Eén op de drie vrouwen heeft last van een bekkenbodemverzakking
Behandeling
Bekkenbodemverzakking is eenvoudig te behandelen, zegt Van der Vaart. “Er zijn verschillende manieren. Een milde verzakking kan nog behandeld worden met bekkenbodemfysiotherapie. Als er meer klachten zijn en het zich in een hoger stadium bevindt, kan het behandeld worden met een pessarium of een operatie. Het pessarium is een ring die u vaginaal inbrengt en ondersteuning biedt door het weefsel op zijn plaats te houden.
De meeste ringen kunnen negen maanden blijven zitten, maar dit doe ik vaak in overleg met de vrouw zelf. Je kunt de ring er af en toe uithalen en zelf schoonmaken, maar niet iedere vrouw wil dat. Dan komen ze zo nu en dan langs voor een controle”, zegt Vollebregt. Er zijn ook vrouwen die voor een operatie kiezen. Vollebregt en Van der Vaart deden onderzoek naar beide behandelvormen. Verschillen vrouwen na twee jaar in tevredenheid?
Onderzoek
Van der Vaart legt uit hoe het onderzoek werkt en wat de belangrijkste bevindingen zijn. “We hadden twee groepen vrouwen in het onderzoek: de ene groep maakte zelf de keuze tussen ring of operatie, de andere groep was gerandomiseerd. Uit beide onderzoeken blijkt dat na twee jaar ongeveer 70 procent van de vrouwen nog steeds tevreden is na de ring, vergeleken met 82 procent na de operatie. Het aantal tevreden vrouwen na een operatie ligt dus wat hoger, maar een operatie is een intensievere ingreep en een aanzienlijk aantal is nog steeds tevreden over een ring.”
Wat zijn de overwegingen wanneer vrouwen tussen deze twee mogen kiezen? “Zo’n 60 procent kiest voor een ring en 40 procent voor een operatie.
De vrouwen die voor een operatie kozen, dachten vooral dat een ring hen toch niet zou helpen. Dit lag niet aan het stadium van de verzakking, dat was bij alle vrouwen hetzelfde. De vrouwen die voor een operatie kozen, hadden echter vaak meer klachten.”
Heeft u last van licht urineverlies? Het goede nieuws: dit kan vaak verholpen worden
Taboe
Dat het een taboeonderwerp is, blijkt ook uit het onderzoek. Van der Vaart zegt: “Ze voelen een taboe op het onderwerp, niet alleen tegenover de zorg, maar ook tegenover hun partner. Ze vinden het moeilijk om erover te praten of doen het helemaal niet.” Vollebregt vult aan: “Veel vrouwen weten niet dat ze niet alleen zijn. In de spreekkamer merken we dat ze er al een hele tijd mee rondlopen. Maar je hoeft je er niet voor te schamen.”
Het is voor het eerst dat er onderzoek wordt gedaan naar deze twee behandelvormen bij bekkenbodemverzakking. “We behandelen veel vrouwen met de ring en een operatie, maar we willen wetenschappelijk kijken naar waar we vrouwen het beste mee kunnen helpen. De uitkomsten van het onderzoek kunnen wij meenemen in onze uitleg aan vrouwen die naar onze spreekkamer komen. Ze hebben nog steeds een eigen keuze, maar wij kunnen ze meer informatie geven en vertellen wat ze kunnen verwachten.”
Zeker 8 op de 100 vrouwen lijden aan vulvodynie: ‘Velen denken dat pijn bij seks hoort’
Bekkenbodembal
De twee vrouwen vinden het heel belangrijk dat vrouwen meer kennis opdoen over bekkenbodemverzakking. Daarom organiseren ze aanstaande zaterdag een Bekkenbodembal, als afsluiting van een conferentie gericht op verzakking. “Gynaecologen, bekkenbodemfysiotherapeuten, seksuologen en nog veel meer artsen van over de hele wereld komen in Den Haag samen om over het onderwerp te praten. Daarna volgt de Bekkenbodembal, in samenwerking met patiëntenorganisatie Pelvic Floor4All”, zegt Vollebregt enthousiast.
Het doel van de bal is om de kennis over dit onderwerp te vergroten. “Hoe gaan we dat doen? Het is een serieus onderwerp, maar we willen het ook luchtig houden. Het is echt een avondje uit met zang en cabaret. Sofie van der Enk heeft een talkshow waarin zij vragen stelt aan onze collega’s en vrouwen kunnen na afloop met al hun vragen bij ons terecht. We willen het bespreekbaar maken, maar wel op een leuke manier.”
Aandacht
Vollebregt en Van der Vaart benadrukken het belang van meer aandacht voor bekkenbodemverzakking. “Wat wij heel belangrijk vinden, is dat vrouwen weten dat ze niet alleen zijn. We willen dat meer vrouwen op de hoogte zijn van deze aandoening en er niet mee hoeven te blijven leven als ze eraan lijden. Praat erover, zowel met je omgeving als met de zorgverlener, want er kan iets aan gedaan worden”, zegt Vollebregt.
Ze concludeert: “Het is zonde wat ik nu meemaak in de spreekkamer. Ik hoor zo vaak: ‘Ik wou dat ik eerder was gegaan’. Ze voelen zich altijd gerustgesteld omdat we vrouwen ontzettend goed kunnen behandelen. Daarom is aandacht zo belangrijk, zodat vrouwen er niet langer jaren mee rond hoeven te lopen. Het kan een te grote invloed hebben op de kwaliteit van leven. Praat erover en schakel hulp in als dat nodig is, dat is het allerbelangrijkste.”
Astrid Vollebregt.
Lisa van der Vaart.
Dit artikel verscheen eerder op LINDA.nl.
Francis kreeg na bevalling een bekkenbodemverzakking: ‘De schaamte breekt me’