Northvolt wankelt en daarmee dreigen Europa’s batterijambities ook om te vallen
Zakt Northvolt op heel korte termijn door het ijs? Donderdag werd bekend dat het bedrijf faillissementsbescherming aanvraagt in de VS. Vrijdag bleek topman Peter Carlsson op te stappen. Het zijn zeer pijnlijke ontwikkelingen voor het Zweedse bedrijf, dat juist gold als Europese batterijbelofte.
Carlsson is een van de oprichters en werd in 2016 topman van het bedrijf. In een verklaring over zijn vertrek staat dat het „een goed moment is” om zijn werk „over te dragen aan de nieuwe generatie leiders”, aldus de 54-jarige.
Maar hoe lang is er nog een bedrijf om leiding aan te geven? Een dag eerder was bekend geworden dat Northvolt bescherming tegen schuldeisers aanvraagt via een zogenoemde Chapter 11-procedure in de VS (de Amerikaanse vorm van uitstel van betaling). Met deze procedure kan Northvolt zijn bedrijfsactiviteiten voorlopig voortzetten, terwijl het de schuldenlast herstructureert. Het bedrijf zelf spreekt van een „nieuwe fase”.
Volgens de Britse zakenkrant Financial Times had het bedrijf nog maar 30 miljoen dollar in cash, genoeg om één week door te gaan. Carlsson zelf zei vrijdag tegen journalisten dat het bedrijf ruim een miljard dollar nodig heeft om door te kunnen na de Chapter 11-procedure. „Ik had eerder tijdens de expansie van het bedrijf aan de rem moeten trekken”, zei de vertrekkend topman, om ervoor te zorgen dat de kern van het bedrijf gezond was.
Voordat het geld op was, bleek het geduld van klanten al op te raken. In juni zegde BMW een contract van 2 miljard dollar af, omdat Northvolt niet op tijd voldoende batterijen kon leveren. Volvo beëindigde in oktober de samenwerking in een joint venture, die een nieuwe fabriek in West-Zweden zou bouwen. Het autobedrijf wilde alleen door.
Recordhoeveelheid
Northvolt werd in 2015 opgericht door twee voormalige Tesla-managers als producent van batterijen voor elektrische auto’s. Dat is een sector die vooral wordt gedomineerd door Chinese, Japanse en Koreaanse bedrijven als CATL, Panasonic en LG Chem. Northvolt moest dus het Europese antwoord vormen op de Aziatische overmacht.
Na jaren van onderzoek rolden in 2021 de eerste batterijcellen van de band in de fabriek in Skellefteå. Sindsdien is het bedrijf bezig geweest met het sterk uitbreiden van deze productie in Zweden, maar ook het opzetten van nieuwe fabrieken. Ook in landen als Duitsland, Polen en Canada wilde Northvolt met subsidies van de betreffende regeringen nieuwe gigafabrieken neerzetten.
In totaal haalde Northvolt ongeveer 13 miljard euro op bij geldschieters, een recordhoeveelheid voor Europese start-upbegrippen. Belangrijke aandeelhouders zijn onder meer Volkswagen (met ruim 20 procent aandeel), Goldman Sachs en Siemens. De EU leende via de Europese Investeringsbank meer dan 1 miljard euro aan Northvolt, en ook Zweden stopte geld in het project. Eerder dit jaar sloot Northvolt nog een lening af van 5 miljard euro, die werd onderschreven door grote banken als JPMorgan, Citibank, Deutsche Bank en BNP Paribas. Grote namen als Porsche, Audi, Scania en (tot voor kort) BMW werden klant.
Onwennige fase
Dat het bedrijf nu op het randje van omvallen staat, is pijnlijk voor Europa. Een faillissement zou in schril contrast staan met de ambitie van de Europese Commissie om de innovatiekloof met de VS en China te dichten. Een van de opdrachten daarbij is juist dat Europa in staat is niet alleen technologische vindingen te doen, maar die ook succesvol kunnen omzetten in massaproductie. Daar is veel geld en tijd voor nodig, en dat laatste is er vaak niet door de concurrentie buiten Europa die sterk voorloopt.
Twee maanden geleden verscheen het alarmerende rapport van de oud-Italiaans premier Mario Draghi over hoe de EU snel concurrerender moet worden. Dat rapport beschrijft zelf bovendien ook dat de EU nog maar een marginale productiecapaciteit voor lithium-ionbatterijen heeft, met een aandeel van 6,5 procent van de productie in de wereld. Omdat investeringen in 2023 zijn verdrievoudigd ziet het rapport echter nog de potentie dat Europa zelfvoorzienend kan worden. Met de aantekening dat Chinese producenten in 2030 in staat zullen zijn om de vraag uit de hele wereld aan te kunnen, of zelfs de dubbele hoeveelheid kunnen produceren.
Ondertussen wapent Europa zich op een andere manier, zo schreef de Financial Times deze week. Dat stelt op basis van Brusselse bronnen dat Chinese batterijfabrieken zich wel mogen vestigen in Europa, maar alleen als zij intellectueel eigendom overdragen. Een beetje zoals Europese producenten die verplichting kregen toen zij zich in de afgelopen decennia in China vestigden. Europa kan zo een nieuwe, onwennige fase ingaan van leren van de Chinezen, om ze succesvol te kunnen kopiëren.