Industrievoorman Theo Henrar wil 10 miljard voor innovatie: ‘We leven te veel in een oude wereld’
Tijdens de eerste ambtstermijn van Donald Trump zat Theo Henrar, destijds nog directeur van Tata Steel, bij een diner naast de toenmalige Amerikaanse ambassadeur Pete Hoekstra. Op het staal uit Europa had de eerste regering-Trump importtarieven gelegd. Hoekstra probeerde Henrar uit te leggen waarom. „Hij zei: ‘Theo, kijk eens wat wij bij een Amerikaanse auto allemaal moeten betalen voordat die in de EU op de markt komt.”
Henrar, nu vier jaar voorzitter van industriebranchevereniging FME, moest er deze week aan terugdenken. Er dreigde een handelsoorlog uit te breken, met de – later opgeschorte – tarieven op goederen uit Mexico en Canada, en met nieuwe dreigementen van Trump richting Europa. „Leden die apparaten maken en in de machinebouw zitten, hebben daar zorgen over.”
Na zijn gesprek met Hoekstra dacht Henrar: op sommige punten hebben de Amerikanen misschien wel gelijk. Maar de handelsoorlog die nu dreigt, die gaat echt te ver. „Als je kijkt naar de verhoudingen, dan exporteren wij voor 500 miljard euro naar de VS, andersom komt er voor zo’n 380 miljard naar de EU. Dus er is een tekort. Maar dat zijn alleen maar de goederen. Doe je de diensten erbij, dan is dat tekort veel en veel minder groot.”
De industrie is midden in het geopolitieke spel terechtgekomen. In de afgelopen vier jaar speelde er nog nooit zoveel als nu: naast de handelsoorlog loopt Europa het risico gemangeld te worden tussen de sneller groeiende grootmachten VS en China. De verduurzaming van de industrie verloopt moeizaam. Het continent wil een eigen defensie-industrie. Wereldwijde aanvoerlijnen zijn niet meer populair, politici hebben de mond vol van ‘strategische autonomie’.
De Europese Unie zet het behoud van haar welvaart op het spel als zij achterblijft in economische groei op de VS en China en de productiviteit hier niet toeneemt, stelde Mario Draghi in een rapport dat in het najaar van 2024 verscheen. Hij roept daarin op om 800 miljard euro te investeren in innovatie, om „een langzame doodsstrijd” te voorkomen. In een ander veelbesproken EU-rapport zette een andere Italiaanse ex-premier, Enrico Letta, uiteen hoe de Europese interne markt is vastgelopen en moet worden losgetrokken.
Industriepolitiek staat voor het eerst in jaren weer hoog op politieke agenda’s. Vorige week presenteerde de nieuwe Europese Commissie een Concurrentie Kompas, waarin tal van nieuwe initiatieven worden aangekondigd om de Europese economie innovatiever en concurrerender te maken. Het schrappen van onnodige regels en het aanjagen van innovatie zijn belangrijke onderdelen daarvan, terwijl de Commissie stelt dat ze niet wil tornen aan duurzaamheidsdoelstellingen. Daar wordt wel voor gevreesd.
„Draghi en Letta hebben voor een wake-upcall gezorgd”, zegt Henrar. „We hebben ons in Europa rijk gerekend, we leunden achterover en zijn lui en vet geworden. Nu zijn we te laat wakker geworden.” Het komt er volgens Henrar op aan ook echt iets met „deze goede analyses” te doen. „De bureaulades in Nederland en Europa puilen uit met rapporten.”
In een gesprek op het FME-kantoor langs de A12 in Zoetermeer legt Henrar samen met FME-directielid Willem Wensing uit wat zij zien als risico’s en wat er voor de technologische industrie in Nederland zou moeten gebeuren. Deze week overhandigt de branchevereniging een elfpuntenplan dat is onderschreven door prominente leden als ASML, Thales, Fokker, Philips, NXP, Tata Steel en VDL, en jongere bedrijven als Solarge en Hardt Hyperloop. Het is een oproep om de plannen van Draghi snel uit te voeren, waarbij tussen de regels de waarschuwing doorklinkt voor de gevolgen als dit niet gebeurt. „Dat zou heel erg zijn.”
Is de reactie van de Europese Commissie op Draghi niet bemoedigend? Het is misschien wel het meest pro-bedrijfslevenpakket in jaren.
„Het goede is dat Brussel de problemen is gaan onderkennen. Alleen is de praktijk soms anders dan de woorden. Er is een eerdere Commissie geweest die aankondigde de regeldruk met 25 procent te verminderen. Dat werd toen weggestemd door het Europees Parlement. Het probleem met Brussel en Den Haag is dat alles stroperig en taai verloopt.”
Het Draghi-rapport is pas een paar maanden oud en de Commissie komt nu al met een heel kompas met plannen voor veel sectoren. Brussel lijkt er juist vaart achter te zetten.
„Ik zie een change of tone en attitude. Alleen de praktijk is soms anders dan de woorden. Bijvoorbeeld: hoe reageren de afzonderlijke lidstaten hierop? Nederland zal hier ook in mee moeten doen.”
Is dat ingewikkelder nu de regering deels bestaat uit eurosceptische partijen?
„Ja, zonder meer. Maar partijen komen er ook wel achter dat je dit niet alleen kunt doen als land. Ik zie twee ministers, Dirk Beljaarts (EZK, PVV) en Sophie Hermans (Klimaat en Groene Groei, VVD), die dat wel onderkend hebben.
„Het is mooi dat Brussel nu iets wil doen aan alle bureaucratie. Maar Nederland is ook kampioen geweest in het zetten van ‘nationale koppen’ bovenop Europese regelgeving, door hogere doelstellingen en eigen regels vast te stellen. Dit kabinet heeft gezegd dat ze dat willen afschaffen. Maar dat gaat nog niet snel genoeg.”
Investeringsbank
In het elfpuntenstuk bepleiten de FME en aangesloten bedrijven maatregelen die deels klassieke FME-punten zijn: regels wegwerken, handelsverdragen sluiten en energiekosten voor het bedrijfsleven verlagen. Andere voorstellen zijn opvallender, zoals technische studies gratis maken. Volgens Henrar hebben de VS 30 procent meer afgestudeerden in deze richting dan Europa.
De FME richt zich vooral op de Nederlandse regering en het doorvertalen van Draghi naar Den Haag: de 800 miljard euro van Draghi zou volgens de branchevereniging neerkomen op 10 miljard euro per jaar voor Nederland.
Dit kabinet heeft het Groeifonds de nek omgedraaid. U pleit voor een terugkeer ervan?
„Laat ik het breder trekken. We hebben in Nederland de Nationale Investeringsbank gehad, die is afgeschaft. In Duitsland hebben ze de Kreditanstalt für Wiederaufbau, Frankrijk heeft de Bpi, in Scandinavië hebben ze ook iets vergelijkbaars. Wat hebben wij? Invest-NL, met een budget van 1 miljard euro. En alle lof voor Rinke [Zonneveld], want hij heeft zijn best gedaan. Maar hoe komt het dat veel mooie scale-ups en start-ups niet verder komen? Een investeringsbank is daarbij de conditio sine qua non.”
Bpifrance beheert tientallen miljarden euro’s, waarmee het ook in traditionele sectoren als de auto-industrie investeert. Henrar denkt dat zo’n bank ook vreemd kapitaal kan aantrekken, door garanties te verstrekken. „Daarmee kunnen we voorkomen dat onze start- en scale-ups worden gekocht door Amerikanen of Chinezen, of in Londen naar de beurs gaan.” Bovendien komt zo meer geld los uit Brussel, omdat een voorwaarde voor Europees geld vaak is dat een land zelf ook geld erin stopt.
Henrar kijkt ook kritisch naar de pensioenfondsen, die op dit moment zeer beperkt investeren in Nederlandse technologie-startups. „Niet meer dan 0,002 procent van hun belegd vermogen. Onze bedrijven zijn bij pensioenfonds PME aangesloten. We zijn met de directeur gaan praten, en hebben de vakbonden bij dat gesprek gehaald. PME heeft als eerste de stap gemaakt, door samen met InvestNL te investeren. Als PME 1 procent van het belegd vermogen van 50 miljard euro in technologie in Nederland investeert, heb je het over 500 miljoen euro.
„We hebben de kennis. Er is geld. We hebben de laagste staatsschuldquota, 42 procent van het bbp. De vraag is: wil je investeren in innovaties of wil je een Dagobert Duck op de schatkist hebben? Dat is prima, maar dan hebben we over tien jaar te weinig geïnnoveerd.”
U noemt Eelco Heinen een Dagobert Duck?
„Ik zeg: nee, als je een Dagobert Duck op de schatkist hebt…”
Maar hij zit op de schatkist
Willem Wensing: „Het kabinet.” Henrar: „De kosten gaan voor de baat uit. We zitten onder de Lissabon-norm.”
Henrar komt hier in het gesprek regelmatig op terug: volgens het Lissabon-akkoord uit 2020 moeten overheden en bedrijfsleven in de EU ervoor zorgen dat 3 procent van het bbp van een land naar innovatie gaat. Volgens een onderzoek van TNO uit 2024 zit Nederland op 2,2 procent.
U wilt ook het tekort aan technisch personeel oplossen. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan: 25 jaar geleden zaten we daar al met de toenmalige voorzitter daarover te praten. Waarom gaat dit nu wel lukken?
„We hebben nu ook gezegd: als je steeds hetzelfde doet met wat accentverschillen, sla je nog geen deuk in een pakje boter. Wij gaan een heel andere imago-campagne voeren binnenkort, juist om veel meer jongeren via TikTok en andere kanalen voor techniek te interesseren. Want die kijken tien seconden naar de grappige dingen die je ermee kunt doen. Het onderwijs zal ook drastisch veranderd moeten worden. Met meer mensen uit het bedrijfsleven voor de klas.”
De FME wil het collegegeld voor technische studies afschaffen – mbo, hbo en wo. Willem Wensing: „Dan moet je dus een politieke keuze maken.” Zulke voorstellen hebben een lange historie: in 2012 pleitte Ronald Plasterk namens de PvdA er al voor.
Welke studies vallen er dan onder? Alleen aan een TU? Neem theoretische natuurkunde in Leiden: is dat een technische opleiding of niet?
Wensing lacht. „Heb je het over Hans van den Berg?” Van den Berg is de huidige directeur van Tata Steel, hij studeerde natuurkunde in Leiden.
Henrar: „Je zult uiteindelijk de bèta’s meer moeten stimuleren. De jubelstudies…”
Wensing: „…ook belangrijk hè…”
Henrar: „Is dat nou de bijdrage die we willen? Onze economie verandert, we moeten wel de mensen daarvoor hebben en dat moet je stimuleren. Als het allemaal vrijheid blijheid is, dan gaat het niet werken.”
Wensing: „Nou ja, de keuze is er nog steeds.”
Energieprijzen
In het plan van de maakindustrie komt ook de aloude klacht terug dat de energiekosten in Nederland hoger zijn dan in buurlanden. „Zelfs 50 procent hoger dan in Duitsland, waar ze al steen en been klagen”, zegt Henrar. „Dan ben je echt van het padje af.” Hij wijst het argument af dat bedrijven van hogere kosten en belastingen juist innovatiever van worden. „Dat klinkt als een mooi verhaal, maar ik geloof er geen bal van.”
Liggen er voor de Europese industrie juist niet veel mogelijkheden in snellere vergroening, juist nu Trump in de VS er een rem op zet?
„Jazeker. Als je een consistent beleid hebt. Dan kun je veel meer uit de Green Deal halen. Door alle regels lopen wij in Europa alleen maar vertraging op. De Chinezen lachen zich gek, die gaan veel harder met nieuwe technologieën. Wij leven te veel in een oude wereld.”
„De technologie hebben we, in de ontwikkelingsfase gebeurt er veel hier. We hebben ook bewezen dat we veel kunnen, maar we zagen de innovaties naar China verdwijnen en keken er alleen maar naar hoe zij het helemaal overnamen.
„We hebben nog steeds een enorm potentieel. Er zijn echte juweeltjes. Schepen – zowel werkschepen als jachten – die vergroend worden door op ammoniak of waterstof te varen. Of hebben jullie ooit van Stertil in Kootstertille gehoord? Die maken hefboombruggen, voor onder andere Scania en DAF. Die hefboombruggen laden zichzelf weer automatisch op.”
Een van de plannen van de Europese Commissie is het versimpelen en samenvoegen van nieuwe wetgeving over rapportageverplichtingen van bedrijven. Bedrijven moeten uitleggen hoe ze hun duurzaamheidsdoelstellingen halen. Dat is veel werk en de Commissie wil dat versimpelen in een zogenoemde ‘Omnibuswet’ waarin drie wetten voor verslaggeving over duurzaamheid (CSRD), maatschappelijk verantwoord ondernemen (CSDD) en groen investeren (Groene Taxonomie) worden samengevoegd.
Moet die nieuwe wet alleen zorgen voor versimpeling of ook voor versoepeling, waar industrie in andere landen voor lobbyt?
Wensing: „Verduurzaming is geen vraag in onze sector. Het gaat ons echt om versimpeling, niet om versoepeling.”
Toch bestaat er een beeld dat het bedrijfsleven de huidige situatie in de wereld gebruikt om verduurzaming te vertragen.
Wensing: „De FME ondersteunt niet een aanpassing van de doelstellingen onder de omnibuswetgeving. Wij willen voorkomen dat je vrachtwagens vol papier moet invullen. Dus we zijn voor versimpeling door bijvoorbeeld de bovengrens van de omvang van een bedrijf dat hieraan moet voldoen, te verhogen. Om te voorkomen dat een mkb’er een nieuw iemand moet aannemen om deze documenten in te vullen. Gelukkig stelt de Commissie dat nu voor.”
Henrar: „De randvoorwaarden voor verduurzaming moeten goed zijn. Waarom is Nederland het enige land waar de opbrengsten van het emissiehandelssysteem (ETS) – waarin bedrijven betalen voor emissierechten – in de algemene middelen stopt? In andere landen gaat het in verduurzaming van de industrie. Dat gaat nu om 1 miljard euro en dat loopt de komende jaren op tot 7 miljard. Dat is gewoon schandalig.”
De industrie kan hard geraakt worden door heffingen van Trump. Hoe moet Europa reageren als dit gebeurt?
Henrar: „Ik denk dat we ons moeten realiseren: hier zit gewoon een zakenman die dit gebruikt als drukmiddel. Hij zet je tegen de muur en zegt: dit is het! En dan was het eigenlijk zijn eerste bod. Het is wel heel jammer, want we hadden jarenlang een open economie en een nauw aangesloten toeleveringsketen. Maar zoals ik eerder zei: er is nauwelijks een handelstekort. Dus als er heffingen komen, moet Europa gewoon lik op stuk geven.”