Bob Dylan was niet het enige hoogtepunt in Newport uit 1965. Hoor er nog 14.
▶ Luister verder Spotify, Apple-muziek of YouTube
9. De Chambers Brothers: “Ik snap het”
Voordat de Chambers Brothers psychedelische soulglorie vonden ‘De tijd is vandaag gekomen’ ze pronkten met hun evangelie-opvoeding met volle, schorre stem-en-antwoord-harmonieën rechtstreeks van de baptistenkerk. ‘I Got It’ is een rockende bevestiging van geloof, voortgestuwd door handgeklap en – zelfs in Newport – een vervormde elektrische gitaar.
▶ Luister verder Spotify, Apple-muziek of YouTube
10. Odetta: “Troubled”
Met haar diepe alt en haar fel bespeelde gitaar, Odette kon (en deed) vrijwel alles zingen toen ze in de jaren vijftig opkwam: spirituals, pop, jazz, blues, gospel en zelfs opera. Ze bracht de kracht en waardigheid van haar stem naar de burgerrechtenbeweging, en Dylan erkende haar als een inspiratiebron. “Troubled” komt van haar album “Odetta Sings of Many Things” uit 1964; het is een klacht ingediend met een stalen vastberadenheid.
▶ Luister verder Spotify, Apple-muziek of YouTube
11. Spaken Mashiyane: “Jika Spaken”
De producent van het festival, George Weinherinnerde zich in zijn memoires ‘Myself Among Others’ dat de Zuid-Afrikaanse pennywhistle-speler Spokes Mashiyane een onverwachte sensatie was op het festival van 1965. In Zuid-Afrika was Mashiyane een hitmaker die vorm gaf aan de zangerige stijl met fluitjes, genaamd kwela; in Newport kreeg hij geïmproviseerde (en waarschijnlijk minder swingende) ondersteuning van Pete Seeger op banjo en Wein op piano. Hier is een van zijn Zuid-Afrikaanse hits, “Jika Spokes.”
▶ Luister verder Spotify, Apple-muziek of YouTube
12. Ed Young: “Kippeneend”
Vijf-en-drumgroepen uit het koloniale tijdperk kregen een Afrikaanse make-over van arbeiders op plantages in Mississippi. Voor grote picknicks in de open lucht maakten ze muziek met doordringende melodieën op fluiten gesneden uit suikerriet, en drumbeats die veel meer gesyncopeerd waren dan ‘Yankee Doodle’. De etnomusicoloog Alan Lomax, lid van het festivalbestuur, nam dit vijf-en-drum-deuntje in 1959 op tijdens een reis naar Mississippi, en de groep van vijf Ed Young verscheen in 1965 in Newport. Er is een kinetisch, prikkelend fragment van hun optreden in de jaren 1967. Nieuwpoortse documentaire ‘Festival’.
▶ Luister verder Spotify, Apple-muziek of YouTube
13. Neef Emmy en de New Lost City Ramblers: “Ruby, ben je boos op je man?”
Wie had de weinig benijdenswaardige plek vlak voor Dylan op het festival van 1965? Met het echte folkie-egalitarisme was dat wel het geval Neef Emmy: Cynthia May Carver, geboren in 1903 in Kentucky, die liedjes schreef, banjo en andere instrumenten speelde en zong met een heldere Appalachian twang. Haar eerste, succesvolle carrière bestond grotendeels uit optredens op de radio, niet op platen, in de jaren veertig en vijftig; de meeste van die shows zijn verloren. Ze werd herontdekt door de New Lost City Ramblers: stadsfans van oude strijkbandmuziek die bedreven, onderzoeksgerichte revivalisten werden. Ze maakten een album met haar en steunden haar in Newport in 1965. Dit Cousin Emmy-nummer, met haar twangy bijna-jodels, vond een tweede leven toen de Osborne Brothers er een bluegrass-standaard van maakten.
▶ Luister verder Spotify, Apple-muziek of YouTube
14. Eck Robertson: “Sallie Gooden”
In 1921 nam Eck Robertson – Alexander Campbell Robertson, een violist geboren in Arkansas die zich in Texas vestigde – op wat later werd erkend als de eerste country singles. De folkloristen van het festival spoorden hem op voor een optreden in 1965, en de zijne opgenomen Newport-prestaties was krachtig. Maar hier heb ik de allereerste single van Victor Records opgenomen, uitgebracht in 1922: een soloversie van het traditionele deuntje ‘Sallie Gooden’. Robertson draait een tiental variaties uit, over drone-tonen heen die het nummer tijdloos en mysterieus laten klinken.