NSC en BBB willen referendum over nieuw pensioenstelsel, ministerie en sector vrezen chaos
NSC heeft samen met BBB dinsdag een langverwacht amendement ingediend voor verplichte referenda bij de overgang van het oude naar het nieuwe pensioenstelsel. De indieners van het amendement willen dat deelnemers van pensioenfondsen actief kunnen stemmen over die overstap, wat nu niet het geval is. De nieuwe pensioenwet is na een jarenlange aanloop van kracht en per 1 januari van dit jaar zijn de eerste fondsen overgestapt op het nieuwe stelsel.
Kamerleden Agnes Joseph, Pieter Omtzigt (beiden NSC) en Henk Vermeer (BBB) willen dat deelnemers gezamenlijk instemmingsrecht krijgen bij de overgang naar het nieuwe stelsel. Volgens de Kamerleden is meer inspraak nodig om het draagvlak voor het nieuwe pensioenstelsel te vergroten.
Eigenlijk hebben de indieners van het amendement de voorkeur voor een individueel bezwaarrecht, schrijven ze. Maar omdat de transitie al op gang is en zo’n individuele procedure „lastigere praktische vraagstukken” met zich meebrengt, hebben ze voor een gezamenlijk instemmingsrecht gekozen. Het instemmingsrecht moet per fonds gaan gelden voor zowel gepensioneerden als werkenden die nog pensioen aan het opbouwen zijn. Voor fondsen die al overgestapt zijn naar het nieuwe stelsel, zal het instemmingsrecht niet gaan gelden.
NSC-leider Pieter Omtzigt pleitte al langer voor instemmingsrecht bij de overgang naar het nieuwe stelsel. In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van afgelopen zomer voerde zijn partij hiervoor campagne.
De Telegraaf meldde afgelopen weekend dat aan het eind van de formatie een akkoord is gesloten. Omdat de onderhandelende partijen het niet eens konden worden over het pensioendossier, besloten ze dat het een ‘vrije kwestie’ zou zijn, wat betekent dat partijen niet gebonden zijn aan coalitieafspraken. Daarnaast werd afgesproken dat tot 1 januari dit jaar geen nieuwe plannen zouden worden ingediend, bevestigen Haagse bronnen aan NRC.
Nu die datum verstreken is, laat Joseph in een persbericht weten dat de nieuwe pensioenwet het „onmogelijk [heeft] gemaakt persoonlijk bezwaar aan te tekenen”. Ze verwacht dat haar plannen kunnen leiden tot meer betrokkenheid van pensioendeelnemers en „meer draagvlak”.
Daarnaast publiceerde ze een document waarin ze stelt dat het instemmingsrecht het vertrouwen in het pensioenstelsel kan vergroten. Ook roept ze daarin op tot „realistischere communicatie” over het nieuwe stelsel en te verwachten resultaten „om onnodige teleurstellingen te voorkomen” en „betere mogelijkheden om te sturen op koopkrachtbehoud” – gepensioneerden zijn volgens haar in het nieuwe stelsel minder goed beschermd tegen het risico van inflatie.
BBB-Kamerlid Henk Vermeer zegt in het persbericht tegenstander te zijn van de nieuwe pensioenwet, maar nu die er is, is volgens hem „de deelnemers laten bepalen wat er met het door hen zelf opgebouwde geld gebeurt” het minste wat je kunt doen. Vermeer: „Fondsen vinden dat niet leuk, maar zij zijn er voor de werkenden en gepensioneerden, en niet andersom.”
Angst voor verdere vertraging
De plannen zorgen voor onrust op het ministerie van Sociale Zaken en in de pensioensector, die druk bezig is met de transitie. Men vreest een chaotische situatie met verdere vertraging van de overstap, waar alle betrokken partijen druk mee aan de slag zijn. Bovendien zou het amendement, dat alleen gaat over pensioen dat is opgebouwd onder het oude stelsel, de toch al complexe uitvoering verder bemoeilijken en extra kosten met zich meebrengen.
Vakbond CNV, die in het bestuur van veel pensioenfondsen zit, noemt het „een ingrijpende wetswijziging” die „volstrekt onverantwoord” is. Bestuursvoorzitter Harmen van Wijnen van ABP, het grootste pensioenfonds van Nederland, zei ruim een jaar terug al dat referenda „doorgeschoten schijndemocratie” zouden opleveren. „We hebben zo lang gesproken, het wordt tijd dat we gaan uitvoeren”, zei hij destijds tegen Z360, een interviewprogramma van RTL.
Fondsen vrezen onder meer hoge uitvoeringskosten. Zeker als hun deelnemers tegen stemmen: dan moet het fonds twee systemen naast elkaar in de lucht houden. Voor de nieuwe pensioenopbouw gaan namelijk wel de nieuwe regels gelden, maar voor de oude pensioenopbouw moeten dan de oude regels blijven gelden. Joseph verwacht dat dit wel mee zal vallen, zegt ze tegen NRC. „Ik denk juist dat dit de kans op fouten en chaos kan beperken. Want je legt mensen een echte keuze voor. Daarmee krijg je ook een regeling waar meer draagvlak onder zit.”
Een ander, juridisch bezwaar waar hoogleraar pensioenrecht Erik Lutjens op wijst is dat het referendum in strijd kan zijn met internationale afspraken, die zijn opgenomen in een verdrag van de internationale Arbeidsorganisatie (ILO). Het bewuste verdrag geeft vakbonden rechtsmacht om namens werknemers te onderhandelen over collectieve arbeidsvoorwaarden, zoals rond het pensioenakkoord van 2019 het geval is geweest. Referenda zouden dat collectieve onderhandelingsproces kunnen doorbreken en daarmee de positie van de vakbonden ondermijnen, aldus Lutjens.
Volgende week debatteert de Tweede Kamer over een kleine wijziging van de nieuwe pensioenwet met NSC-minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid). NSC en BBB willen hun amendement daaraan toevoegen. Het is de vraag hoe de grootste coalitiepartner PVV zich daarbij zal opstellen. De partij van Geert Wilders was altijd tegen de nieuwe pensioenwet en zou de indieners van het amendement aan een meerderheid in de Tweede Kamer kunnen helpen. Als dat gebeurt, is het nog onzeker hoe de Eerste Kamer hiermee omgaat. Daar hebben critici van de nieuwe pensioenwet geen vanzelfsprekende meerderheid.
Met medewerking van Christiaan Pelgrim.