Cabaretier Selma Visscher maakt sterk debuut met slimme grappen en satijnen stem
Direct na haar opkomst somt Selma Visscher haar belangrijkste kenmerken als cabaretier op: “Ik maak taalgevoelig cabaret en ik heb kort haar.” Ze heeft een reeks goede grappen over de misverstanden die kort haar met zich meebrengt, die haar subtiele humor kenmerken. Zoals de empathische reactie van haar ouders toen ze met een man thuiskwam. Misschien was haar liefde voor het andere geslacht slechts ‘een fase’?
Ik kijk liever is het debuut van de inmiddels 29-jarige Visscher. Ze nam er de tijd voor, want in 2018 stond ze al in de finale van het Amsterdam Kleinkunst Festival. Die won ze niet en bereikte vervolgens in 2022 de finale van een andere prestigieuze talentenjacht, Cameretten. De lange aanloop wierp vruchten af, want Ik kijk liever is een volwassen prestatie. Haar voorliefde voor vernuftige taalvondsten komt tot uiting in het decor: vier ogenschijnlijk saaie palen met elk een schat erin.
Vergeleken met haar optredens in die wedstrijden zijn de liedjes minder prominent aanwezig. Met haar formidabele stem en talent voor songwriting leek ze voorbestemd voor cabaret, maar nu zingt ze slechts drie nummers in negentig minuten: met die satijnen toon, die moeiteloos naar kristalhelderheid stijgt, en met voldoende longcapaciteit om woorden schijnbaar eindeloos in zinnen te vormen. . proppen.
Met affect spreken
Ze exploiteert de verlegenheid in haar uiterlijk met een ingetogen, gekunstelde manier van spreken, die grenst aan het ongemakkelijke. Het ongemak ligt ook in haar gewoonte om na elke onverwachte wending in haar verhaal in te houden om het bij het publiek te laten landen. Ze doet dit strekken en buigen van de tijd met bewonderenswaardig zelfvertrouwen en flexibiliteit. Ze durft zoveel ruimte te geven aan het lachen, maar meestal is dat niet tevergeefs, want ze heeft veel scherpe, slimme grappen. Toch is het gebrek aan dynamiek merkbaar op de momenten dat die wending net iets te transparant is of te lang duurt.
Haar debuut beweegt zich langs twee klassieke onderwerpen: een moeilijk huwelijk, in dit geval met een ‘always-on’ gamen man, en het verhaal over een kind dat gedwongen wordt muziek te maken – met als bijzonderheid dat ze zo bijna een professionele panfluitspeelster werd. Verrassing en afschuw spelen een grote rol in de daaruit voortvloeiende grappen. Dat ze het allemaal heeft laten gebeuren, zegt iets over haar, merkt ze op. Deze reflectie resulteert niet in een verplicht stukje zelfreflectie, maar in een verrassende en hilarische fysieke daad.
Prachtig, alles bij elkaar genomen, zo’n eigenzinnig en subtiel debuut, aan de zachte kant van het spectrum van cabaretiers, ergens tussen Jan Beuving (de taalgevoeligheid) en Nathalie Baartman (het ongrijpbare). Visscher is nog niet zo ver als bijvoorbeeld Valentina Tóth eerder dit jaar op haar perfecte debuutHopelijk zal ze de kans grijpen en krijgen om verder te rijpen – in haar eigen grillige tempo.