Een kunstenaar is niet veilig in dit land. Moeten kunstenaars dat gewoon accepteren?
“Het is vanwege uw beleid.” Aan het begin van het debat over het feit dat veel toonaangevende bedrijven in het theater hun subsidie hebben verloren, kreeg Gunay USLU, staatssecretaris voor cultuur en media in het vorige kabinet (2022-2023) voor D66, onmiddellijk de schuld. Door constante Meijers, voormalig hoofdredacteur van Theaterhands en voormalig adviseur bij de Council for Culture, die betoogde dat USLU het belang van geleverde artistieke prestaties als standaard had verwijderd bij het verlenen van subsidies.
Zeven groepen naam die hun subsidie gedeeltelijk of volledig verloor (de warme winkel, Ita, Orkater, Discordia, ‘T Barre Land, Wunderbaum en Theater Rast), hadden de avond geopend in het Balie Debate Center in Amsterdam met een lezing door een lezing door De kersentuin van Tsjechov. Deze tekst symboliseert onder andere de ondergang van de schoonheid, omdat die heerlijke kersentuin plaats moet maken voor vulgaire zomerhuizen waarmee een rijke Stinkerd nog meer geld zal verdienen. Met de keuze voor die tekst hebben de theatermakers zich niet uit schot geplaatst, omdat Tsjechov geenszins duidelijk is. Hij schildert de eigenaren van de gedoemde Cherry Garden als een stel onvoudige, decadente uitbuiters en vouwlopers.
Het stuk was een intrigerend uitgangspunt voor een discussie over het subsidiebeleid en over vernieuwing versus traditie. Die bewezen kwaliteit was van secundair belang om een subsidie te ontvangen, zoals Meijers betoogde, werd onderschreven door Vincent van den Berg van Barre Land, die zei dat ‘alleen plannen’ dat wat nog steeds werd gemaakt, belangrijk werd geacht door de subsidie -providers.
Voor zes van de zeven groepen was die subsidieaanbieder het fonds voor podiumkunsten. Is de staatssecretaris voor cultuur hierover? Indirect. Ze besluit, op basis van advies van de Raad voor cultuur, op een subsidie voor de grote, gevestigde culturele instellingen, maar ze is ook mede-verantwoordelijk voor het beleid van de nationale fondsen, zoals het Stage Arts Fund, geautoriseerd om geld te verdienen aan de staat om te distribueren.
USLU, “geschokt” door de aanval op haar beleid, voerde aan dat ze zich in haar jaren als minister aan de cultuursector had toegewijd aan de cultuursector. Helaas ontsnapte de discussieleider Yoeri Albrecht, directeur van het bureau, dat zowel het verwijt als haar verdediging tegelijkertijd waar konden zijn, want hij beroofde Meijers de vloer en verwijderde zo de angel uit het debat.
Veilig
Verschillende sprekers brachten de oude klaagzang op dat kunst in Nederland een arm kind is, en anderen mijmerden dat theater ‘mooi en belangrijk’ is, maar er waren ook waardige zaken. Zoals door Jacob de Groot, acteur aan Orkater, die verklaarde dat het beleid van de podiumkunsten is, wat de huidige radicaal-recht politici zegt: “Als kunstenaar ben je niet veilig.” Het subsidiesysteem, met zijn vier -jaarlijkse testen, en vier jaarlijkse verandering van omstandigheden voor het verkrijgen van een subsidie, maakt theatermakers wanhopig. “Niemand weet in dit systeem goed te doen.”
Wat werd tegengesproken door Andrea Voets, artistiek directeur van Resonate Productions, een van de vele nieuwe organisaties die voor het eerst de felbegeerde vierjarige subsidie groeiden, ten koste van de veteranen. Ze verklaarde dat “onzekerheid” “een gegeven” is voor kunstenaars en ze toonde haar verbazing dat groepen zoals de eerder genoemde zeven zich zo comfortabel begonnen te voelen. Als Vlaamse vond het Nederlandse subsidiesysteem hen zeer transparant, hoewel ze een nieuw beroep had moeten leren, zei ze, zonder ironie: “Goede subsidieaanvragen schrijven.”
Troost
Op welke Ward Weemhoff, maker bij de warme winkel, erkende dat een goede kunstenaar zichzelf altijd in gevaar brengt – met een knipoog naar de toename van De kersentuin -Maar dat de groepen die dat doen, net als zijn collectief, gewoon niet waren geëerd voor die houding. En hij zei dat veel jonge groepen die nu een subsidie hadden gekregen, zich zorgen maakten omdat ze zich realiseerden dat dit korte -beeldende subsidiesysteem ‘willekeurige’ resultaten produceert en niet de verzekering biedt die u op de lange termijn kunt ontwikkelen.
Weemhoff onderschreef ook het punt van Meijers, maar met zachtheid: het zou “goed bedoeld” zijn geweest om niet terug te kijken op wat theatergroepen hadden gedaan, maar het resultaat was helaas “pervers”. Dat bleef een lijn in het debat, omdat theatermaker Bo Tarenskeen ontdekte dat met de ontkenning van een subsidie aan de huidige groepen “verdieping werd opgeofferd op het altaar van de vernieuwing”. Belangrijk voor dit land, dacht hij.
Tsjechov -comfort aangeboden? Blijkbaar niet, omdat een kritisch heden de zin ‘we moeten stoppen met onszelf te bewonderen’ van het stuk het meest opvallende voor de huidige situatie in het theater. Acteur Vincent van den Berg, die de straf had uitgesproken, reageerde advertentie REM: “Maar dan zeg ik:” We sterven allemaal. “
Lees ook
Verrassing en woede over de Subsidy Award van het Fund Performing Arts: ‘De kwaliteit van uw werk telt niet. Hoe is dat mogelijk? “