Jazztrompettist Avishai Cohen lijmt binnenste scherven met goud – in jonge virtuoze handen als die van Sidorova is de accordeon in opkomst
Avishai Cohen verwerkt oorlogsverdriet in een gevoelvolle plaat
Het is een gouden reparatie. Een therapeutische metafoor om emotionele wonden te genezen. Net als de Japanse kunstkintsugi lijmt de Israëlische trompettist Avishai Cohen, bekend van lyrische jazz met een melancholische inslag, zijn innerlijke scherven met goud. In zijn geval transformeert hij op zijn album As tot goud as tot goud. In dromen vol hoop herbouwt hij rokende ruïnes.
Er moest iets gebeuren, het kon niet anders. Hoewel de jazztrompettist, die na zijn studie jazz aan het Berklee College of Music in Boston en een daaropvolgende bloeiende carrière in de New Yorkse jazzscene terugkeerde naar Tel Aviv, zich na het uitbreken van de Gaza-oorlog aanvankelijk verlamd voelde. Er stond een rondleiding op de planning. Er stonden opnames gepland voor zijn dertiende album als bandleider. Maar eigenlijk, zei hij tegen zijn band, wilde hij gewoon alles annuleren.
Maar zo verwerken muzikanten het niet. Een maand na 7 oktober gingen hij en zijn kwartet naar de Franse Studios La Buissonne in Pernes-les-Fontaines, de vaste opnamestudio van ECM Records. Ze namen daar As tot goud op, een vijfdelige visuele jazzsuite die door emoties slingert. Er is de wanhopige woede, de verpletterende angst, de melancholie, er is de altijd bloeiende hoop op vrede. Hebben krijsende raketten en loeiende sirenes in het dagelijkse leven in Tel Aviv de muziek beïnvloed? Hoe kan het ook anders?, zegt Avishai Cohen.
Zijn oproep tot een staakt-het-vuren was ook emotioneel het Transitiefestival in Utrecht dit jaar. Het wederzijdse geweld in deze oorlog: onaanvaardbaar, zei de trompettist in wat een nogal heroïsch concert werd. Aan de ene kant sprak hij zich duidelijk uit tegen de oorlogszucht van zijn eigen land. Maar daarna was het vooral de verhalende kracht van zijn muziek – een voorproefje van dit album – die geen indruk achterliet.
Zoals gezegd, over het impactvolle As tot goud hij gaat de diepte in met pianist Yonathan Avishai, bassist Barak Mori en drummer Ziv Ravitz. Het verdriet van de oorlog krijgt zowel op gevoelvolle als harde toon een plaats. Het is een wenteling in de oerduisternis van de pijn. De schok, het ongeloof. Je kunt je voorstellen dat dit in het eerste deel (deel I) een gebrul zou kunnen opleveren, de rollende rollen van Ravitz, donderende pianoakkoorden. Maar de sirenes klinken ook: Cohens trompet klinkt hoog en schril in vallende notenbogen.
Maar eerst is er een fluit, daar hebben we Cohen nog niet zo vaak op gehoord. Alles lijkt eerst rustig, in een meeslepende melodie die gaandeweg intenser wordt. Dan neemt zijn trompet het over, wollige, tedere verzen worden bitterder: alles wordt anders.
Aan de ene kant wel As tot goud een evenwichtig geheel, van duisternis tot hoop met de meeste dynamiek in ‘Part II’ en ‘III’. Aan de andere kant is het een emotioneel geladen werk. In geconcentreerd spel reflecteert Cohens kwartet samen op hoe het leven verandert in donkere klanken. Die muzikale verwerking kan zwaar zijn, soms heel zoekend, soms jazz met een gouden glans.
De twee slotstukken lijken een stijlbreuk te zijn. Zijn ‘Adagio Assai’ van Ravel is lyrisch op de bugel. Het uitgangspunt voor ‘The Seventh’ is ‘gewoon’ een prachtige melodie geschreven door zijn dochter. Maar je begrijpt wat hij wil. Smeulende as moet eruit.
Sidorova toont de klassieker
kracht van de accordeon
Vroeger – en voor sommigen misschien nog steeds – riep de accordeon het beeld op van een ouderwets folkinstrument bij uitstek. Onterecht, want in de virtuoze handen van een jonge, eigenzinnige generatie heeft de accordeon het afgelopen decennium een indrukwekkende opmars gemaakt, vooral in de klassieke muziek. In Nederland kennen we Vincent van Amsterdam die Bachs speelt Goldbergvariaties opname. Frankrijk heeft Richard Galliano, Théo Ould en Félicien Brut, België Philippe Thuriot, Litouwen Martynas Levickis, Finland Janne Valkeajoki en Portugal João Barradas. En bij die ‘voorhoofden’ hoort ook de Laatste Ksenija Sidorova.
Op haar Kruispunt het gaat om een componist die vaak terugkeert in het werk van accordeonisten, al heeft hij nooit een noot voor het instrument geschreven, want toen de ‘pulpzak’ werd ontwikkeld, was Johann Sebastian Bach al bijna tachtig jaar dood.
Er is iets onmiskenbaar aantrekkelijks aan de klank van de accordeon. Het instrument is een soort piano die kan ademen; een orgel kan dat ook, maar het blijft vooral één wonderbaarlijk apparaatwaar de intieme accordeon het menselijk lichaam binnenblaast. Qua klank creëert dit een fysieke nabijheid, een warmte. Hoewel Sidorova vertrekt in de Chaconne hoorde van de Oekraïener Sergej Akhunov dat ook de accordeon geen onbekende is in agressie. Niet voor niets noemt ze hem grijnzend ‘het beest’.
Sidorova bewijst in een arrangement van Bach hoe geschikt het instrument voor Bach is Eerste klavecimbelconcertdie de componist zelf componeerde uit delen van cantates en waarvan hij waarschijnlijk ook een verloren gegane versie voor orgel schreef. Met haar accordeon wisselt ze prachtig af met de snaren van de Sinfonietta Riga om daar vervolgens weer bovenuit te stijgen. Dirigent Normunds Sne bewaart vakkundig de balans tussen de orkestrale kracht en de intimiteit die Sidorova belichaamt.
Ze speelt nog steeds de orgelprelude van Bach Ik bel je, Heer Jezus Christus. Werk de andere stukken af Kruispunt zijn grotendeels aan Bach verschuldigd. Het meest meeslepende is het vijfdelige werk Chaconne van Akhunov (1967), waarin accordeon, vibrafoon en orkest een spannende dialoog aangaan die een mozaïek van stemmingen schetst van meditatief tot dramatisch en muzikale Bach-citaten koppelt aan traditionele Japanse tonen.
Akhunov componeerde het werk zes jaar geleden, maar herschreef delen ervan, waardoor ze rustiger en bedachtzamer werden in het licht van de oorlog in zijn geboorteland. “Muziek verzet zich nu tegen de brute kracht die niets creëert, maar alles probeert te vernietigen wat wordt geproduceerd door stilte, nederigheid, talent en werk”, schrijft hij.
Het maakt Kruispunt tot een album met betekenisvolle verbindingen die niet alleen de blijvende waarde van Bach benadrukken, maar ook laten zien dat zijn ideeën groter zijn dan hijzelf.
Steen
Pixies – De nacht dat de zombies kwamen
Reünies van rocklegendes zijn altijd lastig: wat blijft er over van de oude magie? The Pixies (1986-1993, 2004-heden), van wie Nirvana ooit dankbaar het dynamische hard-zacht-luid-trucje overnam, kwamen helaas nooit in de buurt van hun eerste vier albums. Zelfs niet – of helemaal niet – op hun tergend saaie tiende album met de bitter passende titel De nacht dat de zombies kwamen. Ze zijn nog niet dood, maar ze leven ook niet meer. (Frank Provoost)
Steen
Hoge zichtbaarheid – Rondleiding
Is het (post-)punk/hardcore, indierock of no wave? De leden van het Britse kwintet High Vis ontstegen de wilde punkscene waarin ze opgroeiden door een meer ontspannen geluid te smeden, werden een hype en verruilden kleine zalen voor festivalterreinen. Ook op hun derde album Rondleiding ze klinken ergens tussen The Clash, The Cult en The Cure, al bleef zanger Graham Sayle nog een tijdje boos blaffen. (FP)
Knal
Charli XCX – snotaap en het is compleet anders, maar ook nog steeds een snotaap
Is ‘Brat-zomer’ voorbij? Bij lange na niet. Charli XCX kent het succes van haar felgroene zomeralbum Brat uit te breiden met deze complete ‘rework’: alle nummers krijgen nieuwe melodieën, producties en teksten, waaronder Bon Iver en Billie Eilish. Het klinkt losser, experimenteler. Eeuwige underdog Charli wordt ineens aanbeden, ze zingt erover met haar no-nonsense eerlijkheid. (Cecile van Wijnsberge)
Knal
Oscar en de Wolf – Smaak
Max Colombie, de man achter synthpopproject Oscar and the Wolf, is er niet meer Smaak openhartig over zijn ‘langzame dans met de duivel’: het feesten, de drugs, het escapisme en de vernietiging. Op het ene nummer verdwijnt hij in de roes van de dansvloer, op het volgende blijft hij alleen achter met de stilte en de scherven. Een melancholisch album dat qua geluid nergens zo rauw en intens wordt als wat de teksten beschrijven. (CvW)
Ziel
Ziel Bnnyhunna – Echo’s van gebed
Toetsenist en producer Bnnyhunna maakte afgelopen zomer grote indruk op de festivals met de manier waarop hij emotie in muziek legde. Op zijn debuutalbum brengt hij op verhalende wijze soul, jazz, een vleugje gospel, dancehall en Ghanese high life samen. En hoe, bijna als een levensgeleider. Dit album is verbazingwekkend goed. (Jonasz Dekkers)