Nederland

Een verfijnd horrorsprookje over de consumptiemaatschappij – maar dan voor kinderen

In Van (8+), de nieuwe voorstelling van Jetse Batelaan, maken we kennis met een gemeenschap gekleed in vervaagde, laat-negentiende-eeuwse kleding (fraai kostuumontwerp door Liesbet Swings), die enigszins doet denken aan de dorpsgenoten in Lars von Triers Dogville: vriendelijk, vrolijk, verenigd, maar ook een beetje sektarisch. Komt het door het koude licht? Door die altijd aanhoudende, onheilspellende cellotoon? Is het de hele tijd die vrolijke grijns en groet van de dorpelingen? Je kunt er niet helemaal de vinger op leggen, maar er is hier niets pluisjes.

Op een fotorealistische stenen brug als steun na liet Batelaan het podiumbeeld leeg. (Doet dit ook Van denk erover na Dogvillewaarin muren van huizen schematisch met krijt op een balletvloer zijn getekend.) De appelboom, de beek, de schuur, de muis – ze zijn er niet, maar de acteurs doen alsof ze er zijn, en dus zien we ze. Geluidseffecten (voetstappen door het grind) en visuele illusies (een teugel die bewogen lijkt te worden door een onzichtbaar paard) helpen ons hierbij. Wanneer een van de personages onzichtbare steentjes in de onzichtbare stroom spettert, proberen sommige kinderen in het publiek ze te vangen. Zo gemakkelijk is het: geloven in iets dat er niet is.

Hoe werkt dat buiten het theater? Psycholoog Solomon Asch onderzocht in de jaren vijftig in hoeverre iemands mening wordt bepaald door de meerderheid in een groep. Aan zijn ‘gelijkenisexperimenten’ nam slechts één ‘echte’ deelnemer tegelijk deel, de anderen waren acteurs en hadden vooraf instructies gekregen. Als de acteurs allemaal een fout antwoord gaven op een simpele vraag, gaf de ‘echte’ deelnemer vaak toe aan groepsdruk en gaf hetzelfde foute antwoord als de rest. Het experiment liet zien hoeveel zelfbedrog we bereid zijn te doen om niet buiten een groep te vallen.

Klompen worden leren schoenen

In Van Batelaan laat de interactie tussen groep en individu heel duidelijk zien. Er verandert iets in de vrolijke, egalitaire dorpsgemeenschap als een van de bewoners haar klompen inruilt voor leren schoenen. Er klinken kreten van bewondering, maar er wordt ook koortsachtig gezocht naar een attitude, want wat betekent deze aankoop voor de groepsdynamiek? Weer iemand begint zijn eigen tuin te onderhouden. Een ander koopt een telefoon. We zijn dus getuige van de voorzichtige opkomst van het consumentisme, waarbij bezittingen niet langer worden gekocht vanwege hun nuttige functie, maar vanwege de sociale status die ze aan de eigenaar verlenen.

Waar die ontwikkeling toe zou leiden – en daarin schuilt de ware gruwel ervan Van – schuift het podium op in de vorm van een LCD-scherm, waarop strakke, eigentijdse advertenties voor telefoons, bedden en flessen water te zien zijn. Deze beelden (die volkomen normaal zijn in ons leven) zijn hier heel absurd en zeer verontrustend, vanwege hun contrast met het langzame, minimalistische verhaal waarop we onze blik nu hadden afgestemd. Ze laten zien hoezeer we ons in ons koopgedrag laten leiden door manipulatieve verkooptechnieken, waarbij we op listige wijze inspelen op de waarde die we hechten aan onze positie binnen ‘de groep’. Omdat de intrinsieke waarde van wat we kopen vrijwel irrelevant is geworden, wordt onze verbeelding voortdurend op de proef gesteld. In feite doet het er niet meer toe of iets echt of fictief is.

Tenminste… zolang de werkelijkheid zich niet aan ons opdringt. In de vorm van bijvoorbeeld een natuurramp of een onverwacht tekort. Want dat is het natuurlijk wel, en dat blijkt ook Vanwaar onze consumptiemaatschappij met volle zeilen op afstevent. Misschien wordt het tijd, zoals Batelaan zijn jonge publiek laat voelen met dit verfijnde sprookje, om opnieuw te evalueren wat werkelijk waarde heeft in deze wereld?




Related Articles

Back to top button