Spreidingswet blijkt te werken, maar Faber wil ‘m alsnog afschaffen
De spreidingswet heeft effect, blijkt uit onderzoek van RTL Nieuws. En laat die wet nou juist worden afgeschaft. Effectief of niet: asielminister Marjolein Faber wil de spreidingswet alsnog van tafel hebben.
Al een lange tijd kampt Nederland met een vastgelopen asielopvang. De toestroom van asielzoekers is groot, maar alle asielzoekerscentra zitten vol. Voorheen was het nog niet de taak van een gemeente om geschikte locaties aan te dragen voor de opvang van asielzoekers. Dat gebeurde op vrijwillige basis, en dat bleek te vrijblijvend te zijn.
Het idee van de spreidingswet, die in februari inging, is om gemeenten en provincies meer verantwoordelijkheden te geven in de asielopvang. In plaats van dat Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) op zoek moest naar een gemeente die wil meewerken, is de gemeente zelf verantwoordelijk om plek te regelen voor een bepaald aantal mensen.
Bijna alle gemeenten maken plannen voor asielzoekerscentra
Uit een inventarisatie van de onderzoeksredactie van RTL Nieuws onder 342 gemeenten blijkt dat bijna alle Nederlandse gemeenten plannen maken voor asielzoekerscentra. Veel van deze gemeenten wilden eerder jarenlang nog niet meewerken aan het opvangen van asielzoekers.
Voor de invoering van de wet constateerde RTL Nieuws nog dat slechts 53 procent van de gemeenten tussen 2012 tot 2024 aan asielopvang deed. Inmiddels heeft 84 procent van de gemeenten een asielzoekerscentrum, of plannen daarvoor.
Dat het kabinet de spreidingswet wil afschaffen, lijkt geen invloed te hebben op de uitvoering. Meerdere gemeenten hebben laten doorschemeren door te gaan met het zoeken naar locaties voor asielopvang, zegt RTL, ook als de wet straks wordt ingetrokken. Slechts een handjevol gemeenten weigert mee te werken.
Marjolein Faber wil spreidingswet nog steeds afschaffen
Nadat bovenstaande cijfers naar buiten kwamen, confronteerde een RTL-verslaggever de minister van Asiel en Migratie hiermee. „Goed nieuws voor u: de spreidingswet werkt. De meeste gemeenten hebben plek voor asielzoekers.” Daarop antwoordt Faber: „Dat verbaast me natuurlijk niks. 1 november moeten de plannen op tafel komen betreft de opvangcapaciteit, en dan heb ik tot 1 januari de tijd om me daarover te buigen. Op dit moment hebben we de plekken hard nodig, maar het is natuurlijk wel de bedoeling dat dat wordt afgebouwd, dat de instroom naar beneden gaat en we deze plekken minder hard nodig hebben.”
De spreidingswet behouden staat dan ook niet op haar radar. „Die gaan we intrekken. Nogmaals: die instroom gaan we naar beneden brengen, dan hebben we de spreidingswet niet nodig. In de spreidingswet zit ook een stuk dwang, daar ben ik niet zo van.”
‘Lossen zo de asielcrisis niet op’
De verslaggever vraagt wat Faber toch tegen die spreidingswet heeft. „Als gemeentes op vrijwillige basis asielzoekers willen huisvesten, en het lokale bestuur het daarmee eens is, dan vind ik dat prima. Wie ben ik om te zeggen dat dat niet mag? De wet is de wet.” Ze benadrukt nogmaals dat zij denkt dat de spreidingswet niet nodig is.
Op de vraag of het niet alsnog handig is: „Handig, zo zijn we niet getrouwd. Het is niet de bedoeling dat we deze situatie houden.” Ze denkt ook niet dat ze straks een probleem heeft. „De gemeenten zijn bereidwillig om de opvang te doen. De wet is de wet, die wordt gewoon uitgevoerd. Het zal me niet weerhouden om in de nabije toekomst, zo snel mogelijk, de spreidingswet in te trekken. We lossen de asielcrisis niet op door de opvangplekken uit te blijven breiden.”
Tbs’ers vertellen hun levensverhaal: ‘Het is belangrijk is om te begrijpen waarom ze dingen doen’