Economie

ING investeert veel meer in nieuwe olievelden dan ze rapporteert, claimt Milieudefensie. Niet waar, zegt de bank

Milieudefensie stelt dat ING veel meer betrokken is bij de financiering van uitbreidende oliebedrijven dan de bank tot nu toe beweert. Bovendien zou die financiering de afgelopen jaren zijn toegenomen, ondanks de belofte van de bank zich aan het Klimaatakkoord van Parijs te houden. ING zou op dit gebied veel slechter presteren dan soortgelijke banken. De milieuorganisatie baseert dit op een rapport van onderzoeksinstelling SOMO. De claims vormen een duidelijke opmaat naar de rechtszaak tegen ING, die deze week nóg waarschijnlijker werd toen de bank niet inging op eisen van Milieudefensie.

De timing van het volgens Milieudefensie „explosieve” rapport van de activistische Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen is niet toevallig: deze donderdagochtend presenteert ING de jaarcijfers. NRC kreeg het rapport dinsdag onder embargo ter inzage; ING enkele uren later ook zodat de bank een reactie kon formuleren aan onder meer NRC. Die kwam eind woensdagmiddag: de bank zegt dat het rapport de feiten onjuist weergeeft en dat er door SOMO en Milieudefensie „misleidende conclusies worden getrokken”.

Negatieve conclusies

SOMO trekt de negatieve conclusies over ING’s klimaatimpact op basis van onderzoek naar de lening- en obligatieverstrekking van de bank aangaande olie- en gasbedrijven die nog nieuwe olie- en gasvelden openen. Het baseert zich daarbij op gegevens van financieel databureau Refinitiv (waar NRC ook mee werkt) en op de prospectussen van die financiële producten. Die zijn in veel gevallen openbaar, omdat het vaak gaat om syndicaatleningen (leningen verstrekt door een consortium van banken). Leningen die door ING één-op-één zijn verstrekt aan bedrijven konden niet worden meegewogen, omdat die gegevens niet openbaar zijn. Daardoor gaat SOMO ervan uit dat negatieve klimaatimpact van ING in werkelijkheid nog groter is.

In het jaarrapport over 2023 spreekt ING over 2,5 miljard euro aan zogenoemde ‘upstream-financiering’ – financiering van bedrijven die betrokken zijn bij het openen van oude én nieuwe olie- en gasvelden. SOMO concludeert echter dat alleen al de financiering aan bedrijven die betrokken zijn bij het openen van nieuwe velden minstens 10,6 keer zo hoog ligt: op 26,4 miljard euro. Het verschil zit volgens SOMO in het los gebruik van ING van definities van wat nu precies een upstream-bedrijf is, terwijl daar internationale standaarden voor zijn.

Volgens ING baseren Milieudefensie en SOMO zich op de verkeerde gegevens en methodologie. Ook zijn er kredieten meegerekend die ING helemaal niet heeft verstrekt. „Daarom klopt de conclusie niet.” Het is daarom volgens de bank moeilijk om dit rapport te gebruiken voor „een redelijke en constructieve dialoog”. „Dat is jammer, want we delen de mening dat de overgang naar een koolstofarme economie urgent is. We hebben vertrouwen in onze klimaataanpak en zijn altijd bereid tot discussie.”

Slechter dan andere banken

SOMO stelt verder dat ING ten opzichte van concurrenten slechter is gaan presteren en de kredietverlening in veel uitstoot-intensieve sectoren, zoals scheepvaart en staal, heeft uitgebreid. ING stelde in de eigen klimaatrapportage net na de zomer nog dat ze in de meeste sectoren beter was gaan presteren ten opzichte van wat nodig is om aan het Akkoord van Parijs te voldoen.

Dat SOMO en Milieudefensie zich met name concentreren op de betrokkenheid bij nieuwe olie- en gaswinning, is een direct gevolg van de verloren zaak tegen Shell. In die zaak werd door de raadsheren gezegd dat Shells plannen om nieuwe olie- en gasvelden aan te boren „op gespannen voet lijken te staan” met de doelen van Parijs. Die uitspraak biedt Milieudefensie mogelijk aanknopingspunten in de zaak tegen ING.

ING maakte anderhalf jaar geleden bekend dat het van plan is om in 2040 helemaal te stoppen met de financiering van bedrijven die geld verdienen met het oppompen van olie en gas. In 2030, over vijf jaar, moeten de leningen aan dergelijke bedrijven met 35 procent zijn verminderd. Volgens het rapport van SOMO heeft ING de afgelopen jaren dus juist een omgekeerde beweging gemaakt: de bank is meer gaan financieren in de upstreamsector. Bovendien heeft de bank nog leningen uitstaan aan bij upstream betrokken olie- en gasbedrijven die doorlopen tot na 2050, schrijft SOMO.

Milieudefensie maakte vorige maand bekend dat ze de vorig jaar aangekondigde klimaatzaak tegen ING doorzet, ondanks het verlies in hoger beroep in een soortgelijke zaak tegen Shell. De bank maakte afgelopen dinsdag bekend niet in te gaan op de eisen die Milieudefensie stelt, waarmee een rechtszaak een stap dichterbij is gekomen. Er volgt nog wel een gesprek tussen de twee partijen, maar naar verwachting volgt later deze maand de officiële dagvaarding van ING.




Related Articles

Back to top button