Jamie Li kijkt naar ‘Expeditie Robinson’: ‘Ik hou niet van Timor Steffens’
Kinderachtig als ik ben, heb ik de aflevering verschillende keren teruggespoeld, op zoek naar een spiertrekking. Nada. Na maar liefst tweeëntwintig minuten bungelen als een aap in de brandende zon blijkt Timor de winnaar. Alle andere kandidaten waren allang verslagen in het water plonzen. Niet Timor. Nee, de schoft trekt zich zelfs demonstratief een paar keer op aan zijn bovenarmen. “Ik kan nog wel even doorgaan, ja”, bevestigt hij alsof het niets is. Ik zeg je, die kerel is onuitstaanbaar.
Eigen gebrek
Nu de halve finale van seizoen 24 nadert, kan ik ondertussen een lijstje met Timor-irritaties invullen. Hoe verder we in het programma komen, hoe minder ik nodig heb om me door het ‘half mens, half god’ bang te laten maken. Vandaag, in een teaser voor aanstaande zondag, zie ik hem paraderen op Winners Island in een Adamskostuum. Terwijl zo’n mooie, gespierde bil mij normaal gesproken van de bank deed springen, had ik nu zin om die arme jongen onder zijn kont te schoppen.
Je begrijpt, dit heeft niets met Timor te maken. Er is niets mis met Timor. Dat ik niet overweg kan met de ‘creative director’ (want dat is Timor tegenwoordig officieel) heeft alles te maken met mijn eigen gebrek aan zelfvertrouwen. Die kerel doet natuurlijk niets verkeerd, maar vergeleken met de onstabiele onder ons (zoals ik) is hij te perfect. Timor en ik komen uit hetzelfde geboortejaar, maar hij moest wel even opscheppen als het nodig was. Ik bedoel, dansen met Michael Jackson en onmenselijk lang aan palen hangen. Daarnaast is hij mentaal sterk, walgelijk knap, toont hij discipline, kracht en loyaliteit, heeft hij zo’n dertien sixpacks, een stel goede lippen en is hij, tot overmaat van ramp, in het echt heel vriendelijk en lief. Ook hij beschikt over de nodige zelfspot.
Noem het triest
Om het in perspectief te plaatsen. Ik, ook 37, uitgeput, mentaal verslagen en een fervent wijndrinker, kan dat uiteraard niet aan. En dan negeer of verdraai je automatisch de kenmerken van Timor met opzet. Vanwege mijn eigen tekortkomingen zie ik de dansgod liever als een pronkstuk dan als een inspiratiebron. Noem het treurig, noem het een beschermingsmechanisme, maar eerlijk gezegd wacht ik elke week met spanning tot Timor zal breken. Gewoon om mijn zelfvertrouwen een mooie boost te geven. Timor heeft tenslotte genoeg.