Dorette begon een gezond leven te leiden toen bleek dat haar baby chronisch ziek was, en nu loopt ze zes marathons
Door Frances Brisam··Gewijzigd:
RTL
“Hoe houd je het vol?” Een vraag die Dorette Duurkoop (36) vaak krijgt. Naast de intensieve mantelzorg voor haar zoon is ze zelfstandig ondernemer, oprichtster van een G-team in het jeugdvoetbal en sport ze vrijwel dagelijks. Tegenwoordig loopt ze een van de zes marathons in New York. “Dat is niet altijd zo geweest. Voordat Rico werd geboren, was ik een luie, dikke vrouw.”
“Soms weet ik niet waar al die energie vandaan komt”, lacht Dorette, als ze terugdenkt aan de persoon van negen jaar geleden. “Ik was veel te dik. Altijd moe. Ik was nooit sportief. Echt nul, min honderd zelfs.”
In 2015 woog Dorette 120 kilo. Net als nu woonde ze met haar man Hans en toen 6-jarige zoon Glenn in Zuidwolde. Ze had destijds een bescheiden zangcarrière. Ze zong Nederlandse liedjes en deed mee aan het programma Bloed, Zweet en Tranen. Een ogenschijnlijk mooi leven, maar: “Het was altijd chaos in mijn hoofd.”
Twee regels over zwangerschapstest
Chaos, al jaren. Zij en haar man Hans probeerden samen een kind te krijgen. Een broer of zus voor Glenn, die ze uit een eerdere relatie kreeg. Altijd de hoop op twee streepjes bij een zwangerschapstest. Lijnen die ze al talloze keren had gezien. En lijnen die keer op keer in bloed eindigden.
“Het is makkelijk om zwanger te worden, maar niet om zwanger te blijven. Ik had al zes miskramen gehad. Hans en ik kunnen veel samen doen, maar kinderen krijgen is niet ons ding.”
Kort na de opname van het muziekprogramma zag ze ze weer; die twee lijnen. Dorette wachtte tot er weer bloed zou komen, maar dat kwam niet. Ze bleef zwanger. “Dit kind bleek een doorzetter”, toen al.
‘onderbuikgevoel’
Een kloppend hart. Een term-echo. Een vervaldatum. Dorette kon haar geluk niet geloven. De mijlpaal van 20 weken was aangebroken, haar lichaam was sinds Glenn nog niet zo lang zwanger. Maar de chaos en de onrust gingen door.
“Ik had een onderbuikgevoel”, zegt Dorette. Het was niet goed. Ze wist het. “Ik had het al een paar keer tegen Hans gezegd: er klopt iets niet.”
Er was iets mis. Er is nog steeds iets mis. Bloed. “Ik was toen 27 weken zwanger. Het begon met een kleine bloeding. Daarna kwam het steeds vaker voor. Kleine bloedingen die na een tijdje stopten.”
De artsen namen het serieus en deden onderzoek. “Toen bleek dat mijn placenta losliet. Met 32 weken kreeg ik een hele grote bloeding.” ‘Nu moet je echt in bed gaan liggen’, spoorde de dokter haar aan. ‘Maar ik heb het niet gedaan,’ zegt Dorette grimmig. Chaos, nog steeds die chaos. “Ik was te druk in mijn hoofd.”
‘Het was heel eng en erg vies’
In de nacht van 29 op 30 oktober 2015 werd Dorette na 35 weken zwangerschap ‘s nachts wakker. “Ik voelde iets dat ik het beste kan omschrijven als ‘een knal’. Mijn vliezen waren gebroken. Er is iets mis, dacht ik opnieuw.”
Terwijl de slaap nog in haar ogen zat, voelde Dorette haar hand aan het nachtkastje om de lichtschakelaar te vinden. Ze zag het opnieuw in een verlichte slaapkamer. Op haar bed. Bloed. Er was overal bloed, weer dat bloed.
“Ik kwam uit bed en voelde iets naar buiten komen. Ik legde mijn handen tussen mijn benen en dacht dat ik een hoofd voelde. Het voelde alsof mijn kind uit elkaar viel.” In paniek strompelde Dorette naar de badkamer. Achter haar een rood spoor. “Het was heel eng en erg vies. Er lagen overal stukjes weefsel op de grond.” Dit was niet de baby, maar de placenta die uit Dorette’s lichaam kwam.
De gynaecoloog stond Dorette al op te wachten in het ziekenhuis. Hans en Dorette reden met gierende banden naar het ziekenhuis. “Hij reed zo snel dat ik dacht dat ik die rit niet zou overleven.”
‘Hij huilt niet, hij huilt niet, hij huilt niet’
“Voor ik het wist lag ik in de operatiekamer.” Vijf weken te vroeg was hij er ineens. Dorette’s tweede zoon: Rico. “Ze haalden hem uit mijn buik, maar het was stil.” ‘Hij huilt niet, hij huilt niet, hij huilt niet’, was wat er door Dorette’s hoofd ging. Er was zoveel vruchtwater. Zoveel bloed. Ze voelde het. Ze merkte het aan de reacties van de artsen en aan de reactie van Hans. Er was iets mis.
“Geef hem maar een kus”, zeiden de artsen tegen Dorette, waarna Rico werd afgevoerd. “Het duurde uren voordat hij weer kon zien. Ik lag op de intensive care omdat ik veel bloed had verloren. Toen ik wakker werd, zat Hans naast mij.”
“Dorette, ik denk dat het niet goed is, maar ik weet niet wat”, zei Hans tegen haar. “Rico kokhalsde en had luchtbellen in zijn mond. Daarom dachten ze dat hij erg misselijk was. De dokters wilden een buisje inbrengen, maar ze kregen het buisje niet door zijn keel.”
Aangeboren afwijking
Er zijn echofoto’s gemaakt. Maar in het streekziekenhuis waar het gezin lag, waren ze niet gespecialiseerd genoeg om de foto’s goed te kunnen bekijken.
“We moesten naar Groningen. Met een ambulance naar het Beatrix Kinderziekenhuis.” De foto’s zijn bekeken. De doktoren zagen het. Er was iets mis. Het ‘iets’ dat Dorette de hele tijd had gevoeld, was slokdarmatresie. Een aangeboren afwijking waarbij de slokdarm niet goed is gevormd.
Rico’s slokdarm zat vast aan zijn luchtpijp. “Daarom was het tijdens de zwangerschap niet zichtbaar op echo’s. Omdat een kind drinkt en het dan via de luchtpijp naar de maag loopt.” Slechts 48 uur oud onderging Rico zijn eerste operatie. De familie wist nog niet dat er in de jaren daarna nog zeker twintig operaties zouden volgen.
Dorette vertelt het allemaal met droge ogen. Hoe haar pasgeboren baby urenlang in de operatiekamer lag. Hoe haar kind ziek bleef, zelfs in de maanden die volgden. Dat de artsen vermoedden dat er meer aan de hand was. En het bleek dat hij inderdaad meer afwijkingen had. Voor haar is het een fluitje van een cent. Een nummer dat al tientallen keren gespeeld is.
Twee linkerlongen
Zes maanden na zijn geboorte werd er nog een moeilijk woord aan Rico’s lijst met problemen toegevoegd: tracheomalacie. “Zijn luchtpijp sluit zich, vooral tijdens het uitademen.” Bovendien bleek een deel van Rico’s middenrif scheef te staan en heeft hij ‘twee linkerlongen’. Longen bestaan uit lobben. Normaal gesproken heeft de linkerlong twee lobben en de rechterlong drie. Maar Rico’s longen hebben allebei twee lobben.
“De eerste anderhalf jaar moesten we rondkomen met mond-neusbeademing. Maar dat was geen succes”, vat Dorette samen. “Er zijn twee operaties uitgevoerd om de luchtpijp open te houden. Ook geen succes.”
Dorette en haar man werden moedeloos. Hun Rico lag al twee jaar in en uit het ziekenhuis en er was geen uitzicht op verbetering. Operatie, na operatie, na opname, na operatie. “Uiteindelijk konden we er niet omheen dat Rico beademd moest worden via een permanente tracheostomiebuis, een slangetje in zijn keel.” Een voorstel dat Dorette en Hans zelf aan de artsen deden. “We zouden alles hebben gehad wat mogelijk was.”
‘Hoe kun je voor een ziek kind zorgen als je zelf niet gezond bent?’
Permanent een buisje in zijn keel. Voor de rest van zijn leven. De rest van haar leven besefte Dorette. “Ik dacht: hoe kun je voor een ziek kind zorgen als je zelf niet gezond bent? Als je niet eens de energie hebt om jezelf van de bank te tillen?”
“Het moest anders.” Snacks werden vervangen door groenten en fruit, de porties werden kleiner en Dorette begon te rennen. Het was haar moment. Weg van alle zorgen. Weg van de chaos. Met elke voetstap was er meer energie, meer rust in haar hoofd. ‘Gewoon rennen. Adem in.’ Dorette is in haar eentje 30 kilo afgevallen. Later verloor ze nog eens 30 kilo, mede door een maagverkleining.
Er was een ritme. Orde in de chaos. Dorette en Hans huurden verpleegsters in om voor Rico te zorgen. En om het vol te houden zorgde Dorette ook voor zichzelf.
Hardlopen na een nachtdienst
Haar leven en lichaam zien er nu compleet anders uit. “Ik sport zo’n zes keer in de week. Soms ga ik na een nachtdienst op het werk even hardlopen en dan slapen. Ik eet minder en ik eet gezonder. Weinig suiker, veel havermout en veel groente en fruit. Ik zit ook echt soms op de bank,’ voegt Dorette er snel aan toe, ‘ik hou van lezen.’
Rico is nu 9 jaar en ligt ongeveer 18 van de 24 uur per dag aan de beademing. Hij brengt ook het grootste deel van de tijd door in een rolstoel. ‘s Nachts krijgt hij sondevoeding. Hij kan vast voedsel eten, maar het littekenweefsel in zijn slokdarm zorgt ervoor dat dit erg langzaam gaat. Binnenkort wordt hij opnieuw geopereerd omdat eten zo moeilijk is.
“We moeten er ‘s nachts zo’n zes tot tien keer uit”, legt Dorette uit. “Er gaan allerlei alarmen af. We moeten slijm uit zijn luchtpijp zuigen. Als we dat niet doen, stikt hij in zijn eigen slijm.” De verpleegsters helpen ook ‘s nachts. “Soms doen we het zelf vijf nachten. Soms doen we het zelf twee of drie nachten. Het hangt ervan af hoe vaak de verpleegkundigen beschikbaar zijn.”
Goed geoliede machine
Dorette is een machine geworden die altijd hard werkt, maar wel een machine die zeer goed geolied is. “Het is eigenlijk heel erg dat zoiets je moet overkomen voordat je een gezond leven gaat leiden”, zegt ze nu. “Ik had dit vijftien jaar geleden moeten doen. Het doet mentaal zoveel met je. Ik voel me zoveel beter.”
Dorette heeft energie. Onbeperkte energie. Genoeg energie voor een marathon. Nee, zes marathons. Omdat de machine geolied is, maar dan op zijn eigen manier.
Ze rent om geld in te zamelen. Voor het Beatrix Kinderziekenhuis in Groningen, dat het leven van Rico heeft gered en hem nog steeds in leven houdt. En voor alle andere kinderen die daar geholpen worden.
“Want als je ouder bent van een gezond kind, zie je deze wereld niet. Het is bizar hoeveel kinderen ziek zijn. Hoeveel er in het ziekenhuis voor hen wordt gedaan. De arts van Rico heeft naar mijn mening letterlijk alles gedaan om zijn kind te redden.” leven te redden.”
Vandaag draagt ze trots een startnummer voor de New York Marathon. Voor de tweede keer, want in 2022 liep ze het ook (‘maar slecht voorbereid’) voor het goede doel. Maar Dorette zou Dorette niet zijn als het niet groter zou zijn. Beter. Meer. Deze keer loopt ze dus niet één, maar zes. De zes grootste: New York, Londen, Berlijn, Tokio, Boston en Chicago.
Na vandaag kan ze drie op zes afstrepen. Dan heeft ze alleen Tokyo, Boston en Chicago. “Gewoon blijven rennen”, is het motto van Dorette. Alles voor het Beatrix Kinderziekenhuis. Voor Rico, en alle andere kinderen zoals Rico.
Zondag interview
Elke zondag publiceren wij een interview in tekst en foto’s van iemand die iets bijzonders doet of heeft meegemaakt. Dat kan een ingrijpende gebeurtenis zijn waar de persoon op bewonderenswaardige wijze mee omgaat. De zondagse interviews hebben met elkaar gemeen dat het verhaal een grote invloed heeft op het leven van de geïnterviewde.
Ben jij of ken jij iemand die geschikt zou zijn voor een zondagsgesprek? Laat het ons weten via dit e-mailadres: zondaginterview@rtl.nl
Lees hier de eerdere zondagse interviews.