Economie

Last van inflatie zit (deels) tussen je oren, zeggen economen

NOS Nieuws

  • Charlotte Boström

    Redacteur Economie

  • Charlotte Boström

    Redacteur Economie

Het is al jaren een bekend geluid: boodschappen in de supermarkt worden door de inflatie steeds duurder. En 85 procent van de deelnemers aan een peiling van Ipsos denkt dat levensmiddelen ook de eerste helft van dit jaar verder in prijs zullen stijgen.

Maar in werkelijkheid vallen de prijsstijgingen in de supermarkt juist mee.

Zo bedroeg vorig jaar de inflatie op consumentengoederen en -diensten (bijvoorbeeld kleding of kappers) 3,3 procent, terwijl voedingsmiddelen ‘maar’ 1,1 procent in prijs stegen vergeleken met een jaar eerder.

Hoe komt het dan dat veel mensen toch inflatiepijn ervaren, terwijl de cijfers een ander verhaal lijken te vertellen? Drie economen vertellen waarom we dit zo ervaren.

Onze hersenen zijn gewoon traag

Een factor is de menselijke neiging om aan te nemen dat recente gebeurtenissen zich opnieuw zullen voordoen in de nabije toekomst. De inflatie was recent hoog, en dan gaan we onbewust denken en voelen dat dat nog steeds zo is. Onderzoekers noemen dat extrapoleren.

“Mensen doen dat vaak met cijfers, blijkt uit onderzoek”, zegt Kim Peijnenburg, hoogleraar huishoudeneconomie aan Tilburg University. “Waarom onze hersenen zo traag zijn, daar is geen duidelijk antwoord op. Het is wel een typisch voorbeeld van verkeerde verwachtingen die wij als mensen scheppen over onze omgeving.”

Wat is inflatie überhaupt?

Een andere factor is dat inflatie een lastig begrip is. Bijna een kwart van de respondenten wist niet hoe inflatie in elkaar zit, concludeerden onderzoekers bij de universiteit in Groningen.

Inflatie is een abstract begrip, zegt CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen. Mensen letten vooral op de hoogte van de prijs en niet zozeer of iets duurder wordt. “Dat je in de supermarkt nog steeds schrikt van hoge prijzen komt niet doordat ze in de laatste maand veel zijn gestegen. Het komt doordat mensen de prijzen van een paar jaar geleden nog steeds als normaal beschouwen.”

Vandaar dat het begrip inflatie misschien vooral relevant is voor economen, zegt Van Mulligen. Maar voor consumenten telt vooral het prijspeil, denkt hij.

Als je drinkt, rookt en huurt is het wel een ander verhaal

Daar komt bij dat het inflatiecijfer van het CBS een gemiddelde is. Maar in werkelijkheid hebben burgers een verschillend uitgavepatroon en ook verschillende lasten. De een ervaart daardoor meer inflatiepijn dan de ander.

Zo gingen vorig jaar de accijnzen op alcohol en tabak omhoog. Ook de huren stegen flink, concludeert Marike Knoef, hoogleraar economie en werkzaam aan de universiteiten in Groningen en Tilburg. “De huur is een grote kostenpost. Dus als mensen zeggen dat de inflatie heel hoog is, kan dat in hun situatie ook zeker het geval zijn. Wie een koophuis heeft en een vaste rente heeft daar natuurlijk geen last van.”

Onderzoek toont aan dat mensen vaak een verkeerd beeld hebben van hoe hoog de inflatie daadwerkelijk is. Dat beeld baseren ze dus vaak op het recente verleden.

Dat dit een probleem is, constateerde de Europese Centrale Bank al vóór de forse prijsstijgingen in 2022. Volgens hoogleraar Peijnenburg maken de inflatieverwachtingen van mensen “enorm veel uit”. Wanneer mensen de inflatie overschatten geven ze meer geld uit, omdat ze denken dat hun geld morgen minder waard zal zijn. “Dat leidt alleen maar tot nog meer inflatie. Daarom is het belangrijk dat mensen een correct beeld hebben van de prijzen. Vaak zijn de stijgingen minder heftig dan wat ze denken.”

Hoe krijg je voor elkaar dat mensen een reëel beeld krijgen van de inflatie? De economen zien hier een taak vooral journalisten, onderzoekers en overheidsinstellingen. Zij zouden duidelijk en specifiek moeten zeggen wat er duurder of goedkoper wordt, juist omdat er geen gemiddelde consument is.

Ook zouden ze steeds duidelijk moeten zeggen over welke periode de inflatiecijfers gaan.

Related Articles

Back to top button