Kunstenaar Ibrahim Abu Khadouj houdt het Syrische houtbewerkingsambacht levend in ballingschap
Walnoot, rozen, kers, citroen, olijf, esdoorn. De Syrische kunstenaar en houtbewerker Ibrahim Abu Khadouj (60, bijnaam Abu Hani) noemt één voor één de houtsoorten op een werktafel in zijn atelier. In de stoffige kamer staan grote houtbewerkingsmachines en achterin staat zijn werk tentoongesteld. Abu Hani is een meester in een typisch Damasceen ambacht: mozaïek, een techniek van ingelegd hout.
Nadat hij een patroon heeft ontworpen, begint hij elk kunstwerk met het maken van het mozaïek. Hiervoor worden lange stokken uit verschillende houtsoorten in geometrische vormen gesneden en vervolgens stevig aan elkaar gelijmd. Hiervan worden zeer dunne plakjes gesneden. De resulterende mozaïeken worden ingelegd in houten kisten, schaak- of backgammonspellen, meubels of spiegellijsten.
Na het oliën van het hout komen de verschillende kleuren die in het mozaïek zijn vastgelegd tot hun recht: het citroenhout wordt geler, het kersenhout roder, het notenhout dieper bruin. Soms wordt er parelmoer aan de mozaïeken toegevoegd.
De kunst van het houten mozaïek bloeide aan het einde van de negentiende eeuw in Damascus, Ottomaans Syrië. De ontwikkeling van de techniek wordt vaak toegeschreven aan de vakman Girgis Bitar. Ook in de eeuwen daarvoor was Syrisch houtwerk beroemd. Met verschillende houtsoorten, voornamelijk uit Syrië zelf, ontstonden verfijnde en complexe kunstwerken van hout, waar elders in de regio veel vraag naar was.
Vlucht uit Damascus
In ballingschap heeft Abu Hani een werkplaats in een industriële buitenwijk van de Jordaanse hoofdstad Amman, waar hij in mei 2012 uit Damascus vluchtte. Abu Hani is een zachtaardige man van weinig woorden. Hij vertelt liefdevol over zijn vak en de houtsoorten. Als het over de oorlog in Syrië gaat, wordt zijn verdriet voelbaar in de studio. Zijn wijk Jobar, in het oostelijke deel van Damascus, is zwaar gebombardeerd door de regeringstroepen van Assad. Nadat Abu Hani met zijn gezin was gevlucht, werden zijn huis en werkplaats verwoest. “Een van mijn neven werd aangehouden bij een controlepost tussen Damascus en het omliggende platteland en is sindsdien verdwenen.”
Er wonen ruim 600.000 geregistreerde Syrische vluchtelingen in Jordanië. Nu het regime van president Bashar al-Assad gevallen is, zijn sommigen van hen teruggekeerd naar Syrië, vaak tijdelijk om familieleden te zoeken of om de status van hun oude huizen te controleren. Dit is nog geen probleem voor Abu Hani. Op zijn telefoon toont hij een filmpje dat hij onlangs kreeg van een kennis van Jobar, die vorige maand na de val van Assad voor het eerst naar het voorheen gesloten gebied kon terugkeren. Zijn oude wijk ligt volledig in puin.
Voor de oorlog hadden meer dan twintig ambachtslieden van houten inlegwerk uit Damascus een werkplaats in de stad, van wie sommigen de afgelopen jaren tijdens de burgeroorlog waren gevlucht. De familie van Abu Hani was verspreid over Jordanië, Turkije, Zwitserland en Canada.
Abu Hani’s liefde voor het mozaïek begon op veertienjarige leeftijd, toen zijn broer een werkplaats opende tegenover hun huis in Jobar en na school bij hem in de leer ging. Hij besloot al snel de school te verlaten en zich volledig te concentreren op houtbewerking, wat aandacht en precisie vereist. “Het heeft tien jaar geduurd voordat ik het vak volledig onder de knie had en zelfstandig een stuk kon maken.”
Syrisch notenhout
Nadat hij naar Amman was gevlucht, creëerde Abu Hani een stukje Damascus in een nieuwe werkplaats. Het hout waarmee hij werkt komt deels uit zijn geboorteland, dat hij sinds 2012 niet meer heeft gezien. Een van zijn favoriete houtsoorten, walnoot, komt uit Ghouta, het groene gebied ten oosten van Damascus, grenzend aan zijn oude woonplaats Jobar. Het district Ghouta was getuige van een van de meest gruwelijke aanvallen van het Assad-regime toen het gebied in handen was van gewapende oppositiegroepen. Assad gebruikte daar in 2013 chemische wapens tegen de bevolking.
De studio van Abu Hani in Amman ademt Damascus. Tegelijkertijd leidt zijn werk ook af van de wereld buiten het mozaïek en de herinneringen aan de oorlog. “Als ik aan het werk ben, denk ik aan niets anders.” Hij maakt vooral klassieke ontwerpen, met ingelegde mozaïeken in vierkante, rechthoekige of stervormen. Maar hij ontwerpt ook meer experimentele ontwerpen: een van de mozaïeken op een houten kist is geïnspireerd op het patroon van oude tegelvloeren in de huizen van Damascus. Zijn kunstwerken worden zowel in het buitenland als in Jordanië verkocht.
Om ervoor te zorgen dat het ambacht niet in de vergetelheid raakt, wil Abu Hani de techniek doorgeven aan de volgende generaties en leidt daarom studenten – waaronder zijn 33-jarige zoon – op in zijn atelier. Het zal ook tien jaar duren voordat ze de kunst volledig onder de knie hebben, denkt hij. Telefoons zijn tijdens de lessen verboden in de werkplaats. “Je moet kalm en geduldig zijn en doorzettingsvermogen hebben.”