Met 4 seconden per dag priegelde Nina Gantz zich naar een Oscarnominatie
NOS Nieuws•
“Ik heb er nooit, nooit echt over nagedacht dat de Oscars überhaupt een optie zouden zijn”, lacht Nina Gantz, regisseur van Wander to wonder, die vannacht in Los Angeles meedingt naar de prijs voor Korte Animatie. “Mijn filmpje is niet heel doorsnee, het is best een wild ride. Ik heb nooit bedacht dat het voor het Amerikaanse publiek zou werken.”
In haar animatie proberen drie minimensjes te overleven na de dood van de presentator van het kinderprogramma dat ze samen maakten. In dik 11 minuten zet Gantz de ontregeling neer die de poppetjes voelen, van stoïcijns doorwerken tot totaal losgeslagen.
“Voor mij komt de leukste humor uit de treurigheid”, zegt ze voorafgaand aan de ceremonie tegen NOS-podcast De Dag. “Omdat er best vaak zware onderwerpen in mijn films zitten, vind ik het het allerbeste om dat op een lichte manier te benaderen. Het moet een soort contrast hebben.”
Inspiratie voor de bizarre ontrafeling van een geliefd kinderprogramma haalde Gantz uit het misbruikschandaal rond ‘kindervriend’ Jimmy Savile van de BBC. Ineens bleken de jeugdherinneringen van een hele generatie tv-kijkertjes bezoedeld door zijn wandaden. In Wander to wonder vermengt ze nostalgie en onschuld met vervreemding en walging.
Bekijk hier de hele film:
Gantz worstelde acht jaar lang met de invulling van dat gegeven. De puzzelstukjes vielen pas echt op hun plaats toen ze het verhaal radicaal omgooide: speelde de bedenker van de fictieve serie eerst nog een rol, ineens zag Gantz in dat juist zijn dood het verhaal richting zou geven. Zijn tragisch-komisch uitgestrekte benen in beeld vergroten het isolement van de verweesde poppetjes.
Katalysator van dat idee was een eigen trieste ervaring, toen ze tijdens de covid-pandemie haar schoonvader verloor. “Toen zag ik hoe iedereen anders omging met de eigen rouw. Sommigen voelden zich misschien zelfs een beetje bevrijd, omdat het zo lang had geduurd en anderen hielden heel erg vast aan zijn legacy. Dat is toch in het verhaal terechtgekomen.”
Monnikenwerk
Gantz gebruikte stopmotion naast een levende acteur, een techniek die door de legendarische specialeffects-regisseur Ray Harryhausen werd gebruikt in avonturenfilms als Jason and the Argonauts (1963) en Clash of the Titans (1981). “Ik vond dat zo mooi hoe dat gecombineerd was, dat je het tastbare, het handmatige werk van die stopmotion nog ziet maar het toch heel overtuigend is.”
Makkelijk was het niet. Bij stopmotion moeten er per seconde film 25 foto’s worden genomen, waarbij de poppetjes stuk voor stuk een piepklein beetje worden verplaatst. Slechts vier seconden film per dag was daarbij de vuistregel voor Gantz.
Een pot augurken die kapot valt was een huzarenstukje: elk van de twintig augurken en alle scherven moesten telkens op hun eigen voetstukje worden verplaatst, met daaroverheen nog siliconenkit om het weg spattende sap te verbeelden.
Het stelde Gantz’ geduld op de proef, maar ze noemt het ook meditatief. “Ik denk nooit na over hoeveel frames ik heb gedaan, want daar word je heel ongelukkig van. Maar het is ook magisch: je hebt gewoon zo’n pop in je handen die niks doet maar als je frame voor frame monteert met de stemmen eronder, komen ze tot leven. Dat is een kick.”
Of het allemaal ook een Oscar waard is, zal Gantz vannacht ontdekken. Zelf is ze bescheiden over haar kansen. “Ik ben er vrij nuchter in”, zegt ze vanuit LA. “Het is gewoon al heel bijzonder dat we hier zijn. Dat neem je voor je leven mee.”