Yoon zou zijn plicht als president hebben geschonden door acties te ondernemen die buiten de bevoegdheden vielen die de grondwet hem gaf, aldus de opperrechter. Deze voegde hieraan toe dat Yoons acties een ernstige bedreiging voor de democratie waren. ‘Yoon heeft het vertrouwen van het volk, de soevereine leden van de democratische republiek, ernstig geschonden.’
Yoon riep de militaire noodtoestand uit om het parlement, dat onder controle van de oppositie staat, buiten spel te zetten. Hij zei het land te willen beschermen en stuurde militairen naar het parlement. In een latere uitleg beschuldigde hij de oppositie ervan de regering ‘te verlammen’. Yoon trok de noodtoestand na zes uur onder dwang van het parlement in en werd door het parlem..
