Bij bijna alle Amerikaanse presidenten zat wel een steekje los
Amerika’s eerste president George Washington leek publiekelijk een toonbeeld van zelfbeheersing. Maar achter de schermen ontstak hij geregeld in woede. Er kookte een ‘passie’ in zijn borst, schreef een getuige, ‘een passie die bijna te machtig is voor één man’.
Washington werd vereerd als een bijna mythische figuur, maar aan het eind van zijn carrière ook zwartgemaakt door politieke tegenstanders, die hem wegzetten als versufte, ‘seniele’, oude man. Bejaarde presidentskandidaten die elkaar uitmaken voor dement, gestoord en ‘sleepy’, zoals in 2020 en 2024 gebeurde, staan dus in ‘een eeuwenoude trotse Amerikaanse democratische traditie’, merkt journalist Hans Klis droogjes op in zijn nieuwe boek. Dat heet: Help, de president is gek geworden. Een geschiedenis van de vele Amerikaanse presidenten met een psychische aandoening.
Na Washington kwam John Adams: hij had een bipolaire stoornis, zo vermoeden historici en psychologen. Daardoor wisselden zijn stemmingen hevig en was hij directer in zijn uitspraken dan goed is voor een president. Zijn opvolger was Thomas Jefferson: hij bleek sociaal gemankeerd en was al helemaal een licht ontvlambare vulkaan. Hij leed bovendien aan een sociale angststoornis. En toen was het jonge Amerika nog maar drie presidenten ver.
Materiaal te over dus voor Hans Klis, die het land goed kent: hij was tussen 2014 en 2018 correspondent in de Verenigde Staten. Klis kent bovendien mentale worstelingen uit ervaring, schrijft hij in zijn inleiding: in de coronatijd had hij last van depressieve gevoelens en suïcidale gedachten. Zelf was hij dus ook een tijdje ‘gek’ – een woord dat hij gekscherend gebruikt. Net zo ‘gek’ als veel andere mensen, presidenten incluis.
Zijn boek ligt in het verlengde van het vier jaar geleden verschenen Weirdo’s in het Witte Huis van Peter van der Heiden, al keek dat naar meer dan alleen psychische afwijkingen. Kennelijk lokt de aanwezigheid van Trump op het politieke toneel de publicatie van dit soort titels uit. Trump is zeker geen ‘stabiel genie’, zoals hij zelf beweert, maar volgens tegenstanders ‘gek’ of crazy like a fox: intussen erg sluw. Klis citeert ook een naaste medewerker die vindt dat Trump, met zijn vulgaire gedrag en narcistische trekjes, overduidelijk professionele hulp nodig heeft.
Soms is het gewoon biologie
Eerder schreef Klis Generatie Columbine (2019) over schoolshootings en vuurwapengeweld in Amerika. De focus van dit nieuwe boek heeft iets riskants in zich. Want hoever mag je gaan in je oordelen? Sigmund Freud keek ooit van een afstand naar het geval Woodrow Wilson, de 28ste president van de Verenigde Staten, die paranoïde gedrag vertoonde. De beroemde psychoanalyticus meende een zoon te zien die zijn leven lang bleef opboksen tegen een dominante vader en die zijn eigen homoseksualiteit onderdrukte. Maar uit Wilsons ziektegeschiedenis blijkt dat die paranoia waarschijnlijk het gevolg was van een reeks kleinere hersenbloedingen en een ernstige beroerte in 1919, schrijft Klis. Gewone biologie dus.
In 1964 verklaarden tal van psychologen de Republikeinse presidentskandidaat Barry Goldwater in een tijdschriftartikel gek. Het leidde tot afspraken in de beroepsgroep die een einde moest maken aan het diagnosticeren vanachter het bureau, zonder de persoon in kwestie zelf op de divan te hebben gehad.
Moeilijke, turbulente jeugd
Klis valt terug op de boekenkasten aan literatuur over presidenten. In twaalf hoofdstukken biedt hij achttien biografische schetsen. Waarschijnlijk geholpen door zijn journalistieke ervaring weet hij de mannen en hun gesteldheid goed neer te zetten.
Een aantal presidenten droeg de last van een moeilijke, turbulente jeugd met zich mee. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de seksverslaafde Bill Clinton, wiens vader drie maanden voor zijn geboorte overleed bij een auto-ongeluk. Zijn stiefvader ontpopte zich als een gewelddadige alcoholist.
Het verlies van naasten kon presidenten ook tekenen. Abraham Lincoln moest onder anderen afscheid nemen van zijn moeder, zijn zus, een verloofde en twee van zijn zonen. En hij had van jongs af aan al een depressieve aanleg. De melancholische Lincoln werd tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog zelfs even suïcidaal.
Van sommige geportretteerden kun je je afvragen of ze wel in een boek als dit thuishoren. Al voor de inauguratie van Ronald Reagan in 1980 rezen er twijfels over zijn mentale gesteldheid. Kon hij het wel aan? Amerika had op dat moment nog nooit zo’n oude president gehad. Reagan was 69 bij zijn aantreden, bijna een halve generatie jonger dan het duo Biden en Trump met wie deze campagne begon.
Over de Republikein beweerden sommigen – niet geheel onterecht – ook dat hij meer verpakking te bieden had dan inhoud. Hij liet veel over aan de mensen om hem heen. Maar een geheide kandidaat voor een plekje in Help, de president is gek geworden kon je Reagan toch niet echt noemen. Klis rechtvaardigt het met de vergeetachtigheid die zo ongeveer op de helft van zijn twee termijnen grip op hem begon te krijgen. De diagnose Alzheimer volgde zo’n tien jaar later.
George W. Bush is ook op zijn minst een twijfelgeval in Klis’ lijstje. ADHD en dyslexie lijken geen echt argument, alcoholisme en een wild leven voor zijn veertigste evenmin.
Meer dan infotainment
Klis noemt zijn boek zelf ‘een soort therapeutische reis door de geschiedenis. Een die vermaakt en verwondert, en voor leuke borrelpraat zorgt in de aanloop en nasleep van de Amerikaanse presidentsverkiezingen’. Daarmee doet de auteur zichzelf tekort. Zijn portretten ontstijgen de categorie infotainment.
Juist daarom voelt het als een gemis dat Klis geen analyserend en concluderend hoofdstuk schreef. Want welke lessen vallen te leren uit de geschiedenis? Kent het Amerikaanse systeem veiligheidskleppen in geval van wiebelige/gestoorde staatshoofden?
Nu beperkt Klis zich tot wat algemeenheden in zijn inleiding. Hij constateert slechts dat mentale problemen ‘normaal’ zijn en van alle tijden en dat ze – ‘niet om te stigmatiseren, maar om te informeren’ – besproken dienen te worden voor, tijdens en na verkiezingscampagnes.
Ook hoopt de schrijver dat zijn boek een kleine troost kan zijn in het geval dat Trump in november wordt verkozen. Want het Witte Huis heeft vaker bewoners gehad aan wie een ‘steekje los’ zat, het zal ook deze keer meevallen, lijkt hij te suggereren. Dat is al te vrijblijvend en naïef bij alles wat op het spel lijkt te staan.
Hans Klis
Help, de president is gek geworden – een geschiedenis van de vele Amerikaanse presidenten met een psychische aandoening
Meulenhoff;
336 blz. € 22,99
Lees ook:
Ook na een hersenbloeding bleef Woodrow Wilson doorregeren
Ziektes tekenden een groot deel van de laatste termijn van de Amerikaanse president Woodrow Wilson en bepaalden misschien wel de loop van de wereldgeschiedenis.