nobel plan dat volgens critici amper werkt
-
Bart Rutten
redacteur Nieuwsuur
-
Bart Rutten
redacteur Nieuwsuur
Altijd al willen weten wat je collega’s verdienen? Over anderhalf jaar treedt een wet in werking die bedrijven verplicht salarissen bekend te maken als werknemers daar om vragen.
Doel daarvan is het verkleinen van de loonkloof tussen mannen en vrouwen. Maar werkt het?
Nauwelijks, zegt onderzoeker Katharina Brütt van de Vrije Universiteit. Deze week publiceerde ze nieuwe cijfers over de Duitse arbeidsmarkt. Daar bestaat loontransparantie, zoals het heet, al langer. Haar conclusie: “Het helpt vrouwen niet. Het schaadt in het meest negatieve geval vooral mannen.”
Loontransparantie wordt in heel de EU verplicht vanaf juni 2026. De maatregel is onderdeel van een pakket EU-wetten dat de loonkloof moet bestrijden. Waar wetenschappers sceptisch zijn over loontransparantie, hebben ze in de andere wetten iets meer vertrouwen.
Het idee van al die regels is dat vrouwen het weten als ze minder verdienen dan mannelijke collega’s. Werkgevers en -nemers kunnen dan samen de kloof dichten.
Maar onderzoeker Brütt tempert de verwachtingen rond loontransparantie. De loonkloof in Duitsland verandert niet en er zijn maar weinig Duitsers die bij hun baas een blik in de boeken eisen. “Uit onderzoek blijkt dat vrouwen, niet specifiek die in Duitsland, zichzelf niet zo graag met anderen vergelijken. En vergelijken is uiteraard belangrijk als je wilt profiteren van loontransparantie.”
Werknemers vrezen voor scheve gezichten.
In het Verenigd Koninkrijk en Denemarken bestaat iets soortgelijks. Daar hoeft de werknemer er niet om te vragen, maar zijn bedrijven verplicht loonstatistieken openbaar te maken. Beleid dat de EU vanaf juni 2026 dus ook invoert.
In het VK en Denemarken verkleint de loonkloof wél, maar niet op de beoogde manier. In die landen daalt namelijk het gemiddelde loon van mannen, in plaats van dat vrouwen er extra geld bij krijgen.
Brütt verklaart dat als volgt: “Het lijkt erop dat werkgevers stoppen een beduidend hoger salaris te geven aan bepaalde werknemers, meestal dus mannen. Want krijgt één iemand veel geld, dan wil de rest het ook.”
Scheve gezichten op kantoor
Het recht om salarissen op te vragen mag dan Europees worden vastgelegd, er is nog altijd een verschil tussen de wet en de realiteit van de werkvloer. Peter Boerman, hoofdredacteur van arbeidsmarktplatform Werk&, denkt dat sommige werknemers vrezen voor scheve gezichten als ze om openheid vragen. “Zeker in de sollicitatiefase.”
Hij verwacht meer van de verplichting om salarisindicaties te geven in vacatures. “Daarvan is bewezen dat het helpt tegen de loonkloof. Alleen: dat gebeurt al relatief vaak in Nederland.”
Al met al denkt Boerman niet dat de nieuwe wetten de loonkloof enorm doen slinken. Het valt hem bovendien op dat bedrijven er nog weinig mee bezig zijn.
Hoe vergelijk je salarissen?
Loontransparantie kan een flink beroep doen op HR-afdelingen, die alles administratief moeten regelen. Een gemiddeld salaris berekenen voor ‘gelijkwaardig werk’ is makkelijker gezegd dan gedaan, legt Corien Dieterman van advieskantoor PwC uit. Sommige werknemers krijgen meer dan collega’s omdat ze langer in dienst zijn of meer werkervaring hebben. Werkgevers moeten dan ‘terugrekenen’ naar een uitlegbaar en vergelijkbaar salaris.
En hoe bepaal je wat gelijkwaardig werk is? “Doe je dat per afdeling? Of per functietitel? Daarbij is het nou eenmaal zo dat bijvoorbeeld IT-specialisten vaak meer verdienen dan HR-specialisten, al zijn ze allebei specialist. Het wordt heel interessant om te zien hoe bedrijven die salarisanalyses precies gaan maken.”
Scepsis bij ondernemers
Ook de horecabranche bekijkt de nieuwe transparantieregels met argusogen en denk dat de implementatie “een uitdaging” wordt. Want, zo zegt een woordvoerder van Koninklijke Horeca Nederland: “In de horeca zijn veel kleinere werkgevers actief die vaak niet de beschikking hebben over HR-ondersteuning. Terwijl door een hoog personeelsverloop en grote diversiteit aan functies de administratieve belasting hoog lijkt.”
Het kán effect sorteren, dus het is zeker de moeite waard.
Janna Besamusca, arbeidssocioloog aan de Universiteit Utrecht, snapt de zorgen van de horecabranche. Ook ziet ze dat loontransparantie in andere Europese landen nog weinig zoden aan de dijk lijkt te zetten. Toch is ze blij met de nieuwe EU-regels. “Ik verwacht niet dat de loonkloof helemaal verdwijnt. Maar het kán effect sorteren, dus het is zeker de moeite waard.”
Want openheid over salarissen kan volgens Besamusca bijdragen aan de onderhandelingspositie van vrouwen en dus het dichten van de kloof. Daarom vindt ze het jammer dat praten over salarissen nog best een taboe is in Nederland. “Het verschilt per sector. Kijk naar de bouw, daar deelt iedereen z’n loonstrookje. Maar in sommige andere sectoren gebeurt dat nauwelijks.”
De verwachtingen van de wetenschappers over de nieuwe regels lopen dus enigszins uiteen. Maar over één ding zijn ze het eens: baat het niet, dan schaadt het niet. Dat vindt zelfs de meest sceptische onderzoeker, Brütt, nadat ze zag dat loontransparantie in Duitsland niet werkt. “Ik zou dus zeker niet willen zeggen dat die EU-wetten er niet moeten komen.”