Elmers nieuwe alter ego draagt geen witte herenonderbroek, maar een oer-Hollandse witte capuchon
Rapper/zanger Elmer leeft zich graag in anderen in. Ze kiest rollen: die van een onruststoker, een zakenman, een onzekere puber of een eenzame oude man. Ze beweegt, praat, zingt zoals deze personages, klinkt chic, boos, soms werkelijk machteloos. Ondertussen rijst de vraag: wie is Elmer zelf? Over de 29-jarige artiest, nu op tournee om het onlangs verschenen debuutalbum te vieren Platlandwe weten dat ze Merel Pauw heet, theatermaakster is en tijdens haar vorige concertreeks op het podium een plaksnor en een witte herenonderbroek droeg. Elmer heeft inmiddels een ander alter ego: ze verschijnt op het podium als een kruising tussen een kaasmeisje en een vissersvrouw: met een witte pet, hoge laarzen en meerdere lagen wollen rokken van originele stof uit Staphorst, vertelt ze aan het publiek. Naast dat het er warm en ongemakkelijk uitziet, vraag je je af waarom ze zichzelf – anders dan ter illustratie van de titel Platland – wil profileren als typisch Nederlands archetype.
Is Elmer hier een actrice, cabaretier, maatschappijcriticus? Deze avond in de uitverkochte zaal De Helling in Utrecht is ze vooral zangeres. Ze speelt solo, de muziek staat op band. De zang klinkt fanatiek, in een mix van melodieuze en parlando-rap, over de ergernissen die ze heeft verzameld: politiek, gekke buren, kleinburgerij. Haar inzet is groot. Springend, dansend, met grimassen en hoekige gebaren ondersteunt ze de woorden, terwijl de muziek prettig elektronisch vloeit en zo nu en dan voor een uitbarsting zorgt. Hoogtepunt zijn de gecombineerde nummers ‘Ga Strange’ en ‘Nothing Explosions’.
Vrouwelijke fans
Het uitverkochte publiek, waaronder veel jonge vrouwelijke fans, sommigen met warme spandoeken voor hun idool, zingt mee en voelt zich aangesproken door Elmers levensvragen, zoals: ‘Haat ik mezelf of haat ik dit land?’ Nummers komen van het nieuwe album en van de vorig jaar uitgebrachte EP, Elmers. Ze portretteert snel de verschillende identiteiten: de zakenman in ‘Druk’, de buurman in ‘Alle Buren Moet Die’ en de eenzame man in ‘Schimmelspel’. Ondertussen is het podium gevuld met wisselende decorstukken, bijvoorbeeld een oud-Hollands draaiorgel of een tv-studio. Twee vrouwen dansen rond met tweedimensionale, handgeschilderde rekwisieten die de tekst illustreren: een vuilnisbak, een frietzak, een hond, een koffiebar.
Elmer kiest vaak voor grofheid. Zowel in de bewegingen als in sommige beats en in de seksuele passages van haar teksten, die nadrukkelijk vlak zijn. Ze passen bij een personage dat grof is – om subtielere gevoelens te verdoezelen? Soms sijpelt er een vriendelijke Elmer doorheen, in regels als ‘Huid over huid/Ik ben gemaakt van steen’, uitgesproken met gebroken stem.
En daar gaat ze weer, vechtend, uitdagend, het publiek opvrolijkend met ‘Suzan & Freek’ of de onhandige doorbraakhit ‘Je vader‘. De show is veel en druk, minder franje zou voldoende zijn geweest. Een nummer als ‘Busy’, over de nerveuze zakenman, heeft niet de ondersteuning nodig van whiteboards met diagrammen.