‘Ze is aan haar lot overgelaten, pleegouders gedroegen zich als beesten’
“Het inspectierapport komt bij de moeders van de kinderen als een mokerslag binnen.” Dat zegt Bart Visser namens de moeders en families van wie kinderen bij het gewelddadige pleeggezin in Vlaardingen zaten. Visser is van de organisatie Namens de Familie die slachtoffers en naasten bijstaat.
Een destijds 10-jarige pleegmeisje werd in mei vorig jaar zwaargewond opgenomen in het ziekenhuis. Ze is mogelijk de rest van haar leven afhankelijk van intensieve zorg. De pleegouders werden aangehouden op verdenking van poging tot doodslag.
“Veel mensen hebben grote steken laten vallen. Er is sprake van grove nalatigheid. En zelfs na het lezen van dit rapport blijft de vraag: hoe heeft dit kunnen gebeuren?” Ook hoogleraar Jeugdrecht aan de Universiteit Leiden, Mariëlle Bruning, noemt het een keihard rapport. “Je krijgt er een knoop van in je maag. Het gaat om extreem menselijk falen.”
Aan het lot overgelaten
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Inspectie Justitie en Veiligheid oordelen in hun rapport dat de jeugdhulpinstanties die verantwoordelijk waren voor het pleegmeisje uit Vlaardingen ernstig tekort zijn geschoten in de hulp aan haar.
Visser vertaalt de conclusie als volgt: “Het meisje is aan haar lot overgelaten en de pleegouders hebben alle ruimte gekregen om zich als beesten te gedragen. De conclusie is dat het meisje een zware prijs betaalt voor het collectief falen van het zorgsysteem om haar heen.”
Bruning is het daarmee eens: “Er zijn verschillende organisaties en personen geweest die met teams meekeken en niet hebben voorkomen dat er zoveel fouten zijn gemaakt.
Ook andere kinderen mishandeld
Volgens Visser is het extra ernstig, omdat er voordat het meisje samen met haar zusje in het pleeggezin werd geplaatst signalen waren dat er sprake was van geweld. In het gezin zaten eerder drie Syrische jongens. “De oudste broer is na een week al bij de familie weggegaan, want hij kreeg slaande ruzie met de pleegvader. Die jongen was oud genoeg om voor zichzelf op te komen. Zijn jongere twee broertjes waren daar te jong voor en zijn op een gruwelijke manier mishandeld. Daar heeft Nidos (jeugdbescherming voor vluchtelingen, red.) ingegrepen. Die kinderen zijn na een paar maanden weggehaald.”
Volgens Visser schrok de nieuwe pleegmoeder van die twee Syrische jongens zich rot toen ze de kinderen kreeg. “De jongens waren bont en blauw geslagen. Deze goede pleegmoeder is gelijk met de kinderen naar een arts gegaan. Alleen dat is al genoeg reden voor een onderzoek door de inspectie.”
Dat die mishandeling er toen niet toe heeft geleid dat er geen kinderen meer in het pleeggezin werden geplaatst, noemt Visser onbegrijpelijk. “Dat mag je ze toch wel heel zwaar aanrekenen.”
Staat medeverantwoordelijk
“De mensenrechten en kinderrechten van het meisje zijn geschonden, zoals het recht om beschermd te worden tegen vernederende en onmenselijke behandeling”, zegt Bruning. Volgens haar ligt de verantwoordelijkheid niet alleen bij de jeugdzorgorganisaties, maar ook bij de Staat. “De rechter had beslist dat er een voogdijmaatregel kwam. Dit meisje had recht op bescherming en daar is de Staat verantwoordelijk voor.” Ze vindt dat de familie met dit rapport in de hand sterk staat tegen de overheid.
Namens de Familie verwacht ook dat deze zaak nog een staartje krijgt en wacht het strafrechtelijk onderzoek van het Openbaar Ministerie af. Volgens Visser hopen de ouders vooral dat het rapport de ogen opent. “Luister naar de kinderen die aan je zorg zijn toevertrouwd. Vaak hebben kinderen heel goed door wat er gebeurt en wat er misgaat.”