Nederland

‘Nesjomme’: unieke archiefdocumentaire over Joods Amsterdam in het interbellum

Verdwenen en nog bestaande overblijfselen van Joods Amsterdam spelen de hoofdrol in de unieke archiefdocumentaire Nesjomme van Sandra Beerends, de Nederlandse filmmaker met Indiase roots die eerder de bekroonde Indische film maakte Ze noemen mij Baboe (2019) gemaakt. Daarin bracht zij het verhaal van de fictieve Javaanse kinderverzorgster Alima tot leven en gaf daarmee stem aan de vele persoonlijke verhalen van de Indonesische vrijheidsstrijd. Van NesjommeHebreeuws voor ‘ziel’, dook ze in de geschiedenis van haar joodse echtgenoot en bouwde tussen de twee wereldoorlogen uit veelal onbekend archiefmateriaal een monument voor Joods Amsterdam.

Opnieuw krijgt een vrouw de verhalende stem. Uit gesprekken met de laatste overlevenden en archiefonderzoek componeerde Beerends het verhaal van de jonge Rusha, dochter van een socialistische diamantbewerker. Als haar broer Max na de Eerste Wereldoorlog besluit zijn geluk te beproeven in Nederlands-Indië, brengt ze hem per brief verslag uit over de veranderingen in de stad. Eerst is er hoop, energie en nieuw elan, er worden films vertoond in bioscoop Tuschinski, de Berlageburg wordt geopend. Maar in de jaren twintig werd de situatie grimmiger. Toen in 1929 het Paleis voor Volksindustrie afbrandde, ging ook ‘het symbool dat je hier als Jood echt iets kunt bereiken’ in vlammen op.

Voor de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust was ongeveer één op de tien Amsterdammers joods, hun gezichten leren we kennen in naaiateliers en diamantateliers, op straat en in de huiskamer tijdens Pesach. We zien hoe de oude jodenbuurt van de Jodenbreestraat tot de Nieuwe Kerkstraat wordt gesloopt en hoe NSB-vlaggen in het straatbeeld verschijnen. Rusha legt uit hoe Duits-Joodse vluchtelingen na de Kristallnacht niet welkom waren in Nederland, en wijst ook op minder bekende delen van de geschiedenis, zoals de verwevenheid van de Joodse diaspora met de koloniale geschiedenis. Ze eindigt elke letter met een schaakzet. Voor wie dit spel nog eens wil herspelen: het is gebaseerd op een wedstrijd tussen Willem Wolthuis en Max Euwe uit 1946. Een subtiel anachronisme waar een klein draadje hoop in geweven is.




Related Articles

Back to top button