Nederland

Toonladders, sprongen, snelle noten, complexe ritmes: de etude is de bijzaak van de muziek

Je komt ze regelmatig tegen in games: controlepunten waar een oude wijze man in een grot cryptisch advies geeft en a zijzoektocht aanbiedingen. Als je ze voltooit, word je beloond met beloningen, zoals extra levens of geheime krachten, die je zullen helpen de volgende te bereiken baas verslaan. Dergelijke controlepunten bestaan ​​ook in de klassieke muziek. De oude wijze mannen heten bijvoorbeeld Carl Czerny (piano), Pierre Rode (viool) of Eugène Bozza (saxofoon) en de sidequests zijn hun etudes: korte muziekstukjes boordevol technische moeilijkheden. Ze tillen je vaardigheden naar een hoger niveau en bereiden je stap voor stap voor op de grote meesterwerken.

Wat voor technische problemen?

Een etude, Frans voor ‘studie’, draait om één of meerdere speeltechnieken. Voetballers oefenen met dribbelen, passen, schieten, de bal ontvangen, enzovoort; klassieke muzikanten trainen met toonladders, sprongen, snel herhalende noten en complexe ritmes, maar ook langzaam vloeiende lijnen, evenwichtige crescendo’s en andere minder pyrotechnische maar niet minder uitdagende capriolen. Componisten maakten van hun etudes een ware hindernisbaan. De uitdaging: pak ze aan zonder in paniek te raken.

De etude is vooral een negentiende-eeuws fenomeen. Niet dat je voorheen niet op je instrument hoefde te oefenen, maar de didactische stukken uit vroegere eeuwen leken behoorlijk op ‘gewone’ concertstukken. In de negentiende eeuw werden veel instrumenten geïnnoveerd, werden veel conservatoria opgericht en werd het voor de middenklasse in de mode om een ​​instrument te bespelen. Bovendien hielden ze van een beetje virtuositeit in de romantiek. Deze trend vroeg om goede, technische oefenstukken en de etudes voor allerlei instrumenten vlogen van de drukpersen. Etudes zijn nog vaak verplicht bij concoursen en audities voor het conservatorium.

Zijn etudes interessant om naar te luisteren?

Zeker. De gemiddelde etude heeft misschien niet de aantrekkingskracht en spanning van een stuk voor toneel, maar: het is meer dan het eindeloos herhalen van hetzelfde trucje, het bevat daadwerkelijk muziek. Echt leuk wordt het met de zogenaamde concertetudes, zoals die van pianocomponist Chopin. Zijn etude werd opgewaardeerd van puur studiemateriaal naar artistieke muziek die je ook op het podium kunt spelen. Dit soort stukken kregen vaak sfeervolle (bij)namen, zoals ‘Tristesse’, ‘Waterval’ en ‘Winterwind’. Chopins collega Liszt maakte van de piano-etude een Olympisch hoogstandje. Naast de technische uitdagingen zit hij zo boordevol muziek dat je niet doorhebt dat je naar een studiestuk luistert. De eindbaas is de Hongaar György Ligeti, overleden in 2006. Hij componeerde een zeer moeilijke etude met de titel De trap van de duivel (‘De Duivelstrap’).

Welke etudes moet ik horen?

Door de negentiende-eeuwse pianokoorts werden er stapels concertetudes voor dat instrument geschreven. Een mooi voorbeeld is ‘Un sospiro’ (Italiaans voor ‘een zucht’) van Liszt. Hier hoor je de pianist een ogenschijnlijk simpele melodie spelen, maar ondertussen moet hij vederlichte arpeggio’s (gebroken akkoorden) spelen, zijn handen blijven kruisen en complexe sprongen maken. Zonder goede techniek klinkt het alsof je ballet op klompen probeert te dansen. Als je graag naar jazz luistert, dan ben je bij Nikolaj Kapoestin aan het juiste adres. Zijn Acht concertetudes uit 1984 zijn boogiewoogie-achtige pianostukken vol energie en lastige ritmes – hoofdbrekend gegarandeerd.

Video: Liszts ‘Un sospiro’ – klinkt eenvoudig, nietwaar?

Cellisten voeren soms het ‘Spinnelied’ van David Popper uit als toegift: je kunt je verbazen hoe ze met verbazingwekkende behendigheid over de snaren razen. Je kunt dat keer twee vinden bij Henryk Wieniawski Etudes-Caprices, Op.18 Nr. 4, waarin twee violen al wervelend om elkaar heen naar de finish vliegen. Aan de andere kant van het muzikale spectrum bevindt zich Ravels Vocalise-studiedie je allerlei runs, ornamenten en glissando’s voorschotelt op een zwoel habanera-ritme. Het is aan de zanger (of welke instrumentalist dan ook) om er met de flexibiliteit van een slang doorheen te glijden.




Related Articles

Back to top button