Nederland

Cabaretier Remko Vrijdag maakt fantastisch solodebuut met een optreden over de laatste man

‘Een mooi drama voor die Remko Vrijdag, een mooi stukje entertainment voor ons en een mooi kijkje in de keuken van de menselijke ziel.’ Dit zijn de woorden van een ‘tardigrade’, een mysterieus meerpotig insect dat, in tegenstelling tot Homo sapiens, alle rampen heeft overleefd. Hij is daar om ons (inclusief beerbeertjes) te vertellen wat we zojuist op het podium hebben gezien: een toneelstuk over de laatste dagen van de mens.

Die persoon heet dus cabaretier Remko Vrijdag (52). Vrijdag Doomsday is zijn solodebuut. Dan helemaal alleen moet hij gedacht hebben, na optredens met cabarettrio De Vliegende Panters (1995-2008) en Martine Sandifort (2012-2020). Hij speelt de enige overgebleven mens in een post-apocalyptische wereld. Het resultaat is een briljante en verrassende mix van cabaret en theater.

Friday is terechtgekomen in een setting die nog het meest op een studentenkamer lijkt: stinkend bed, vervallen tv, gitaar in de hoek, een overvloed aan blikjes Pringles. Het wordt duidelijk dat isolatie niet bepaald verlossing biedt. In deze ongezonde omgeving zien we Friday langzaam krankzinnig worden uit zijn zelfgekozen isolement. Hij schrijft in een dagboek, zingt liedjes en voert gesprekken met de stemmen in zijn hoofd.

Imitatie talent

Hij laat zijn imitatietalent niet verloren gaan. Het is leuk dat deze imitaties meer zijn dan alleen maar kijken naar iemand die een bekende stem heel goed kan imiteren. Het is vooral een komisch deel van een personage dat vecht tegen eenzaamheid. Het is ook een mooie kritiek op de wereld die daar was. Vrijdag kan bijvoorbeeld niet elke ochtend de radio aanzetten, waarna hij zijn eigen radiostem aanzet: “Ook met een dode Jeroen van Inkel gaan we door in die eeuwige pretmodus!”

Ook een grappige weergave van zowel de schijnwaanzin van Vrijdag als die in de echte wereld een act is waarin hij fantaseert over een Jeroen van der Boom-achtig liedje. Voor een vol stadion zingt hij op dramatische wijze het onzinlied ‘For Africa’, dat klinkt als een parodie op een Band Aid-nummer: ongetwijfeld goedbedoeld, maar ook nogal naïef of stigmatiserend: “De zwarten en de dieren worden warmer en warmer/ de olifant, de kannibaal, ze worden armer/ maar de allereerste mens was ook een Afrikaan/ en daarom houdt iedereen van een banaan.”

Verfrissend is dat vrijdag de nadruk ligt op de gevolgen van menselijk handelen. Het is duidelijk dat zijn karakter niet zomaar met rust werd gelaten op aarde, maar de exacte oorzaak doet er niet zoveel toe. Uit een denkbeeldig gesprek leren we dat het klimaat waarschijnlijk verantwoordelijk is voor een van de rampen (“De laatste skiweekends gingen we alleen naar de Andes en de Himalaya”, zegt een klote ‘rouwcoach’). De voorstelling gaat echter niet over goed of fout, maar over een vijf voor twaalf (of over) twaalf gevoel. De waanzin van vrijdag is misschien niet jouw waanzin, maar de afwezigheid van wijzende vingers zorgt ervoor dat je je kunt inleven in het onderliggende gevoel van toenemende onheil.

Vrijdag maakt op een originele manier, zonder al te expliciete oordelen te vellen, duidelijk dat we momenteel niet adequaat handelen. Of zoals een Jules Deelder-achtig figuur ergens in de koortsdroom van vrijdag grappig verwoordt: “Het was mogelijk, tenminste/ het had gekund/ toen we het nog konden/ en we wisten het echt/ gewoon niet Ik wilde het doen/of kon het niet/ of allebei, maar ja/ het had, het had/ dat is daarna (…).”




Related Articles

Back to top button