Met een grote ironie, toont de warme winkel onze problematische relatie met de natuur
Het donkere pimpernelblauw. Die vlinder is de reden dat iedereen in het publiek een plastic glas gin-tonicum in hun hand heeft. De vlinder was heel gebruikelijk tot de jaren 1970, zegt acteur Vincent Rietveld, maar vanwege de intensivering van de landbouw verdween hij op meer en meer plaatsen, totdat hij alleen in Nederland kon worden gezien in de weg van de N274 in Limburgse Posterholt. Tenminste, totdat de gemeente per ongeluk vergat dat de vlinder daar was en de weg in de vliegtijd maaide. In 2023 werden slechts vijf exemplaren van de vlinder geteld. Geen in 2024. Het lijkt erop dat het donkere pimpernelblauw niet langer in ons land plaatsvindt. Proost.
Een beaute avond, kalm en vrij is een samenwerking van Rietveld, kernlid van de warme winkel – je weet dat bedrijf dat om onverklaarbare redenen niet langer een multi -year subsidie ontvangt van het Fund Performing Arts Fund – en artiest Princess Isatu Hassan Bangura, die Theo d’Or in 2024 won Voor de meest baanbrekende toneelprestaties met zijn solo -prestaties Grote apen van de westkust. De samenwerking leidt tot een prachtige uitvoering die het midden is tussen een herdenkingsceremonie en iets dat je een klimaatgerelateerde kleurrijke avond zou kunnen noemen.
In feite was het plan in de voetsporen van de Britse dichter William Wordsworth om de schoonheid van de natuur te zingen: “Bangura introduceert de uitvoering, maar geleidelijk kwamen ze erachter dat het kneep: de schoonheid van de natuur die zong in een tijd van massa uitsterven.
Lees ook
Prinses Isatu Hassan Bangura schetst haar Afrikaanse wezen
Big Pinch -ironie
In een reeks daden, vaak goed, enigszins knuffelig en met een grote snufje ironie (“En dan ga ik een dans doen die ik heb gemaakt.”) Denk Rietveld en Bangura na over levensvormen die wij, “als een Olifant bij de porseleinen kast is vervaagd ”, laat het verloren gaan en de persoon die we gaan verliezen. Voor hen is het op basis van onze problematische relatie met de natuur. Zoveel moeite om onszelf als een dier te beschouwen, als de natuur,?
We worden gegeven door Rietveld, die een ietwat stoffige presentator neerlegt, lees een lijst met diersoorten die sinds Wordsworth zijn uitgestorven (zo ongeveer de afgelopen tweehonderd jaar). Bangura krijgt een steen uit een emmer water voor elk genoemde dier en plaatst deze respectvol op een wit canvas. De lijst is lang en geenszins compleet, wat niemand zal verrassen.
Sommige handelingen zijn enigszins duidelijk, zelfs een beetje zwak. Er is bijvoorbeeld een ‘visuele bijdrage van het technische team’, bestaande uit flitsende lampen en een kleine podiumrook, getiteld ‘afwezigheid van afwezigheid’.
Door merg en been
Andere fragmenten gaan meer mee. Er is bijvoorbeeld de handeling waarin Bangura verandert in een wezen op de squat en op zichzelf lijkt te mompelen, een beetje schommelen. De mompel wordt luider, de blik verschuift van binnen naar buiten, van rusteloos naar alert naar Panisch, hij roept, schreeuwt. Schreeuw. We zien een dier in gevaar, dit krijsen lijkt ouder te zijn. Het gaat door merg en been.
Ook uit Bangura: een Engelstalige (eigen) tekst, ontzagwekkende en zeer muzikale, waarin ze zich wendt tot de dierenwereld in taal- en beeldpoten.
Waarom zijn we zo passief, zo onaangetast, terwijl door ons in noodtempo de ene soort sterft na de ander? Dat is de vraag die ligt als een basistoon onder de hele uitvoering. Waarom raakt het lot van het donkere Pimpernel -blauw ons nauwelijks aan? Omdat net zoals het pimpernelblauw de grote pimpernelplant nodig heeft om eieren te leggen, en mierenlarven om de rupsen te voeden, hangt ons eigen bestaan ook af van andere soorten.
In de prachtige, woordeloze slots -scène, die begint als een ritueel waarin de twee, tussen de stenen in spiraalvormige vorm, wassen met klei en water, Bangura en Rietveld de aandacht vestigen op de spoedige man. Omdat we daar in onze onverschilligheid kunnen uitstappen: het moment dat ook wij kunnen worden toegevoegd aan Rietveld’s lijst met uitgestorven zoogdieren. En dan misschien een dier – een mierener, of een kikker, of een kever – ontmoet een fossiel van een groep mensen. Om vervolgens, spreekwoordelijk, de schouders op te hekken.
Lees ook
Vincent Rietveld wordt uitgebracht door Bike op een theatertour