Spaanse regering presenteert plannen tegen wooncrisis, met sociale woningbouw naar Nederlands model
De Spaanse premier Pedro Sánchez heeft een plan gepresenteerd om de wooncrisis in Spanje aan te pakken. Maandagmiddag kondigde hij een pakket van twaalf maatregelen aan om de woningmarkt te hervormen.
Het plan legt de nadruk op het bevorderen van de bouw van sociale huurwoningen, geïnspireerd door het Nederlandse en Oostenrijkse model, waar de overheid actief ingrijpt in de woningmarkt. In Spanje zijn nauwelijks sociale huurwoningen. Het land telt 300.000 sociale huurwoningen: 1 procent van de woningmarkt. In Nederland is dat 34 procent.
Sánchez gaf aan dat publieke bouwbedrijven die verantwoordelijk zijn voor de bouw van sociale huurwoningen voorrang krijgen bij de aankoop van bijvoorbeeld grond. Bovendien worden de regels voor de bouw van sociale huurwoningen versoepeld en wordt er in de wet vastgelegd dat deze woningen altijd in publieke handen blijven en niet kunnen worden verkocht aan particulieren.
Afgelopen jaar gingen Spanjaarden in het hele land massaal de straat op om te protesteren tegen de onbetaalbare hypotheken en hoge huren, vooral in de grote steden. Tijdens de protesten was de boosheid ook gericht tegen het toerisme, omdat veel woningen worden opgekocht door (buitenlandse) investeerders en omgevormd tot toeristenverblijven, die onder andere verhuurd worden via Airbnb. Dat resulteert in hogere huurprijzen voor lokale bewoners. In toeristische steden als Sevilla en Malaga zijn de huren afgelopen jaar met maar liefst 30 procent gestegen.
De regering wil nu de aankoop van woningen door niet-EU-burgers die niet in Spanje gevestigd zijn beperken. Daarnaast worden de belastingen verhoogd om het voor investeerders en buitenlandse bedrijven minder aantrekkelijk te maken om woningen in Spanje te kopen. „We willen de burgers beschermen en een beter evenwicht vinden tussen toerisme en investeringen, die beide essentieel zijn voor onze economie, en de belangen van burgers”, aldus Sánchez tijdens de presentatie van zijn plannen.
Lees ook
Uit huis gaan is voor jonge Spanjaarden onbetaalbaar: ‘Deze wooncrisis is een tikkende tijdbom’
‘Wonen is een recht’
In zijn plan benadrukt Sánchez het idee dat wonen een recht is, zoals vastgelegd in de Spaanse grondwet, in plaats van een financieel product. De regering vindt dat woningen niet meer als beleggingsobject gebruikt moeten worden, maar beschikbaar moeten zijn voor iedereen, vooral voor jongeren en mensen met een lager inkomen. Meer dan 80 procent van de Spanjaarden tussen de achttien en dertig jaar woont nog thuis. Ter vergelijking: in Nederland, waar ook sprake is van een woningtekort en hoge prijzen, woont slechts 46 procent van de jongvolwassenen nog bij hun ouders.
Het voorstel van de regering staat in contrast met de plannen van de oppositiepartij Partido Popular (PP), die in elf autonome regio’s aan de macht is en verantwoordelijk is voor het woonbeleid op regionaal niveau. De plannen van de PP richten zich vooral op belastingverlagingen voor huizenkopers en het stimuleren van particuliere woningbouw. Volgens de socialistische regering van Sánchez hebben soortgelijke plannen van de PP in het verleden al geleid tot een crisis op de woningmarkt.
Voordat zal blijken of de plannen van Sánchez effectief zijn, moet het Congres de voorstellen goedkeuren. De Partido Popular heeft al aangegeven niet volledig achter de maatregelen te staan, waardoor de minderheidsregering afhankelijk is van steun van haar politieke partners.