De rente stijgt, het pond daalt en de onrust groeit in het VK
In het Verenigd Koninkrijk groeit de onrust over de markt voor staatsobligaties. De rente op 10-jarige staatsobligaties steeg donderdag naar 4,93 procent, het hoogste punt sinds 2008. Aan het eind van de dag stabiliseerde die rente op rond 4,8 procent.
Het pond daalde, mede als gevolg van de hoge leenkosten van de Britse overheid, tot 1,23 ten opzichte van de dollar. Dat was de laagste stand in veertien maanden tijd.
Wereldwijd schoot de rente op staatsobligaties de afgelopen tijd omhoog, onder meer vanwege bezorgdheid over de stijgende inflatie en de onzekerheid over het beleid van de aanstaande Amerikaanse president Donald Trump, die dreigt met importheffingen voor handelspartners. Daarnaast spelen dreigende begrotingstekorten en oplopende staatsschulden een rol.
Onvergelijkbaar met 2022
Volgens analisten is de stijgende rente op staatsobligaties in de VS een belangrijke reden voor de onrust in het VK. Het lijkt erop dat het vertrouwen in de Britse regering om de onrust weg te nemen tanende is.
Als het pond aan waarde verliest, zorgt dat er direct voor dat goederen in het VK duurder worden. Het VK is voor veel producten afhankelijk van import uit de EU, VS en China. Voor die geïmporteerde goederen moet het VK met een lagere stand van de pond meer betalen.
Het pond presteerde de afgelopen jaren juist relatief goed ten opzichte van de dollar, vanwege de hoge rentes op staatsobligaties in het VK, die het aantrekkelijk maken voor buitenlandse investeerders om in te stappen. Nu ondersteunen die hoge rentes op staatsobligaties het pond niet langer.
Volgens ING-analisten moet de huidige situatie niet worden vergeleken met 2022. Destijds leidde premier Liz Truss onrust op de markten in toen ze een pakket aan belastingverlagingen voor de hoogste inkomens wilde invoeren en een begrotingsgat wilde dichten door veel geld te lenen.
‘Brandstichter’
Dit keer spelen internationale factoren een belangrijker rol – met name de rente op staatsobligaties in de VS. Bovendien halen buitenlandse investeerders hun geld niet uit het VK, merken de ING-analisten op. Dat was wel het geval in 2022, waarna de Britse centrale bank moest ingrijpen door obligaties op te kopen.
Toch staat de Labour-regering voor een grote test. Eind oktober kondigde minister van Financiën Rachel Reeves een grondige herziening van de overheidsfinanciën aan om de Britse economie weer op gang te krijgen. Maar het lukt maar niet de vrees weg te nemen dat de overheid te veel leent, terwijl de economische groei zwak is en de prijzen stijgen.
Reeves zei woensdag in een verklaring dat ze een „ijzeren greep” heeft op de financiën. Donderdag stuurde de minister, die zelf naar China reist, haar plaatsvervanger Darren Jones naar het Lagerhuis om tekst en uitleg te geven. Daar stuitte Jones op een kritische oppositie.
Verschillende parlementariërs riepen Reeves op haar trip naar China af te zeggen. Het Conservatieve parlementslid Harriet Baldwin beschuldigde de minister ervan met haar verklaring van woensdag een „brandstichter” te zijn die naar China is „gevlucht”.
Jones relativeerde de zorgen door te zeggen dat markten „altijd evolueren” en dat ook allerlei externe factoren de rente op obligaties beïnvloeden. „Er is geen noodzaak voor een interventie, en die is er ook niet geweest”, aldus Jones.
Lees ook
Labour-minister komt met grondige herziening Britse overheidsfinanciën: hogere belastingen, extra leningen en vooruitgang voor lagere inkomens