Food For Life helpt Malawiërs van wanhoop naar hoop: ‘Nooit meer honger!’
Dit artikel is geschreven door een van onze partners. Daarmee valt het buiten de verantwoordelijkheid van de ND-redactie.
‘Het klinkt heel raar, maar honger op zich is ‘vervelend’ maar niet zo héél erg om te ondergaan. Je beweegt je richting bewusteloosheid en sterft een langzame dood. Veel erger is het wanneer je na een periode van honger weer eten krijgt. Dat is maandenlang een zeer pijnlijke ervaring. Je darmen moeten weer op gang komen en dat gaat gepaard met veel pijn. Vooral in de ochtend. Gelukkig werd ík net op tijd gered. Maar dat geldt niet voor de meeste Malawiërs. Rodney, Alice -mijn ‘gastgezin’ tijdens mijn verblijf- en duizenden Malawiërs krijgen jaarlijks te maken met grote voedseltekorten en schrijnende hongersnood.
Vaders werken hard om hun kinderen en vrouwen drie keer per dag een bakje maïspap te kunnen geven. De maïsteelt is van levensbelang voor hen. ’s Ochtends, ’s middags, en ’s avonds wordt er maïspap gegeten. Tenminste, als er genoeg maïs is. Rodney vroeg mij om zijn land te helpen. In 2010 schreef ik als antwoord op die vraag een projectplan. Dat deed ik samen met mijn zoon, Mark. We wilden de grootste nood in Malawi, de honger, aanpakken door maïs te verbouwen. We formuleerden enkele uitgangspunten: Malawische boeren moesten zélf aan de slag, ze zouden een goede oogstprijs krijgen, maar wel hun deelnamekosten in natura moeten terugbetalen. Mark studeerde aan de Agrarische Hogeschool. Met zijn kennis konden we een landbouwmethode ontwikkelen waarmee zelfs in het droge klimaat van Malawi goede maïsoogsten konden realiseren.De methode waarbij we middels zelfgemaakte compost gebruik maken van dauw, keken we af van Nederlandse boeren, zij gebruikten deze methode al jaren. De boeren moeten met elkaar samenwerken in groepen. Binnen die groepen wordt de kennis nauwkeurig doorgegeven. Daarom hebben niet alleen de boeren baat bij het Food For Life-project, ook het dorp en de regio profiteren mee.
In de rij
Nu, dertien jaar later, is Rodney M’Bwana eindverantwoordelijke van het project Food For Life. Hij kan nu zélf zijn land helpen. ‘In onze regio woont Miliam Banda, een weduwe die nauwelijks genoeg eten had om van te leven’, vertelt hij. ‘Nu ze deelneemt aan dit project heeft ze 35 zakken maïs in één jaar geoogst, terwijl ze voorheen maar vijftien zakken kon vullen. Ze heeft nu meer dan genoeg voedsel voor haarzelf en haar zoontje. Wat ze teveel heeft, verkoopt ze en met de opbrengst betaalt ze de school van haar zoon.’
Vele boeren staan in de rij om mee te mogen doen en met uw hulp kunnen ook zij aan het project deelnemen. De startkosten om een Malawische boer mee te kunnen laten doen aan het Food for Life-project bedragen 30 euro. Zodra mensen aan ons project kunnen deelnemen, zijn ze gered. Net op tijd! Ze hoeven nooit meer honger te hebben.
We leren hun hoe ze de akker moeten voorbereiden, hoe ze moeten zaaien en we bieden ze de kennis die nodig is om duurzaam en efficiënt maïs te verbouwen. Ook geven we ze zaaizaden en meststoffen. De boeren moeten dan nog wel ‘even’ de periode tussen de ontvangst van zaad en mest en het moment van de oogst overbruggen. Daarom geven wij iedere deelnemer die zelf geen eten heeft, een zak maïs van 50 kilo. Die kost 20 euro. Daar kunnen ze 350 bordjes pap van bereiden: 70 bordjes voor iedere maand die ze moeten wachten op de oogst. Als ze die zeven maanden overleven, kunnen ze van hun eigen akker gaan oogsten. Met ons systeem betekent dat: nooit meer honger en altijd een goede oogst vanwege de duurzame en efficiënte werkwijze.
De boeren leren wat een geweldige scheppingskracht God in de natuur heeft gelegd en hebben de middelen om dit toe te passen. Voor vijftig euro kunnen we een boer deel laten nemen aan het project Food For Life, dit bedraagt de startkosten en de zak maïs. Hoeveel boeren kunt of wilt u helpen?’
Bank: NL29 RABO 0118 3557 32
T.n.v. Stichting The Art of Charity
Anbi: RSIN 822291319
Bo Teerling, voorzitter van The Art of Charity