Het koraaleiland Makatea wordt bedreigd door de plannen van Amerikaanse durfkapitalisten
In Vrij Spel stort Richard Powers zich in de immense en veelzijdige leefwereld van de (Stille) oceaan. Dat doet hij via de zeebiologe Evelyne Beaulieu, die een groot deel van haar leven onder water doorbrengt. Zij smeedt gemakkelijker een band met reusachtige manta-roggen en piepkleine dwergzeepaardjes dan met haar kinderen. Die blijven, net als hun vader, liever op het land.
Beaulieu, gebaseerd op de oceanograaf Sylvia Earle, verblijft op haar oude dag op het Pacifische koraaleiland Makatea. Makatea is nog herstellende van jarenlange fosfaatmijnbouw en wordt nu bedreigd door plannen van een groep Amerikaanse durfkapitalisten. Als hoog opgestuwd eiland loopt het minder gevaar door zeespiegelstijging, terwijl andere eilandjes dreigen te verdwijnen. Om toch de zee te benutten als bouwgrond en de zeebodem te kunnen plunderen, wil het consortium drijvende mijnen en steden bouwen, en de industrie daarvoor moet op Makatea komen.
De tweeëntachtig inwoners van het atol stemmen over het plan: vernietiging, werkgelegenheid en welvaart versus behoud, isolatie en voortmodderen. Pas halverwege zijn verhaal begint Powers dat conflict uit te werken. Zoals in wel meer van zijn romans (het met de Pulitzerprijs bekroonde Tot in de hemel bijvoorbeeld) komt hij wat langzaam op gang. De passages over de eilander besluitvorming zijn niet de vlotste. ‘Democratie was trager en grilliger dan windsurfen’, schrijft hij; een wonderlijke vergelijking want windsurfen kan razendsnel gaan.
Sessiele dieren
Natuur, natuur-exploitatie en -bescherming speelt in veel romans van Powers een grote rol als achtergrond van de worstelingen van zijn romanpersonages, maar in Vrij spel komt die achtergrond zo naar voren dat hij van de eerste helft van het boek misschien beter een non-fictieboek had kunnen maken.
Powers schuwt vaktermen niet. Zo zal niet iedereen ‘sessiele dieren’ kennen. Over manta’s schrijft hij: ‘Ze had ze zovele decennia van dichtbij geobserveerd dat ze zich van het taboe op antropomorfisme niets meer aantrok. (…) Op haar leeftijd had Evelyne Beaulieu geen tijd meer voor timide zelfcensuur. (…) Benoem gewoon wat uit de feiten blijkt. Benoem wat je hier ziet gebeuren: de enorme vogelachtige vis was aan het spelen.’
Nu is het oceaanleven zo veelzijdig en kleurrijk dat het geen straf is erover te lezen. En in non-fictie zou alleen Earles, alias Beaulieus leven gepast hebben, terwijl er nu nog drie hoofdpersonen zijn, wier leven Powers beschrijft: het intelligente rijkeluiszoontje Todd Keane, de nog slimmere, in een kansarm milieu opgegroeide Rafi Young en hun vriendin Ina Aroita. Rafi en Todd raken hecht bevriend, al worden ze beiden verliefd op Ina.
Verslingerd aan schaken
Ina wordt kunstenaar, gaat op reis en maakt sculpturen van plastic afval dat ze op het strand vindt. Daar zit een keer een felgekleurd drinkpak bij, dat begroeid is door zeepokken. ‘Als ik het meeneem voor de sculptuur, gaan de zeepokken dood’, zegt ze. ‘Maar het is wel afval.’ Ze laat het pak achter.
De jongens raken behalve aan haar vooral verslingerd aan schaken en aan het nog ingewikkelder spel ‘go’. Spel-ontwikkelaar Todd en dichter Rafi volgen andere wegen, maar in het conflict over Makatea raken hun verhaallijnen weer verstrengeld, evenals die van Ina Aroita en van de hoogbejaarde Evelyne Beaulieu.
In de tussentijd heeft het verhaal flink aan vaart gewonnen en ontpopt Powers zich weer eens als begenadigd verteller, die de lezer meesleept naar een verrassende ontknoping.
Richard Powers
Vrij spel
(Playground)
Vert. Jelle Noorman.
Atlas Contact; 432 blz. €26,99