De Nederlandse regering gaf in 1978 het beroemde 13e-eeuwse beeld van prinses Pradnya Paramita terug uit het Javaanse Singhasari-koninkrijk. Tijdens hetzelfde bezoek aan Indonesië gaf de toenmalige koningin Juliana ook een zadel en een speer terug die in beslag waren genomen van prins Diponegoro, een Javaanse edelman die als een nationale held werd beschouwd vanwege zijn strijd tegen de koloniale overheersing in de 19e eeuw.
In 2015 werd de scepter van de prins teruggegeven. In 2020 overhandigde de Nederlandse koning Willem-Alexander tijdens zijn eerste staatsbezoek aan Indonesië de vergulde krisdolk van Diponegoro.
Ook wacht de terugkeer van de ‘Java-man’ – het eerste bekende exemplaar van homo erectus dat in de 19e eeuw werd verzameld door de Nederlandse paleoantropoloog Eugene Dubois.
“Het belang van de meest recente repatriëring is het creëren van kennis, die de samenleving een completere kennis van ons verleden zal geven”, aldus Puja.
Volgens hem lijken de recente repatriëringsinspanningen ook ingegeven te zijn door praktische overwegingen, zoals toen het stadsbestuur van Delf in 2019 1.500 voorwerpen terugstuurde. Ze maakten deel uit van de failliete collectie van Nusantara Museum.
Marc Gerritsen, de Nederlandse ambassadeur in Indonesië, zei echter dat de repatriëring zich alleen zou richten op gevraagde culturele objecten, in plaats van de Europese musea leeg te halen.
“Er is een enorme belangstelling van het Nederlandse publiek voor de Indonesische geschiedenis en de Indonesische cultuur, dus we weten wel dat als Nederlandse musea deze voorwerpen tentoonstellen, er belangstelling zal zijn”, zei Gerritsen, “maar nogmaals, de kern van de zaak is dat de artefacten uit de koloniale collecties die tijdens de koloniale periode zijn gestolen, worden teruggegeven op basis van dit proces dat tot stand is gebracht.
Hij zei dat Nederland, de grootste investeerder uit de Europese Unie in Indonesië, een unieke relatie heeft met de grootste economie van Zuidoost-Azië.
“Natuurlijk hebben we elementen waar we niet trots op zijn, maar we zijn erg dankbaar voor het feit dat Indonesië zo gehecht is aan het behoud van die geschiedenis”, aldus Gerritsen.
Om de voormalige kolonie te ondersteunen bij het beschermen van het gerepatrieerde culturele erfgoed, heeft de Nederlandse regering aangeboden te helpen bij het verbeteren van de opslagomstandigheden voor musea en de expertise van het personeel.
Sommige onderzoekers hebben Indonesië, ‘s werelds grootste archipelnatie met 17.000 eilanden, bekritiseerd vanwege een gebrek aan juridisch kader om het rijke culturele erfgoed en het natuurbehoud te beschermen.
Volgens een rapport uit 2023 van Rucitarahma Ristiawan, docent cultuurwetenschappen aan de Gajah Mada Universiteit, en twee andere onderzoekers, werden tussen 2010 en 2020 minstens elf gevallen van museumdiefstallen gemeld.
In 2023 baggerden tientallen schepen de bodem van de Batanghari-rivier in de provincie Jambi, en de bemanningen plunderden archeologische voorwerpen, waaronder porselein, munten, metalen en gouden artefacten, waarvan wordt aangenomen dat ze in het buitenland zijn verkocht, aldus het rapport.
“Ik denk dat er veel valt te beoordelen van onze historische werken die nog steeds in andere landen worden bewaard”, zei Frengky Simanjuntak, die zich verwonderde over de Repatriëringstentoonstelling in het Nationaal Museum, die sinds oktober te zien is. “Het gaat er dus niet alleen om ze terug naar huis te brengen, maar ook om hoe je ze kunt beschermen.”