Olympisch tafeltennisster en moeder Eerland voelt zich genegeerd door NOC*NSF
NOS Sport•
Olympiër en moeder Eerland klaar met NOC*NSF: ‘Vind dat ik het strijden waard ben’
“Ik heb veel gevoelens. Ik ben boos, teleurgesteld, er gaat van alles door elkaar heen.”
Aan het woord is tafeltennisster en drievoudig olympiër Britt Eerland, die deze zomer op de Olympische Spelen van Parijs tot de achtste finales kwam. “Ik had het jaar graag anders af willen sluiten.”
De 30-jarige Schiedamse kreeg recent te horen dat ze wegens een verandering in visie voortaan geen financiering meer krijgt van van sportkoepel NOC*NSF, de organisatie die de topsportgelden verdeeld.
De sportkoepel verdeelt het geld onder meer op basis van budgetten die het krijgt van het kabinet. Door voorgenomen bezuinigingsmaatregelen snijdt NOC*NSF flink in de financiering van verschillende sporten.
Door het stopzetten van de financiering is de toekomst als topsporter van Eerland onzeker geworden. “Dit is niet mijn grens. Ik kan en wil meer. Het is pijnlijk als je daarin wordt tegengehouden”, zegt ‘s lands hoogstgeplaatste tafeltennisster (43ste van de wereld) voor de camera van de NOS.
Jaarlijks had Eerland de beschikking over zo’n 90.000 euro om haar topsportcarrière te bekostigen. Daarvan werd ruim zestig procent, 55.000 euro, gefinancierd door NOC*NSF. Van het bedrag financierde Eerland alles: van trainingen en vliegtickets tot de fysiotherapeut en een sportpsycholoog.
Zwangerschap
Dat Eerland deze zomer voor de derde keer in haar loopbaan in actie kwam op de Olympische Spelen in Parijs, is op zichzelf al een prestatie te noemen. In maart 2023 beviel ze van een dochter, ze had slechts een jaar nodig om terug te keren op het hoogste niveau.
Omdat Eerland geen A-status heeft, ontvangt ze geen vast basisinkomen. Maar na de Spelen vroeg ze de subsidie voor de komende olympische cyclus met een goed gevoel aan. “Na een supergoed jaar waarin het niet beter kon ging ik er nonchalant in, met het idee dat het goed zou komen.”
Een belletje van haar coach bracht haar het slechte nieuws: ze krijgt voortaan niks meer van NOC*NSF. “Ik ging van een officieel topsportprogramma naar nul”, zegt Eerland. Eerst dacht ze nog dat het om een grap ging. “Wat had ik nog meer moeten bereiken?”
Voor de nieuwe verdeling analyseerde de sportkoepel het toekomstperspectief van 99 verschillende sporten. Daarbij is het potentieel voor een groot deel leidend, aldus directeur André Cats in een eerdere verklaring.
Van de sportkoepel kreeg ze inderdaad te horen dat de visie was veranderd. Waar de richtlijn eerder een plek bij de beste acht op de Spelen voorschreef, werd die voor Los Angeles bijgesteld naar een medaille-eis. Voortaan volstond alleen een plaats bij de beste drie.
Onrealistisch
Onrealistisch, vindt Eerland. De Aziatische concurrentie, met name uit landen als China, Japan en Zuid-Korea, is moordend. Sinds het olympische debuut van tafeltennis in 1988 heeft het erepodium alleen uit Aziatische tafeltennissters bestaan.
De meest succesvolle Nederlandse tafeltennisster aller tijden, de inmiddels 63-jarige Bettine Vriesekoop, kwam in drie olympische deelnames niet verder dan de kwartfinales. Eerland werd op de Spelen drie keer negende, tweemaal in het enkelspel en eenmaal in teamverband.
Het stopzetten van de financiering is voor Eerland de laatste druppel. Ze was sinds haar zwangerschap al gebrouilleerd geraakt met de sportkoepel. Ze vroeg om begeleiding bij haar terugkeer, maar die kreeg ze niet. “Toen dacht ik: oké, ik sta er alleen voor.”
Topsportstatus of niet, de Spelen van 2028 in Los Angeles blijven het doel. “Na mijn zwangerschap ben ik in één jaar teruggekomen”, zegt Eerland, die nog budget heeft voor twee toernooien in januari. Als ik een stapje terug moet zetten om sponsoren te regelen, dan is die tijd er.”
Ze is een rolmodel voor topsporters die moeder zijn, zegt ze, en mist de erkenning van NOC*NSF daarvoor. “Ik vind dat ik het strijden waard ben. Ik ben teruggekomen als moeder en heb bijna zeventig procent van mijn wedstrijden gewonnen.”
“Ik heb het supergoed gedaan. Als het niet lukt, dan kan ik mezelf in de spiegel aankijken en denken: ik ben vechtend ten onder gegaan.”