Seismisch oorlogsgedonder en het afkalven van de ijskappen: bij ‘Rencontres Internationales’ zie je filminstallaties over de randen van de wereld
Vier grote filmschermen hangen haaks op elkaar in de mistige tentoonstellingshal van de Amsterdamse Loods 6 op het KNSM-eiland. Het lijkt alsof ze licht van binnenuit uitstralen. Transparant parelmoer. Maar zijn het schermen? Er komt een man aanlopen en stapt er dwars doorheen. Hij verdwijnt in de duisternis. Is het een speciaal effect? Een goocheltruc?
De schermen in de filminstallatie Topia van Zalán Zsakács maken deel uit van de tentoonstelling Hedendaagse kruispuntenonderdeel van het Frans-Duitse Film- en Mediakunstfestival Internationale bijeenkomsten Parijs/Berlijn. Ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum bezoekt het gerenommeerde festival nu Amsterdam en het plan is om in de toekomst ‘Amsterdam’ toe te voegen aan de naam ‘Paris/Berlin’.
Dat zou geen slecht idee zijn, want er is in het Nederlandse filmlandschap echt ruimte voor een wat groter festival op het grensvlak van hedendaagse film en mediakunst. Helaas was het film- en VR-programma pas het eerste weekend te zien, met recent werk van onder meer Minne Kersten, Melanie Manchot, Wendelien van Oldenborgh, Yuyan Wang en Clemens von Wedemeyer. De bijbehorende tentoonstelling Hedendaagse kruispunten met elf filminstallaties zijn tot begin januari te zien.
Kettingzagen
Internationale bijeenkomsten wil niet echt de nieuwste films vertonen, zoals de meeste filmfestivals, maar toont een samengesteld programma waarin alles draait om kruispunten, kruislijnen, snijkanten. Een prominente plek in de tentoonstelling Hedendaagse kruispunten is gereserveerd voor de oudere documentaire over Gordon Matta-Clarks Kantoor barok (1977-2005), dat zelden in zijn geheel wordt getoond. Hij laat zien hoe Matta-Clark in 1977 met slijpschijven en kettingzagen een kantoorgebouw in Antwerpen transformeerde tot een 3D-kunstwerk van oog- en boogvormige vergezichten.
Geïnspireerd door Matta-Clarks anarchistische ingrepen in de bestaande architectuur, zit er in de selectie op de tentoonstelling een zekere poëtisch-activistische ondertoon. De films en installaties spelen zich af aan de rand van wat doorgaans ingekaderd en afgeschermd is – ze gaan over beroepen, plekken, subculturen die vaak verwaarloosd worden.
Afscherming was een van de eerste functies van de voorloper van ons huidige filmscherm, vertelt kunstenaar Zalán Zsakács tijdens het openingsweekend. Hij ontwierp de vier hierboven beschreven lichtschermen. Zijn werk Topia is bijna een optische illusie. Zsakács deed ‘media-archeologisch onderzoek’ naar al die schermen die ons nu omringen, van bioscopen tot smartphones. Daartoe bestudeerde hij de idyllisch geschilderde kamerschermen en de ‘fantasmagorieën’ uit de negentiende eeuw, geprojecteerd op transparante doeken en rook. Je kunt deze beide zien als voorlopers van de filmkunst.
Afgezien van alle associaties die het oproept bij het kunnen ‘door een scherm lopen’, is het werk een prachtige zintuiglijke ervaring en een gigantische instagrameerbaar tegelijkertijd. Het licht flikkert een beetje, net als bij de ‘expanded cinema’-experimenten uit de jaren zestig, die een geestverruimende ervaring beloofden. Maar Zsakács nodigt je ook uit om na te denken over de toekomst van het scherm. In de geschiedenis is het eerst gezien als een spiegel en daarna als een raam. Maar de hedendaagse schermen zijn poreuze interfaces, een schakel tussen een gebruiker en een applicatie, die steeds vager worden. Zo wordt zijn werk niet alleen archeologisch, maar kun je zelf kiezen of je erachter (of er doorheen) wilt staan Topia een utopie of een dystopie zal zien.
Apocalyptische technobeat
Louis Braddock Clarke doet iets soortgelijks, maar dan met geluid. In de film- en audio-installatie Onder Boem hij luistert naar het verleden. Beelden die hij filmde in de lavabuizen van het Portugese vulkanische eiland Pico in de Atlantische Oceaan flikkeren op twee immense projectieschermen. Ze worden gedreven door het ritme van een overweldigende audiotrack die hij daar ook opnam. Het klinkt als een apocalyptische seismische technobeat, griezelig hypnotiserend en intiem. Er was geen effect, haast hij zich te zeggen. Het eiland blijkt een ‘luisterhotspot’, waar allerlei geluidsgolven samenkomen, versterkt door de klankkast van de aarde. Van luchtaanvallen in Oekraïne tot aardbevingen, de resonanties van brandend ruimtepuin en de echo’s van het afkalven van de ijskappen.
Beide Topia als Onder Boem illustreert iets heel fundamenteels. Namelijk dat we, zoals Braddock Clarke het stelt, onze zintuigen hebben verwaarloosd omdat we in zo’n visueel opdringerige cultuur leven. En, zegt hij, als gevolg daarvan zijn we de emotionele band met wat we zien kwijtgeraakt. Net als steeds meer kunstenaars hanteert hij daarom de praktijk van ‘deep listening’, zo aandachtig en onbevooroordeeld mogelijk luisteren. Bovendien: licht en geluid respecteren landsgrenzen niet; Als we het effect kunnen horen van een ijsberg die met donderend geluid in zee stort, dan komt de klimaatcrisis ineens heel dichtbij. Het klinkt melancholisch: het licht gaat uit en het geluid vervaagt. Sommige van de geluiden die hij opnam, reisden vijf keer rond de aarde voordat ze hun kracht verloren. Hoe klonk dat? Als iemand die geen stem meer heeft.